ECLI:NL:RBNHO:2014:6625

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 juli 2014
Publicatiedatum
14 juli 2014
Zaaknummer
3128418 / VV EXPL 14-170
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van relatie- en concurrentiebeding door werknemer die een concurrerende onderneming startte

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 juli 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Holland Hardware B.V. en [gedaagde]. Holland Hardware vorderde een voorlopige voorziening tegen [gedaagde], die na beëindiging van zijn dienstverband bij Holland Hardware een concurrerende eenmanszaak was gestart. De werknemer had een relatie- en concurrentiebeding in zijn arbeidsovereenkomst, dat hem verbood om gedurende 24 maanden na beëindiging van zijn dienstverband contact te leggen met relaties van Holland Hardware en om werkzaamheden te verrichten voor een concurrerende onderneming. Holland Hardware stelde dat [gedaagde] deze bedingen had geschonden door een webshop op te zetten die sterk leek op die van Holland Hardware en door klanten van Holland Hardware te benaderen.

De procedure begon met een dagvaarding op 19 juni 2014, gevolgd door een mondelinge behandeling op 2 juli 2014. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren dat [gedaagde] het relatie- en concurrentiebeding had geschonden. De kantonrechter wees de vorderingen van Holland Hardware grotendeels toe, waaronder een verbod voor [gedaagde] om betrokken te zijn bij zijn eenmanszaak en de verplichting om zich te houden aan de bedingen uit de arbeidsovereenkomst. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een voorschot op de boetes die voortvloeiden uit de schending van de bedingen. De kantonrechter wees het verweer van [gedaagde] af, waarin hij stelde dat de bedingen niet of slechts gedeeltelijk in stand konden blijven, en dat hij geen concurrerende activiteiten uitvoerde. De rechter concludeerde dat de belangen van Holland Hardware zwaarwegend waren en dat er een spoedeisend belang bestond bij de gevorderde voorzieningen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 3128418 / VV EXPL 14-170
datum uitspraak: 10 juli 2014

VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING

inzake

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

HOLLAND HARDWARE B.V.
te Hillegom, kantoor houdend te Haarlem
eiseres in conventie
verweerster in reconventie
hierna te noemen Holland Hardware
gemachtigde mr. T.L.C.W. Noordoven
tegen

[gedaagde]

te [woonplaats]
gedaagde in conventie
eiser in reconventie
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde mr. P. Broekman

De procedure

Holland Hardware heeft [gedaagde] gedagvaard op 19 juni 2014. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 2 juli 2014. De gemachtigden van partijen hebben pleitnotities overgelegd. [gedaagde] heeft een tegenvordering ingesteld. Partijen hebben nog stukken in het geding gebracht. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.

De feiten

Holland Hardware, opgericht in 2005 door haar directeur [x] (hierna: [x]), is een groothandel die zich als tussenpersoon (“Broker”) bezig houdt met de in- en verkoop van tweedehandse en zogenoemde "pre-owned" netwerkapparatuur in uitsluitend de “business tot business markt".
Op 1 april 2011 is de onderneming [eenmanszaak] opgericht als eenmanszaak; de onderneming is in het handelsregister ingeschreven op naam van de echtgenote van [gedaagde], met [gedaagde] als volledig gevolmachtigde.
Nadat [gedaagde], die al jarenlang bevriend was met [x], in juni 2013 werkloos was geraakt, is hij voor de duur van zes maanden op 1 september 2013 bij Holland Hardware in dienst getreden in de functie van Global Account Director / Broker.
In de arbeidsovereenkomst zijn de volgende bedingen opgenomen:
"Artikel 8 Geheimhoudinga. Werknemer zal zonder toestemming van werkgever geen zaken openbaar maken dan wel mededelingen doen over zaken die hem uit hoofde van zijn arbeidsovereenkomst bij werkgever bekend zijn en waarvan hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat geheimhouding is vereist. (…)Artikel 9. Relatiebeding:a) Het is de werknemer verboden, behoudens schriftelijke toestemming van de werkgever, om tijdens het dienstverband en gedurende een periode van 24 maanden na beëindiging daarvan op enigerlei wijze contact te leggen met relaties van werkgever met als doel zaken te doen of die relaties ertoe te bewegen hun betrekkingen met werkgever en haar relaties te verstoren. Onder relaties wordt verstaan; werknemers, cliënten en leveranciers, met wie werkgever in een periode van 48 maanden en minder voorafgaand aan het einde van het dienstverband met werknemer op enigerlei wijze zaken heeft gedaan of contacten heeft gehad die kunnen leiden tot een zakelijke relatie met werkgever.b) Het is de werknemer verboden cliënten dan wel werknemers van hun cliënten te bewegen hun (arbeids)overeenkomst met Holland Hardware BV of hun cliënten te beëindigend, teneinde op welke wijze dan ook te kunnen concurreren met Holland Hardware BV.Artikel 10. Concurrentiebeding:a) Het is de werknemer verboden, behoudens schriftelijke toestemming van werkgever, om tijdens het dienstverband en gedurende een periode van 24 maanden na beëindiging daarvan, direct of indirect in dienst te treden bij of op enigerlei wijze werkzaamheden te verrichten voor een onderneming die gelijke of gelijksoortige producten vervaardigd, aanbiedt of verhandelt, of die gelijke diensten verleent als werkgever doet.b) Het is de werknemer verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever gedurende 24 maanden na het beëindigen van de arbeidsovereenkomst, binnen Nederland, direct of indirect betrokken te zijn bij een (te starten) onderneming die gelijke of gelijksoortige producten vervaardigd, aanbiedt of verhandelt, of die gelijke diensten verleent als werkgever doet. Dit geldt binnen de grenzen van de Europese Unie.Artikel 11. Boetes:a) indien de werknemer de in artikel 8.a (…) neergelegde verplichting schendt, verbeurt werknemer aan werkgever direct, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, een onmiddellijk opeisbare boete van €10.000,- per overtreding. (…)b) Indien de werknemer de in artikel 9.a en 9.b neergelegde verplichtingen schendt, verbeurt de werknemer aan werkgever direct, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist een onmiddellijk opeisbare boete van € 10.000,00 per overtreding alsmede een boete van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte dat de overtreding voortduurt (…)c) Indien de werknemer de in artikel 10.a en 10.b neergelegde verplichtingen schendt, verbeurt de werknemer aan werkgever direct, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, een onmiddellijk opeisbare boete van € 10.000,00 per overtreding alsmede een boete van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte dat de overtreding voortduurt. (…)"
Nadat [gedaagde] in januari 2014 het aanbod van Holland Hardware om de arbeidsovereenkomst te verlengen had afgewezen, is de arbeidsovereenkomst per 1 maart 2014 van rechtswege geëindigd.
Sinds 1 mei 2014 is [eenmanszaak] aangemeld bij [website]. Op het account van [eenmanszaak] staan een foto van [gedaagde] als contactpersoon en diens e‑mailadres bij [eenmanszaak] ([e-mailadres gedaagde]).
[x] heeft de relaties van Holland Hardware op 14 mei 2014 een e-mailbericht gestuurd met de volgende inhoud:
"(…) Please take a moment of your time to read this.● after 6 month, in Holland Hardware our former employee [gedaagde], has started his own company● He still has a competition and relationship clause an hasNOapproval from us● We suspect he took more then just his coat on te way out and hence want to urge you to contact us when he gets in touch with you in any way (…)"
In reactie hierop hebben acht relaties van Holland Hardware laten weten dat zij met [gedaagde] zakelijke contacten hebben gehad.
Op 16 mei heeft Holland Hardware als volgt aan [gedaagde] geschreven:
"(…) [eenmanszaak] treedt sinds 1 mei 2014 op als broker die direct concurreert met Holland Hardware. Dit volgt onder meer uit het feit dat op de website van [eenmanszaak] sinds 1 mei 2014 producten worden aangeboden die hetzelfde of vergelijkbaar zijn aan de producten waar Holland Hardware in handelt en het feit dat gebleken is dat u contacten heeft onderhouden met verschillende relaties van Holland Hardware en aan enkele van hen ook daadwerkelijk producten heeft geleverd. Voorts blijkt uit het feit dat [eenmanszaak] zich per 1 mei 2014 heeft ingeschreven bij [website], een online platform waar ook Holland Hardware is ingeschreven en waarmee u door uw dienstverband met Holland Hardware bekend bent geworden, dat [eenmanszaak] zich richt op dezelfde klanten, leveranciers en producten. Op de website van [website] verschijnt een afbeelding van u als gekeken wordt bij de onderneming [eenmanszaak]. (…)Daarbij sommeert Holland Hardware [gedaagde] zijn betrokkenheid bij [eenmanszaak] te staken, te bewerkstelligen dat [eenmanszaak] haar activiteiten staakt en haar website afsluit, met het verzoek een overzicht te verstrekken van alle transacties die [eenmanszaak] heeft verricht. Voorts maakt Holland Hardware aanspraak op een bedrag van € 215.000,00 aan boetes wegens overtredingen van het relatie- en concurrentiebeding van de arbeidsovereenkomst.
De (vorige) gemachtigde van [gedaagde] heeft op 22 mei 2014 als volgt gereageerd:
"(…) Na 2 maanden was het cliënt duidelijk dat het de heer Van der [x] alleen om het netwerk van cliënt te doen was. Cliënt heeft toen besloten weg te gaan. Op dit moment heeft cliënt nog geen andere baan. Sinds 2011 heeft de partner van cliënt een bedrijf in ict-hardware. Cliënt en zijn vrouw zijn aan het onderzoeken of het importeren van apparatuur uit China en het aanbieden aan distributeurs in Nederland interessant kan zijn. Of wel parallelimport uit China. Dit onderzoek verkeert nog in een beginfase. Deze werkzaamheden zijn niet hetzelfde als was Holland Hardware doet. (…)"
Op 2 juni 2014 heeft een deurwaarder een proces‑verbaal van constateringen opgesteld omtrent de bestanden die zich bevinden op de computer waarop [gedaagde] heeft gewerkt tijdens zijn dienstverband bij Holland Hardware.

De vordering in conventie

Holland Hardware vordert bij wijze van voorlopige voorziening (samengevat):
  • [gedaagde] met onmiddellijke ingang, dan wel binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, te verbieden direct of indirect betrokken te zijn bij [eenmanszaak], op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag;
  • [gedaagde] te veroordelen het overeengekomen geheimhoudings-, relatie- en concurrentiebeding onverkort na te leven, op straffe van de contractuele boete van € 10.000,00 per overtreding, te vermeerderen van € 5.000,00 voor iedere dag dat een overtreding voortduurt;
  • [gedaagde] te veroordelen tot betaling, al dan niet als voorschot, van € 290.000,00 aan boete, te verhogen met € 5.000,00 indien de overtreding van het concurrentiebeding na 5 juni 2014 voortduurt;
  • [gedaagde] te veroordelen zich te onthouden van negatieve uitlatingen over Holland Hardware, haar directeur en de werknemers van Holland Hardware op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per overtreding;
  • [gedaagde] te veroordelen op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag een volledig overzicht te verschaffen van alle partijen waarmee hij ten behoeve van [eenmanszaak] contact heeft gehad, met veroordeling van [gedaagde] een volledig overzicht te verschaffen van alle transacties die hij voor [eenmanszaak] heeft gedaan
  • veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente en nakosten.
Holland Hardware stelt dat [gedaagde] het met Holland Hardware overeengekomen relatie-, geheimhoudings- en concurrentiebeding heeft geschonden, zodat de daaraan verbonden boetebedragen opeisbaar zijn. Holland Hardware stelt daartoe dat [x] en [gedaagde] langdurig bevriend zijn geweest en dat [x] [gedaagde] bij wijze van vriendendienst in dienst van Holland Hardware heeft genomen toen [gedaagde] zijn baan had verloren. Hij heeft [gedaagde] bij Holland Hardware in het volste vertrouwen ingewerkt en deze heeft daarbij volledig kennis gekregen van de werkwijze van Holland Hardware. Uit onderzoek van de computer van [gedaagde] bij Holland Hardware blijkt dat [gedaagde] ondanks het in hem gestelde vertrouwen reeds op
16 december 2013 voornemens was een zelfde bedrijf als Holland Hardware te starten aangezien hij op die dag software heeft geladen, waarmee hij tijdens het dienstverband met Holland Hardware de webshop van [eenmanszaak] heeft gebouwd. Uit dit onderzoek is tevens gebleken dat [gedaagde] het programma Filezilla op zijn werkcomputer heeft geïnstalleerd, met welk programma hij op 25 februari 2014 bestanden van Holland Hardware naar een externe server heeft gekopieerd. Na beëindiging van het dienstverband per 1 maart 2014 zei [gedaagde] op 27 april 2014 nog tegen [x] dat hij het restaurant van zijn schoonouders zou overnemen. Drie dagen daarna bleek de concurrerende website van [eenmanszaak] actief en stond [eenmanszaak] ingeschreven bij [website], een website waarmee [gedaagde] voor zijn indiensttreding bij Holland Hardware nog onbekend was. [eenmanszaak] verricht dezelfde werkzaamheden als Holland Hardware, hanteert dezelfde werkwijze - via [website] - en heeft dezelfde klantenkring als Holland Hardware. Zo is de website van [eenmanszaak] vrijwel gelijk aan de website van Holland Hardware, komen de aangeboden producten en merken overeen, en richt [eenmanszaak] zich bovendien net als Holland Hardware op de "business to business"- en dus niet de consumentenmarkt. Weliswaar staat de eenmanszaak [eenmanszaak] ingeschreven op naam van de echtgenote van [gedaagde], zij is echter slechts een stroman aangezien [gedaagde] een volledige volmacht heeft om namens [eenmanszaak] op te treden. Op het account van [eenmanszaak] bij [website] staat een foto van [gedaagde] en hij is degene die namens [eenmanszaak] contacten onderhoudt, zoals blijkt uit de correspondentie die hij met de relaties van Holland Hardware voerde. Holland Hardware heeft vernomen dat [gedaagde] zich bij het presenteren van [eenmanszaak] binnen de branche negatief uitlaat over Holland Hardware en haar directeur. Holland Hardware leidt schade indien de handelwijze van [gedaagde] voortduurt, zodat zij een spoedeisend belang bij de gevorderde voorzieningen heeft.

Het verweer in conventie en de vordering in reconventie

[gedaagde] betwist de vordering en voert primair aan dat de aan de vordering ten grondslag gelegde feiten volstrekt onjuist, ongegrond en onbewezen zijn. Subsidiair dient de vordering van Holland Hardware te worden afgewezen omdat uit de doldrieste houding van Holland Hardware jegens [gedaagde] blijkt dat Holland Hardware niet handelt vanuit een rechtens te respecteren belang en slechts uit is op beschadiging van [gedaagde], zodat sprake is van misbruik van recht. Meer subsidiair voert [gedaagde] aan dat het geheimhoudings- relatie- en concurrentiebeding niet of slechts gedeeltelijk in stand kunnen blijven. Volgens [gedaagde] is in kort geding bovendien geen plaats voor toekenning van vermeende boetes in de volslagen absurde omvang als Holland Hardware vordert.
[gedaagde] voert aan dat Holland Hardware steeds op de hoogte was van het bestaan van [eenmanszaak], dat net als Holland Hardware actief was in de telecom- en internetindustrie en reeds lange tijd een website had. [eenmanszaak] en Holland Hardware zijn andersoortige bedrijven die niet in dezelfde producten handelen en op geheel verschillende markten actief zijn. Zo handelt Holland Hardware in tweedehands Europese netwerkproducten, terwijl [eenmanszaak] handelt in nieuwe netwerkproducten uit China, en zijn de afnemers van Holland Hardware de eindgebruikers, waar voor [eenmanszaak] brokers de voornaamste klanten zijn. Van verboden contacten met klanten is daarom geen sprake geweest. Het is [gedaagde] alleen niet toegestaan contacten met relaties van Holland Hardware te hebben om zaken te doen of de relaties tussen Holland Hardware en haar klanten te verstoren. Voor zover [eenmanszaak] contact heeft gehad met klanten van Holland Hardware is dat gebeurd omdat deze klanten contact zochten met [eenmanszaak]. Omdat [eenmanszaak] en Holland Hardware geen concurrerende activiteiten hebben, zijn door het onderhouden van deze contacten het relatie- en concurrentiebeding niet overtreden. [gedaagde] acht het verwijt dat hij zich heeft aangemeld bij [website] bizar aangezien [website] een openbare website is, en [gedaagde] ziet niet in hoe de aanmelding op een openbare site kan worden geduid als het gebruik maken van vertrouwelijke informatie.
In reconventie vordert [gedaagde] bij wijze van voorlopige voorziening (samengevat):
  • schorsing van het overeengekomen concurrentie-, relatie- en geheimhoudingsbeding;
  • veroordeling van Holland Hardware om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis:
[gedaagde] stelt dat het concurrentie-, relatie- en geheimhoudingsbeding een wereldwijde strekking hebben, en gezien de werking van twee jaar niet in verhouding staan tot de korte tijd dat hij bij Holland Hardware in dienst is geweest. [gedaagde] heeft thans geen baan en hoopt in de hem vertrouwde telecom- en internetindustrie een andere werkkring te vinden. Holland Hardware wil [gedaagde] deze mogelijkheid wereldwijd voor de duur van twee jaar onthouden. Omdat de bedingen [gedaagde] ernstig beperken bij het vinden van een andere baan, kunnen deze niet of hooguit gedeeltelijk in stand kunnen blijven. Voorts vordert [gedaagde] rectificatie nadat [x] het nodig heeft geacht een e-mailbericht te sturen aan de relaties van [gedaagde] waarin hij [gedaagde] beschuldigt van diefstal.

Het verweer in reconventie

Holland Hardware betwist de vordering. Op het verweer van Holland Hardware wordt hierna – voor zover van belang – ingegaan.

De beoordeling in conventie en reconventie

De vorderingen in conventie en in reconventie lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
De over en weer gevorderde voorlopige voorzieningen zijn slechts toewijsbaar als aan de hand van de feiten en omstandigheden in dit geding de verwachting gewettigd is dat in een tussen partijen nog te voeren bodemprocedure soortgelijke vorderingen zullen worden toegewezen.
3. De in reconventie gevorderde schorsing van de geheimhoudings-, relatie, en concurrentie- bedingen wijst de kantonrechter aanstonds af. [gedaagde] heeft slechts aangevoerd dat hij werkloos is en door de bedingen is beperkt in zijn mogelijkheden in de telecom- en internetindustrie. Het concurrentiebeding laat [gedaagde] echter vrij een werkkring binnen de telecomindustrie te aanvaarden, zoals door Holland Hardware ter zitting nog is bevestigd. Zolang [gedaagde] geen concreet uitzicht heeft op een baan binnen de internetindustrie, heeft hij naar het oordeel van de kantonrechter in kort geding onvoldoende belang bij deze voorziening.
4. De kantonrechter is vooralsnog van oordeel dat [gedaagde] het geheimhoudingsbeding niet heeft geschonden door [eenmanszaak] aan te melden bij [website]. Op grond van artikel 9 van de arbeidsovereenkomst is het [gedaagde] niet toegestaan zaken te openbaren dan wel mededelingen te doen over zaken waar hij kennis van heeft gekregen door zijn dienstverband bij Holland Hardware. De kantonrechter acht een aanmelding bij een openbare website daaraan niet gelijk te stellen. Dat [gedaagde] voordat hij in dienst trad bij Holland Hardware niet bekend was met het bestaan van [website] doet hieraan niet af.
5. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is voldoende aannemelijk dat [gedaagde] het relatiebeding en het concurrentiebeding heeft geschonden. [gedaagde] weerspreekt niet dat hij voor [eenmanszaak] werkt en erkent dat [eenmanszaak] handelt in netwerkproducten. Vast staat daarmee dat hij zich op dezelfde markt begeeft als Holland Hardware. Dat doet [eenmanszaak] met een webshop die sterke gelijkenis vertoont met de website van Holland Hardware. Ook de werkwijze komt overeen nu [gedaagde] een account voor [eenmanszaak] heeft aangemaakt op [website]. en vandaaruit verzoeken om prijsopgaven respectievelijk bestellingen ontvangt. Uit de in geding gebrachte reacties die Holland Hardware van een aantal van haar relaties heeft gekregen op het e‑mailbericht van [x] van 14 mei 2014 blijkt, dat [eenmanszaak] onderhandelt en handelt met deze relaties van Holland Hardware, waarbij opvalt dat [gedaagde] de relaties waaraan [x] het e‑mailbericht heeft gestuurd in de zijdens hem ingebrachte processtukken zelfs aanduidt als "zijn klanten". [gedaagde] heeft aangevoerd dat hij via [eenmanszaak] alleen handel drijft in nieuwe netproducten uit China en zijns inziens dus niet concurrerend is. Nog daargelaten dat Holland Hardware die door [gedaagde] genoemde beperking tot China heeft betwist is naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter irrelevant uit welk land [gedaagde] zijn netwerkproducten betrekt. Bovendien heeft [gedaagde] niet weersproken dat uit de serienummers op orders aan [eenmanszaak] die Holland Hardware in het geding heeft gebracht, blijkt dat het daarin om netwerkproducten gaat die in Europa zijn geproduceerd. Gelet op het aantal reacties dat Holland Hardware van haar relaties heeft ontvangen, is vooralsnog aannemelijk dat [gedaagde] in ieder geval acht overtredingen van het relatie- en concurrentieverbod heeft begaan.
6. Aldus is de verwachting gerechtvaardigd dat [gedaagde] in een eventuele bodemprocedure zal worden veroordeeld tot betaling van de boetes conform artikel 11 sub b en c van de arbeids-overeenkomst. In afwachting van de bodemprocedure zal de kantonrechter het standpunt van Holland Hardware volgen dat het voorschot op de door de bodemrechter toe te wijzen boete in relatie moet staan tot de schade die Holland Hardware door de schendingen lijdt. Waar Holland Hardware haar schade tot op heden onbetwist heeft begroot op € 25.000,00, zal dit bedrag bij wijze van voorlopige voorziening worden toegewezen.
7. Hoewel Holland Hardware [gedaagde] op 16 mei 2014 heeft gesommeerd de schendingen te staken, heeft [gedaagde] laten weten met zijn activiteiten in [eenmanszaak] door te gaan en dit hem vrij stond. [gedaagde] heeft weliswaar ter zitting meegedeeld inmiddels niet meer als vertegenwoordiger van [eenmanszaak] op [website] te zijn vermeld, maar hij heeft niet weersproken dat de website van [eenmanszaak] nog steeds is te benaderen. Waar aldus aannemelijk is dat [eenmanszaak] nog steeds actief is, is de vordering om [gedaagde] te verbieden direct of indirect bij [eenmanszaak] actief te zijn eveneens toewijsbaar. [gedaagde] zal daarbij worden veroordeeld zich onverkort aan bedoelde bedingen te houden, zoals door Holland Hardware is gevorderd.
8. De vordering om [gedaagde] te veroordelen een volledig overzicht te verschaffen van de contacten en transacties van [eenmanszaak] wijst de kantonrechter af. Holland Hardware heeft onvoldoende spoedeisend belang bij dit onderdeel van haar vordering. [gedaagde] wordt immers bij voorlopige voorziening veroordeeld tot onverkorte nakoming van het relatiebeding en het concurrentiebeding en tot staking van zijn betrokkenheid bij [eenmanszaak]. Of in het nabije verleden meer schendingen van bedoelde bedingen door [gedaagde] hebben plaatsgevonden dan Holland Hardware thans bekend is, zal in een eventueel te voeren bodemprocedure aan de orde kunnen komen.
9. Als onweersproken staat vast dat [gedaagde] zich op een bijeenkomst van Amsterdam Internet Exchange negatief over [x] heeft uitgelaten door hem een agressieve houding toe te schrijven en hem te beschuldigen van bedreiging. Om dergelijke escalerende uitlatingen te voorkomen, zal de gevorderde veroordeling van [gedaagde] om zich op straffe van een dwangsom te onthouden van negatieve uitlatingen over [x] en Holland Hardware worden toegewezen. De dwangsom zal worden beperkt tot een bedrag van € 500,00 per overtreding, met een maximum van € 5.000,00.
10. Aangezien in conventie vooralsnog aannemelijk is geacht dat [gedaagde] zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst heeft geschonden, zal de in reconventie gevorderde rectificatie van het e mailbericht van 14 mei 2014 worden afgewezen.
11. Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht, behoeft geen bespreking meer nu dit in het licht van hetgeen in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
11. De proceskosten in conventie en reconventie komen voor rekening van [gedaagde] omdat hij in het ongelijk wordt gesteld.

De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
- verbiedt [gedaagde] bij wijze van voorlopige voorziening binnen 24 uur na betekening van dit vonnis direct of indirect betrokken te zijn bij [eenmanszaak] of werkzaam voor [eenmanszaak] te zijn en / of een ander zakelijk belang te hebben in [eenmanszaak] en andere ondernemingen die gelijksoortig of aanverwant zijn aan [eenmanszaak];
veroordeelt [gedaagde] bij wijze van voorlopige voorziening:
- het relatiebeding en het concurrentiebeding onverkort na te leven, op straffe van een boete van € 10.000,00 per overtreding en € 5.000,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt;
- binnen zeven dagen aan Holland Hardware € 25.000,00 te betalen ten titel van voorschot op reeds verbeurde contractuele boetes wegens het schenden van het relatie- en concurrentiebeding;
- zich te onthouden van negatieve uitlatingen over Holland Hardware, de directeur van Holland Hardware en de werknemers van Holland Hardware op straffe van een dwangsom van € 500,00 per overtreding, tot een maximum van € 5.000,00;
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van Holland Hardware tot en met vandaag worden begroot op de volgende bedragen:
dagvaarding € 77,52
griffierecht € 115,00
salaris gemachtigde € 400,00;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
in reconventie
- weigert de gevorderde voorlopige voorziening;
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] tot en met vandaag worden begroot op € 200,00 aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.