ECLI:NL:RBNHO:2014:6232
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van hennepteelt en gewoontewitwassen door verdachte en haar partner
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 juli 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met haar partner betrokken was bij de teelt van hennep en gewoontewitwassen. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van hennepplanten in haar woning te Sint Maarten, waar haar partner een kwekerij had opgezet. Gedurende een periode van ongeveer vier jaar werd er hennep geteeld, en de opbrengsten hiervan werden door de verdachte en haar partner aan het zicht van justitie onttrokken door deze een schijnbaar legale herkomst te verschaffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de feiten, en de rechtbank heeft op basis van de verklaringen van de verdachte en medeverdachten, alsook bewijsstukken, de feiten bewezen verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op de hoogte was van de kwekerij en dat zij bewust en nauw samenwerkte met haar partner. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en gewoontewitwassen. Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot het verrichten van 150 uren taakstraf, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-nakoming.