In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 januari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een koper en een verkoper van bomen. De koper, aangeduid als [koper], had een vordering ingesteld tegen de verkoper, [verkoper], omdat de geleverde bomen niet winterhard bleken te zijn. De overeenkomst was in 2010 mondeling gesloten voor de koop van vijf kurkeiken en een rode beuk, die op 27 november 2010 werden geleverd. De koper stelde dat de bomen, die hij voor € 2.651,72 had aangeschaft, in 2012 doodgevroren waren en dat de verkoper aansprakelijk was voor de schade. De koper vorderde ontbinding van de overeenkomst en terugbetaling van een bedrag van € 4.220,00, vermeerderd met schadevergoeding.
De verkoper voerde aan dat hij deugdelijke bomen had geleverd en dat de schade was ontstaan door de nalatigheid van de koper, die de bomen niet tijdig had geplant en de gegeven adviezen niet had opgevolgd. De kantonrechter oordeelde dat de koper op basis van de overeenkomst mocht verwachten dat de bomen winterhard waren. De rechter nam aan dat de bomen schade hadden opgelopen door extreme winterkou in februari 2012, en dat de verkoper niet had aangetoond dat de koper de adviezen had opgevolgd.
De kantonrechter besloot de overeenkomst gedeeltelijk te ontbinden voor de twee kurkeiken die niet aan de overeenkomst beantwoordden. De verkoper werd veroordeeld tot terugbetaling van € 954,00 aan de koper, vermeerderd met wettelijke rente. De vordering tot schadevergoeding werd afgewezen, omdat de koper onvoldoende had onderbouwd welke schade hij had geleden. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.