ECLI:NL:RBNHO:2014:5865
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Mensenhandel en uitbuiting van Roemeense vrouwen in de prostitutie
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 28 april 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en uitbuiting van Roemeense vrouwen. De verdachte werd ervan beschuldigd meerdere vrouwen, waaronder [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 6], naar Nederland te hebben gebracht met het oogmerk hen in de prostitutie te laten werken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten de vrouwen heeft aangeworven en hen heeft meegenomen naar Nederland, waar zij zich beschikbaar stelden voor seksuele handelingen. De rechtbank heeft de tenlastelegging in verschillende feiten onderverdeeld, waarbij de nadruk lag op de dwang en uitbuiting van de slachtoffers. De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte wel degelijk betrokken was bij de mensenhandel. De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld voor het medeplegen van mensenhandel, terwijl hij van andere feiten werd vrijgesproken. De rechtbank legde een gevangenisstraf van twaalf maanden op, met aftrek van het voorarrest. De vorderingen van de benadeelde partijen werden deels niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze niet in het strafgeding konden worden behandeld. De uitspraak benadrukt de ernst van mensenhandel en de gevolgen voor de slachtoffers, die vaak in kwetsbare posities verkeren en psychische schade ondervinden van hun ervaringen.