ECLI:NL:RBNHO:2014:5605
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Daalmeijer
- P.H. Lauryssen
- S.M. Christiaan
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van invoer van cocaïne in Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 5 juni 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van de invoer van cocaïne in Nederland. De verdachte, geboren in Suriname en thans gedetineerd in Nederland, werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van 2979,2 gram cocaïne op 19 april 2014 op de luchthaven Schiphol. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de verdachte samen met haar echtgenoot, die ook als medeverdachte fungeerde, betrokken was bij de smokkeloperatie. De officier van justitie vorderde bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit, terwijl de verdediging aanvoerde dat de verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de drugs in hun bagage. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte, ondanks haar ontkenning, op de hoogte was van de risico's en de omstandigheden rondom de smokkel. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van het opzettelijk invoeren van cocaïne en heeft haar veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de ernst van het feit.