ECLI:NL:RBNHO:2014:5335
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van heroïne via luchthaven Schiphol
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 28 mei 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 27 februari 2014 op Schiphol een hoeveelheid van 2,05 kilogram heroïne heeft ingevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte, afkomstig uit Liberia, werd aangehouden na een douanecontrole waarbij in zijn bagage heroïne werd aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk de heroïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, ondanks zijn verklaring dat hij niet op de hoogte was van de inhoud van zijn bagage. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de hoeveelheid heroïne en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere veroordeling in Groot-Brittannië voor een drugsgerelateerd feit. De rechtbank concludeerde dat de verdachte een onaanvaardbaar risico had genomen door de goederen mee te nemen, en dat hij zich bewust was van de kans dat deze goederen verdovende middelen zouden bevatten. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.