Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Procesverloop
J. den Haan.
Overwegingen
Beslissing
14 mei 2014.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 mei 2014 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van de Vereniging Vogelwerkgroep Midden-Kennemerland. De verzoekster had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken, dat op 14 april 2014 was genomen, waarin het verzoek om handhaving van de Flora- en faunawet werd afgewezen. De verzoekster stelde dat het gewijzigde gebruik van de duinen door de bewoners van de strandhuisjes, die nu ook in de vroege ochtend en tijdens de schemering de duinen ingaan, leidt tot verstoring van de tapuit, een beschermde vogelsoort. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat niet is aangetoond dat het nachtelijk verblijf in de strandhuisjes leidt tot overtreding van de Flora- en faunawet. De voorzieningenrechter oordeelde dat de bewoners van de strandhuisjes niet de enige gebruikers van de duinen zijn en dat er ook andere oorzaken zijn voor de teruggang van het aantal broedende tapuiten. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was bij het treffen van een voorlopige voorziening en dat het verzoek om handhaving terecht was afgewezen door de staatssecretaris. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. P.C. van der Vlugt, en is openbaar uitgesproken.