I. het vonnis van 6 juni 2012 herroept, echter slechts door de eerdere veroordeling, alsmede de daaruit voor [gedaagden] voortvloeiende verplichtingen, in stand te laten en in aanvulling daarop te verklaren voor recht dat de erfgrens tussen de percelen van [eiser] en [gedaagden] loopt conform de kadastrale grensconstructie van 16 november 2012, zoals vastgelegd in – naar de rechtbank begrijpt – het relaas van bevindingen van 18 januari 2013;
II. [Gedaagde 1] veroordeelt binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis al diens eigendommen staande en gelegen op het perceel van [eiser], waaronder de schuur, te verwijderen en verwijderd te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
III. [Gedaagde 1] veroordeelt binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis alle ramen die zich binnen twee meter van de erfgrens bevinden ondoorzichtig en onbeweeglijk te maken, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
IV. [Gedaagde 1] veroordeelt binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan [eiser] de sleutel van de deur te verschaffen welke toegang geeft tot de steeg, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
V. [Gedaagde 1] veroordeelt binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijze vonnis het deel van de strook gemeentegrond, gelegen rechtstandig achter de woning van [eiser[, te ontruimen, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
VI. [Gedaagde 1] veroordeelt binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis schriftelijke medewerking te verlenen aan aankoop van het deel van de strook gemeentegrond;
VII. [Gedaagde 1] veroordeelt tot vergoeding van de door [eiser] gemaakte buitengerechtelijke kosten;
VIII. [Gedaagde 1] veroordeelt in de kosten van het geding.