ECLI:NL:RBNHO:2014:4903
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A. Boom
- M.J.M. Verpalen
- M. Daalmeijer
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak tegen verdachte
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 26 mei 2014 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen de veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor oplichting en gewoontewitwassen. De officier van justitie had op 17 april 2014 een vordering ingediend om het bedrag van € 171.344 vast te stellen als wederrechtelijk verkregen voordeel. Tijdens de zitting op 12 mei 2014 werd deze vordering bijgesteld naar € 136.288, gebaseerd op een aanvullend proces-verbaal van 3 maart 2014. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde door oplichting een bedrag van minimaal € 94.888 heeft verkregen. Dit bedrag is vastgesteld op basis van overschrijvingen en contante opnames van benadeelden, waarbij de rechtbank heeft geoordeeld dat de veroordeelde dit bedrag wederrechtelijk heeft verkregen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de verplichting opgelegd aan de veroordeelde om € 94.888 aan de staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft ook bepaald dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting.