Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
4 (vier) jaren.
[aangever]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.780,88 (een duizend zevenhonderd en tachtig euro en acht en tachtig cent), bestaande uit € 780,88 voor de materiële en € 1.000,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
€ 1.780,88 (een duizend zevenhonderd en tachtig euro en acht en tachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
27 (zevenentwintig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
[aangever]geleden schade tot een bedrag van
€ 4.435,00 (vierduizend vierhonderd en vijf en dertig cent), bestaande uit € 435,00 voor de materiële en € 4.000,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
€ 4.435,00 (vierduizend vierhonderd en vijf en dertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
54 (vierenvijftig) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
14 maart 2014.