Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Parketnummer: 15/840073-12 (P)
Uitspraakdatum: 21 mei 2014
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 7 maart 2014 en 8 mei 2014 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen),
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Kubbinga en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. Y Moszkowicz, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
feit 1 primair
hij op of omstreeks 18 maart 2012 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of Hoofddorp en/of Delft en/of Den Haag, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, met het oogmerk (een) ander(en), te weten die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] te dwingen iets te doen of niet te doen, immers heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet
- buiten luchthaven Schiphol die [slachtoffer 1] van achteren benaderd en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in zijn zij geduwd en/of
- ( een gedeelte van een greep van) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, getoond en/of
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd “geef mij de drugs die in de bagage zit, zodat er geen problemen zijn voor jou en je familie”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd dat hij/zij de drugs wilde(n) hebben die [slachtoffer 2] heeft/zou hebben meegenomen vanuit Curaçao en/of dat hij/zij wilde(n) controleren of [slachtoffer 2] drugs bij zich had, althans woorden van gelijke aard en strekking en/of
- is/zijn meegelopen met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en hun kinderen naar de auto van die EA. [slachtoffer 1] (Fiat Brava) en/of
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd “ik doe jouw baby of kind iets aan als jij niet meewerkt”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- ( onder bedreiging van het vuurwapen, althans het op een vuurwapen gelijkende voorwerp) die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] en hun kinderen gedwongen in de auto van die [slachtoffer 1] te gaan zitten, althans tegen/aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd/opgedragen om met hun kinderen in de auto te gaan zitten/stappen en/of daarbij een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkende voorwerp getoond en/of
- bij hen, althans in de auto van die [slachtoffer 1] is/zijn gaan zitten en/of
- tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] gezegd dat ze bij een benzinestation de bagage zouden controleren en/of
- met een andere auto (Opel) achter de auto van die [slachtoffer 1] aan is/zijn gereden althans (steeds) in de buurt van die auto van die [slachtoffer 1] is/zijn gereden en/of gebleven en/of
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij in de richting van Rotterdam moest rijden en/of bij het eerste, althans een benzinestation moest stoppen en/of
- bij een tankstation te Hoofddorp die [slachtoffer 1] opgedragen te tanken en/of die [slachtoffer 3] opgedragen te betalen/laten betalen en/of tijdens het tanken en/of betalen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 3] en/of de auto van die [slachtoffer 1] (steeds) in de gaten gehouden en/of (steeds) in de buurt is/zijn gebleven van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 3] en/of de auto van die [slachtoffer 1] en/of
- met een andere auto (Opel) (dwars) voor de auto van die [slachtoffer 1] is/zijn gaan staan (voor de ingang van de shop van het benzinestation)
- ( vervolgens wederom) bij die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en hun kinderen is/zijn ingestapt en/of (vervolgens) die E.A [slachtoffer 1] opgedragen verder te rijden en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd dat hij/zij de ontlasting van die [slachtoffer 2] wilde(n) zien en/of gezegd dat zij/hij richting Utrecht en/of Dordrecht moest(en) rijden en/of
- ( vervolgens wederom) met een andere auto (Opel) achter, althans in de nabijheid van de auto van die [slachtoffer 1] aan is/zijn gereden en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of hun kinderen begeleid bij een bezoek aan Mc Donald’s te
Delft en/of tijdens dat bezoek met een andere auto in de buurt van die auto van die [slachtoffer 1] is/zijn gebleven en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] opgedragen naar de woning van die [slachtoffer 1] te rijden, althans tegen die [slachtoffer 1] gezegd “ok, we gaan nu naar jouw huis”, althans woorden van gelijke aard en strekking en/of
- ( vervolgens) tijdens de rit naar de woning van die [slachtoffer 1] (steeds) met een andere auto achter, althans in de nabijheid van de auto van die [slachtoffer 1] is/zijn gereden en/of
- bij de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, gepakt en/of de slede naar achteren gehaald en/of op die [slachtoffer 1] gericht en/of gevraagd waar de drugs was en/of
- die [slachtoffer 3] bij zijn nek en/of zijn haren (vast)gepakt en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] gezet en/of gericht, althans in de richting van en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer 3] gehouden, althans daarbij in de hand gehouden en/of
- die [slachtoffer 2] bij haar nek en/of haar haren (vast)gepakt en/of met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in haar zij geduwd, althans tegen haar zij gehouden en/of op/tegen haar hoofd gezet/gericht, althans in de richting van haar lichaam/hoofd gehouden, althans daarbij in de hand gehouden en/of
- die [slachtoffer 1] vastgepakt en/of geschopt en/of geslagen en/of meermalen tegen die [slachtoffer 1] gezegd “je moet niet liegen” en/of “waar is het spul/drugs” en/of “ik ga je vermoorden”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
feit 1 subsidiair
hij op of omstreeks 18 maart 2012 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of Hoofddorp en/of Delft en/of Den Haag, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- ( buiten luchthaven Schiphol) die [slachtoffer 1] van achteren heeft/hebben benaderd en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in zijn zij heeft/hebben geduwd en/of
- ( een gedeelte van een greep) van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd “geef mij de drugs die in de bagage zit, zodat er geen problemen zijn voor jou en je familie”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd dat hij/zij de drugs wilde(n) hebben die [slachtoffer 2] heeft/zou hebben meegenomen vanuit Curaçao en/of dat hij/zij wilde(n) controleren of [slachtoffer 2] drugs bij zich had, althans woorden van gelijke aard en strekking en/of
- is/zijn meegelopen met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en hun kinderen naar de auto van die [slachtoffer 1] (Fiat Brava) auto en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd “ik doe jouw baby of kind iets aan als jij niet meewerkt”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- ( onder bedreiging van het vuurwapen, althans het op een vuurwapen gelijkende voorwerp) die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] en hun kinderen heeft/hebben gedwongen in de auto van die [slachtoffer 1] te gaan zitten, althans tegen/aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd/opgedragen om met hun kinderen in de auto te gaan zitten/stappen en/of heeft/hebben daarbij een vuurwapen, althans een op een
vuurwapen gelijkende voorwerp getoond en/of
- bij hen, althans in de auto van die [slachtoffer 1] is/zijn gaan zitten en/of
- tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd dat ze bij een benzinestation de bagage zouden controleren en/of
- met een andere auto (Opel) achter de auto van die [slachtoffer 1] aan is/zijn gereden althans (steeds) in de buurt van die auto van die [slachtoffer 1] is/zijn gereden en/of gebleven en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat hij in de richting van Rotterdam moest rijden en/of bij het eerste, althans een benzinestation moest stoppen en/of
- ( bij een tankstation te Hoofddorp) die [slachtoffer 1] heeft/hebben opgedragen te tanken en/of die [slachtoffer 3] opgedragen te betalen/laten betalen en/of tijdens het tanken en/of betalen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 3] en/of de auto van die [slachtoffer 1] (steeds) in de gaten heeft/hebben gehouden en/of (steeds) in de buurt is/zijn gebleven van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 3] en/of de auto van die [slachtoffer 1] en/of
- ( vervolgens wederom) met een andere auto (Opel) (dwars) voor de auto van die [slachtoffer 1] is/zijn gaan staan (voor de ingang van de shop van het benzinestation)
- wederom bij die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en hun kinderen is/zijn ingestapt en/of (vervolgens) die E.A [slachtoffer 1] heeft/hebben opgedragen verder te rijden en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd dat hij/zij de ontlasting van die [slachtoffer 2] wilde(n) zien en/of heeft/hebben gezegd dat zij/hij richting Utrecht en/of Dordrecht moest(en) rijden en/of
- met een andere auto (Opel) achter, althans in de nabijheid van de auto van die [slachtoffer 1] aan is/zijn gereden en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of hun kinderen heeft/hebben begeleid bij een bezoek aan
Mc Donald’s te Delft en/of tijdens dat bezoek met een andere auto in de buurt van die auto van die [slachtoffer 1] is/zijn gebleven en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] heeft/hebben opgedragen naar zijn woning te rijden, althans tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd “0k, we gaan nu naar jouw huis”, althans woorden van gelijke aard en strekking en/of
- ( vervolgens) tijdens de rit naar de woning van die [slachtoffer 1] (steeds) met een andere auto achter, althans in de nabijheid van de auto van die [slachtoffer 1] is/zijn gereden en/of
- bij de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te Den Haag een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gepakt en/of de slede naar achteren heeft/hebben gehaald en/of op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of heeft/hebben gevraagd waar de drugs was en/of
- die [slachtoffer 3] bij zijn nek en/of haren heeft/hebben (vast)gepakt en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezet en/of gericht, althans in de richting van en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer 3] gehouden, althans daarbij in de hand gehouden en/of
- die [slachtoffer 2] bij haar nek en/of haar haren heeft/hebben (vast)gepakt en/of met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in haar zij heeft/hebben geduwd, althans tegen haar zij heeft/hebben gehouden en/of op/tegen haar hoofd gezet/gericht, althans in de richting van haar lichaam/hoofd gehouden, althans daarbij in de hand gehouden en/of
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt en/of geschopt en/of geslagen en/of meermalen tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd “je moet niet liegen” en/of “waar is het spul/drugs” en/of “ik ga je vermoorden”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2 primair
hij op of omstreeks 18 maart 2012 te Den Haag, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto (Fiat Brava, kleur: blauw, kenteken: [kenteken]) en/of een autosleutel (horende bij deze Fiat Brava) en/of (onder meer) twee zwarte koffers (met reizigersbagage) en/of een roze tas (met babyspullen en/of een portemonnee) en/of een geldbedrag ( van ongeveer 3000 euro) en/of een mobiele telefoon (merk Blackberry) en/of een mobiele telefoon ( merk Nokia) en/of een TomTom, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of
gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- ( bij de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben gepakt en/of de slede naar achteren heeft/hebben gehaald en/of op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of
- die [slachtoffer 3] bij zijn nek en/of haren heeft/hebben (vast)gepakt en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezet en/of gericht, althans in de richting van en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer 3] gehouden, althans daarbij in de hand gehouden en/of
- die [slachtoffer 2] bij haar nek en/of haar haren heeft/hebben (vast)gepakt en/of met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in haar zij heeft/hebben geduwd, althans tegen haat zij heeft/hebben gehouden en/of op/tegen haar hoofd gezet/gericht, althans in de richting van haar lichaam/hoofd gehouden, althans daarbij in de hand gehouden en/of
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt en/of meermalen, althans éénmaal, geschopt en/of geslagen en/of
- de autosleutel(s) van de auto van die [slachtoffer 1] heeft/hebben afgepakt van die [slachtoffer 1] en/of
- met de auto van die [slachtoffer 1] tegen die [slachtoffer 1] is/zijn aangereden, waardoor die [slachtoffer 1] op de grond viel;
feit 2 subsidiair
hij op of omstreeks 18 maart 2012 te Den Haag, althans in Nederland, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, Erasmusweg, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], welk geweld bestond uit
- het pakken van een vuurwapen en/of het naar achteren halen van de slede en/of het op die [slachtoffer 1] richten van dat vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of
- het bij de nek en/of haren (vast)pakken van die [slachtoffer 3] en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] zetten/richten, althans in de richting van en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer 3] houden, althans het daarbij in de hand houden en/of
- het bij de nek en/of haren (vast)pakken van die [slachtoffer 2] en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in haat zij duwen, althans tegen haar zij houden en/of het op/tegen haar hoofd zetten/richten, althans in de richting van haar lichaam/hoofd houden, althans het daarbij in de hand houden en/of
- het vastpakken en/of meermalen, althans éénmaal schoppen en/of slaan van die [slachtoffer 1];
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de als feiten 1 primair en 2 primair ten laste gelegde gedragingen.
3.2. Vrijspraak feit 1
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen verdachte onder feit 1 primair en subsidiair ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Daartoe heeft de rechtbank met name het volgende overwogen. Een bewezenverklaring dat verdachte zich, samen met zijn medeverdachte(n), schuldig zou hebben gemaakt aan gijzeling of opzettelijke wederrechtelijke vrijheidsberoving dan wel poging tot afpersing zal – zoals ook de officier van justitie heeft betoogd – voornamelijk moeten worden gebaseerd op de verklaringen van de aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. [slachtoffer 2] heeft naast haar verklaringen ten overstaan van de Koninklijke Marechaussee, waarop de officier van justitie zich kennelijk met name baseert, bij de rechter-commissaris en ter terechtzitting van 8 mei 2014, uitgebreid en gedetailleerd verklaard, waarbij zij anders dan in haar tweede verklaring bij de Koninklijke Marechaussee dat zij bij medeverdachte [medeverdachte 1] al op Schiphol een wapen had gezien, heeft verklaard dat zij pas in Den Haag bij hem een wapen zag en pas toen begreep dat verdachte en zijn medeverdachten kwaadschiks door geweld en onder vertoon van een vuurwapen zich de bagage van aangeefster wilden toe-eigenen. Die uitgebreide, gedetailleerde en met elkaar overeenstemmende verklaringen van [slachtoffer 2] komen de rechtbank authentiek en geloofwaardig voor. Die verklaringen bieden evenwel onvoldoende aanknopingspunten om daaraan zonder meer de conclusie te verbinden dat er sprake was van (het medeplegen van) opzettelijke wederrechtelijke vrijheidsberoving, gijzeling dan wel poging tot afpersing, zoals onder feit 1 ten laste gelegd. Met betrekking tot de verklaringen van aangever [slachtoffer 1] ten overstaan van de Koninklijke Marechaussee en de rechter-commissaris overweegt de rechtbank dat die verklaringen op belangrijke punten niet met elkaar overeenstemmen en om die reden – bij gebreke aan ondersteuning uit andere bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1 – niet bruikbaar zijn voor het bewijs van dat feit. Evenmin kan aan de beeldopnamen die zich in het dossier bevinden van de gedragingen van verdachte, zijn medeverdachte en van aangevers en de zoon van [slachtoffer 1] bewijs worden ontleend voor het onder feit 1 ten laste gelegde.
De rechtbank komt derhalve tot de conclusie dat onvoldoende wettig bewijs voorhanden is om tot een bewezenverklaring te komen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het als feit 1 ten laste gelegde. Verdachte moet daarvan daarom worden vrijgesproken.
3.3. Redengevende feiten en omstandigheden feit 2
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de als feit 2 ten laste gelegde gedraging op grond van het volgende.
Op 18 maart 2012 haalt [slachtoffer 1], samen met zijn zoon [slachtoffer 3], zijn vriendin [slachtoffer 2] en hun beider dochtertje [slachtoffer 4] op van de luchthaven Schiphol. De familie [slachtoffer 1]/[slachtoffer 2] loopt met de bagage naar de auto van [slachtoffer 1]. Vanaf het zebrapad buiten de aankomsthallen van de luchthaven wordt de familie [slachtoffer 1]/[slachtoffer 2] vergezeld door twee mannen.Een van de mannen rijdt mee met de familie [slachtoffer 1]/[slachtoffer 2] in de blauwkleurige Fiat Brava van [slachtoffer 1]. De andere man rijdt met een donkerkleurige Opel Astra achter de Fiat aan. Onderweg wordt gestopt bij een benzinestation aan de rijksweg A4 en bij een vestiging van McDonald’s in Delft. Hierna rijden beide auto’s naar Den Haag.De persoon die in de auto van de familie [slachtoffer 1]/[slachtoffer 2] is meegereden wordt herkend als zijnde medeverdachte [medeverdachte 1].Verdachte wordt herkend als één van de personen in de donkerkleurige Opel Astra.
Als de auto’s zijn aangekomen bij de woning van [slachtoffer 1] aan de Erasmusweg in Den Haag stapt [slachtoffer 2] uit en ziet dat medeverdachte [medeverdachte 1] een vuurwapen pakt. [medeverdachte 1] richt het vuurwapen op [slachtoffer 1]. [slachtoffer 2] zegt dat zij de politie gaat bellen. Vervolgens grijpt medeverdachte [medeverdachte 1] [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] bij de nek en haren vast. Eén van de twee verdachten of de derde mededader roept daarbij ‘pak de sleutels af’. [slachtoffer 1] wordt door verdachte en de derde dader vastgepakt en meermalen geschopt en geslagen. De autosleutel wordt afgepakt. Verdachte gaat hierna achter het stuur van de auto van [slachtoffer 1] zitten, start deze met de autosleutel van [slachtoffer 1] en rijdt met de auto weg.In de Fiat Brava lagen onder meer de twee zwarte koffers met reizigersbagage, een mobiele telefoon (merk Blackberry), een mobiele telefoon (merk Nokia) en een TomTom.
Bij [slachtoffer 1] worden bij het opnemen van zijn aangifte op 19 maart 2012 een verdikking rondom het linkeroog en een aantal rode plekken op het hoofd waargenomen. Deze letsels zijn compatibel met slagen en verwondingen.
De getuige [getuige 1] verklaart dat zij op 18 maart 2012 op de Erasmusweg in Den Haag heeft gezien dat twee mannen een andere man schopten en sloegen. Er stond een kleine auto. Naast de auto heeft [getuige 1] ook een vrouw en een kindje van – naar haar schatting – ongeveer vier jaar oud gezien.
De op 18 maart 2012 weggenomen Blackberry mobiele telefoon van [slachtoffer 1] is op 20 maart 2012 door [getuige 2] gekocht van [getuige 3].[getuige 3] moest de mobiele telefoon verkopen van iemand die hij kent als Fat Joe.De identiteit van deze Fat Joe blijkt te zijn [getuige 4].[getuige 4] kent verdachte.
3.4. Bewijsoverweging
Anders dan de raadsman van verdachte, die zich op het standpunt heeft gesteld dat die verklaringen onvoldoende betrouwbaar zijn, acht de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] wel bruikbaar voor het bewijs.
Aangeefster [slachtoffer 2] heeft bij de rechter-commissaris en ter terechtzitting van 8 mei 2014 uitgebreide en gedetailleerde verklaringen afgelegd die met elkaar overeenstemmen en bij haar verhoor ter terechtzitting op de rechtbank een geloofwaardige en overtuigende indruk gemaakt. Die verklaringen zijn daarmee bruikbaar voor het bewijs. De betwisting door verdachte van de juistheid van die voor het bewijs gebezigde verklaringen van aangeefster [slachtoffer 2] acht de rechtbank volstrekt ongeloofwaardig, nu hij in het geheel niet heeft onderbouwd dat en op welke punten de verklaring van [slachtoffer 2] niet juist is. Verdachte heeft zich immers voornamelijk op zijn zwijgrecht beroepen, zij het dat hij ter terechtzitting van 7 maart 2014 wel heeft verklaard dat hij ten tijde van de aankomst van [slachtoffer 2] wel in de aankomsthal op Schiphol aanwezig was, maar met andere bedoelingen, namelijk om iemand op te halen die niet is gekomen en dat hij er in Den Haag niet bij was.
De verklaringen van aangever [slachtoffer 1] gebruikt de rechtbank met grote behoedzaamheid voor het bewijs en slechts voor zover die verklaringen ondersteuning vinden in andere bewijsmiddelen.
3.5. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 2 primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat
feit 2 primair
hij op 18 maart 2012 te Den Haag, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto, Fiat Brava, kleur blauw, en een autosleutel horende bij deze Fiat Brava en twee zwarte koffers (met reizigersbagage) en een mobiele telefoon, merk Blackberry, en een mobiele telefoon, merk Nokia, en een TomTom, toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en/of zijn mededaders
- bij de woning van die [slachtoffer 1] een vuurwapen heeft/hebben gepakt en/of op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en
- die [slachtoffer 3] bij zijn nek en haren heeft/hebben gepakt en
- die [slachtoffer 2] bij haar nek en haar haren heeft/hebben vastgepakt en
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt en meermalen geschopt en geslagen en
- de autosleutel van die [slachtoffer 1] heeft/hebben afgepakt;
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder feit 2 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 2, primair
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. Motivering van de straf
6.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes (6) jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
6.2. Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan een zeer brutale diefstal met geweld en bedreiging met geweld. Verdachte die kennelijk aangeefster [slachtoffer 2] die per vliegtuig vanuit Curaçao op Schiphol was aangekomen, met zijn mededader(s) heeft opgewacht, omdat hij vermoedde dat zij verdovende middelen bij zich had, is samen met zijn mededaders met haar en aangever [slachtoffer 1] en twee kinderen meegereisd vanaf Schiphol naar Den Haag. Aldaar aangekomen bij het woonadres van [slachtoffer 1] heeft mededader [medeverdachte 1] een vuurwapen gepakt en dit op [slachtoffer 1] gericht en de 11-jarige zoon van [slachtoffer 1] alsook [slachtoffer 2] bij de nek en de haren beetgepakt. [slachtoffer 1] is daar door verdachte en een mededader mishandeld, waarna verdachte met de auto van [slachtoffer 1] met daarin de reizigersbagage van [slachtoffer 2] is weggereden om daaruit vervolgens – naar moet worden aangenomen – de daarin kennelijk aanwezig geachte verdovende middelen weg te nemen. De rechtbank rekent het verdachte zeer aan dat hij met zijn mededaders nietsontziend te werk is gegaan teneinde de reizigersbagage van [slachtoffer 2], met daarin vermoedelijk verdovende middelen, te bemachtigen en dat daarbij ook een 11-jarige jongen als slachtoffer is betrokken.
Ten nadele van verdachte weegt de rechtbank mee dat verdachte blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 4 maart 2014, reeds veelvuldig ter zake van zowel vermogens- als geweldsdelicten is veroordeeld tot (langdurige vrijheidsbenemende) straffen. Kennelijk heeft dit verdachte er niet van weerhouden om zich opnieuw schuldig te maken aan dergelijke feiten.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is.
De rechtbank heeft ten aanzien van de medeverdachte overwogen het thans vanwege diens gezondheidstoestand en de op dit moment in gang gezette revalidatie niet opportuun te achten de schorsing van de voorlopige hechtenis bij de uitspraak van het vonnis op te heffen. De rechtbank acht het onwenselijk een onderscheid te maken tussen verdachte en zijn mededader, redenen waarom de rechtbank ook ten aanzien van verdachte niet overgaat tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
7. Vorderingen van benadeelde partijen
7.1. Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1] en schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 2.500,- ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die hij als gevolg van de ten laste gelegde feiten zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de immateriële schade tot een bedrag van € 1.000,- rechtstreeks voortvloeit uit het onder 3.5. bewezen verklaarde feit. Vergoeding van deze gestelde immateriële schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien de mededader dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 3.5. bewezen verklaarde handelen aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
7.2. Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2] en schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 2.000,- ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van de ten laste gelegde feiten zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat de immateriële schade tot een bedrag van € 1.000,- rechtstreeks voortvloeit uit het onder 3.5. bewezen verklaarde feit. Vergoeding van deze gestelde immateriële schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien de mededader dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 3.5. bewezen verklaarde handelen aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36f, 312 van het Wetboek van Strafrecht.
verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1 primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart bewezen dat verdachte de als feit 2 primair ten laste gelegde gedraging heeft begaan zoals hiervoor onder 3.5. weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 2 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van VIERENTWINTIG (24) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
vordering benadeelde partij [slachtoffer 1]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 1] geleden schade tot een bedrag van € 1.000,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan [slachtoffer 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte [medeverdachte 1] is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 1] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.000,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door TWINTIG (20) DAGEN hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachte [medeverdachte 1] aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
vordering benadeelde partij [slachtoffer 2]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 2] geleden schade tot een bedrag van € 1.000,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan [slachtoffer 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte [medeverdachte 1] is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.000,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door TWINTIG (20) DAGEN hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachte [medeverdachte 1] aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J.M. Verpalen, voorzitter,
mr. E.C. Smits en mr. R.E.A. Toeter, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.J. de Vries, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 mei 2014.
mr. E.C. Smits en mr. R.E.A. Toeter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.