ECLI:NL:RBNHO:2014:4741

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 april 2014
Publicatiedatum
22 mei 2014
Zaaknummer
AWB 13/2272
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Douane-indeling van voertuigen en de rechtsgeldigheid van de uitnodiging tot betaling van douanerechten

In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiseres, een bedrijf dat zich bezighoudt met de import en handel in all-terrain vehicles, en de inspecteur van de Belastingdienst/Douane over de indeling van voertuigen voor douanedoeleinden. Eiseres ontving op 1 oktober 2012 een uitnodiging tot betaling van € 19.196 aan douanerechten, welke door de inspecteur werd gehandhaafd na een uitspraak op bezwaar. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij de rechtbank op 30 april 2014 uitspraak deed.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de voertuigen van eiseres, die onder verschillende GN-codes zijn ingedeeld, niet voldoen aan de criteria voor indeling onder de door eiseres voorgestelde codes. Eiseres stelde primair dat de voertuigen onder GN-code 8709 11 90 of 8709 19 90 moesten worden ingedeeld, maar de rechtbank oordeelde dat de voertuigen niet geschikt zijn voor gebruik op de openbare weg en dat ze niet voldoen aan de kenmerken van de voorgestelde indelingen. De rechtbank concludeerde dat de voertuigen onder de GN-codes 8704 21 91 en 8704 31 91 moeten worden ingedeeld, afhankelijk van de motor en cilinderinhoud.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij zij de argumenten van de inspecteur heeft gevolgd. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken en heeft de uitspraak openbaar gemaakt. Eiseres kan binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 13/2272
Uitspraakdatum: 30 april 2014
Uitspraak van de meervoudige kamer in het geding tussen
[X]., gevestigd te [Z], eiseres,
gemachtigde: mr. R.J. Stoop,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor[P], verweerder.

1.Ontstaan en loop van het geding

1.1.
Verweerder heeft op 1 oktober 2012 aan eiseres een uitnodiging tot betaling (hierna: utb) van € 19.196 aan douanerechten uitgereikt.
1.2.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 26 maart 2013 de utb gehandhaafd.
1.3.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
1.4.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 maart 2014.
Namens eiseres is verschenen [A], bijgestaan door gemachtigde. Namens verweerder zijn verschenen mr. R.F. van ’t Loo en E. Cottaar.

2.Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.
Eiseres houdt zich onder meer bezig met de import en handel in all-terrain vehicles, motoren en accessoires.
2.2.
Ten behoeve van eiseres zijn voor een aantal typen voertuigen in de periode van 29 april 2010 tot en met 23 augustus 2011 via directe vertegenwoordiging 18 aangiften voor de douaneregeling in het vrije verkeer brengen gedaan. De voertuigen zijn in de aangiften aangegeven onder GN-code 8709 11 90 met bijbehorend tarief aan douanerechten van 4%.
2.3.
Verweerder heeft bij eiseres een controle na de invoer ingesteld als bedoeld in artikel 78 van het Communautair douanewetboek (hierna: CDW). Naar aanleiding hiervan heeft verweerder geconcludeerd dat een aantal voertuigen moet worden ingedeeld onder de GN-code 8704 90 00 en één type voertuig onder GN-code 8703 21 10. Op grond hiervan heeft verweerder het onder 1.1 genoemde bedrag achteraf geboekt en de utb uitgereikt.
2.4.
De voertuigen zijn allen nieuw en hebben volgens de processtukken de volgende kenmerken en eigenschappen:
Type [B]
  • 48V wisselstroom elektrisch motorblok
  • 2 zitplaatsen
  • kooiconstructie
  • 2 veiligheidsgordels
  • banden met grof profiel
  • laadbak achterop met laadvermogen van 453,6 kg
  • kantelmechanisme
  • onafhankelijke achterwielophanging
  • banden met grof profiel
  • gewicht 771 kg
  • sleepoog
  • duwstang
  • besturing volgens het Ackermannprincipe
  • trekkracht 567 kg
  • geschikt voor gebruik in ruw terrein
  • maximumsnelheid 40 km/uur
  • hydraulische schijfremmen
  • een stalen buizenframe
  • wielbasis 182,9cm
  • afmetingen 274 x 144 x 185 cm.
In de brochure is op pagina[#]is ten aanzien van dit type onder meer het volgende vermeld:
“Fluisterstil rijden, ideaal voor indooractiviteiten of natuurtrips.”
Type[C]
  • 455 cc motorblok met 29 pk met carburateur
  • 2 zitplaatsen
  • 2 veiligheidsgordels
  • kooiconstructie
  • laadbak achterop met laadvermogen van 453,6 kg
  • kantelmechanisme
  • onafhankelijke achterwielophanging
  • banden met grof profiel
  • gewicht 476 kg
  • sleepoog
  • duwstang
  • besturing volgens het Ackermannprincipe
  • trekkracht 1.100 kg
  • geschikt voor gebruik in ruw terrein
  • maximumsnelheid 64 km/uur
  • hydraulische schijfremmen
  • een stalen buizenframe
  • wielbasis 182,9cm
  • afmetingen 274 x 144 x 185 cm.
In de brochure is op pagina[#]is ten aanzien van dit type onder meer het volgende vermeld;
“De ideale rijeigenschappen en een topsnelheid van dik 64 kilometer per uur maken hem het ideale voertuig voor een enorm scala aan inzetgebieden.”
Type [D]
  • 904 cc motorblok driecilinder dieselmotor
  • 2 zitplaatsen
  • 2 veiligheidsgordels
  • kooiconstructie
  • laadbak achterop met laadvermogen van 680,4 kg
  • kantelmechanisme
  • onafhankelijke achterwielophanging
  • banden met grof profiel
  • gewicht 652 kg
  • trekkracht 1.350 kg
  • sleepoog
  • duwstang
  • besturing volgens het Ackermannprincipe
  • geschikt voor gebruik in ruw terrein
  • maximumsnelheid maximaal 64 km/uur
  • hydraulische schijfremmen
  • een stalen buizenframe
  • wielbasis 193 cm
  • afmetingen ongeveer 290 x 152 x 193 cm.
In de brochure is op pagina [#] is ten aanzien van dit type onder meer het volgende vermeld:
“Alle zaken die de[D] ook aan boord heeft, maar dan voortbewogen door een goed geïsoleerd en zuinig [H] dieselmotorblok. (..) meer dan genoeg om elke klus te klaren.”
Type[E]
  • 760 cc motorblok met Electronic Fuel lnjection (EFI)
  • 2 resp. 6 zitplaatsen
  • 2 resp. 6 veiligheidsgordels
  • kooiconstructie
  • laadbak achterop met laadvermogen van 793,8 kg
  • kantelmechanisme
  • onafhankelijke achterwielophanging
  • banden met grof profiel
  • gewicht 575 kg
  • trekkracht 1.250 kg
  • sleepoog
  • duwstang
  • besturing volgens het Ackermannprincipe
  • geschikt voor gebruik in ruw terrein
  • maximumsnelheid maximaal 64 km/uur
  • hydraulische schijfremmen
  • een stalen buizenframe
  • wielbasis 274,3 cm (crew)
  • afmetingen ongeveer 368 (crew) x 152 x 193 cm.
Voor zover sprake is van een 6-persoonsuitvoering is de indeling ervan niet in geschil en valt dit buiten deze procedure.
Type [F]
  • 48V wisselstroom elektrisch motorblok
  • 2 zitplaatsen
  • kooiconstructie
  • 2 veiligheidsgordels
  • banden met grof profiel
  • laadbak achterop met laadvermogen van 453,6 kg
  • kantelmechanisme
  • onafhankelijke achterwielophanging
  • banden met grof profiel
  • gewicht 771 kg
  • sleepoog
  • duwstang
  • besturing volgens het Ackermannprincipe
  • trekkracht 567 kg
  • geschikt voor gebruik in ruw terrein
  • maximumsnelheid 40 km/uur
  • hydraulische schijfremmen
  • een stalen buizenframe
  • wielbasis 182,9cm
  • afmetingen 274 x 144 x 185 cm
  • vierwielaandrijving.
2.5.
In de uitspraak op bezwaar stelt verweerder zich op het standpunt dat de voertuigen van het type [B] en [F] moeten worden ingedeeld onder GN-code 8704 90 00, de voertuigen van het type[C] en[E] moeten worden ingedeeld onder GN-code 8704 31 91 en het voertuig type [D] onder GN-code 8704 21 91.

3.Geschil

3.1.
In geschil is de hoogte van de utb voor zover deze betrekking heeft op de indeling in de GN van de onder 2.4 genoemde voertuigen (hierna: de voertuigen).
3.2.
Eiseres staat primair indeling onder GN-code 8709 11 90 (elektrisch) of 8709 19 90 (overig) voor. Subsidiair stelt eiseres dat de voertuigen moeten worden ingedeeld onder GN-code 8704 10 en meer subsidiair onder GN-codes 8701 90 11 tot 90 90.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van utb.
3.3.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat afhankelijk van de aandrijving en cilinderinhoud de voertuigen moeten worden ingedeeld onder GN-code 8704 90 00, 8704 21 91 of 8704 31 91. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4.Het toepasselijke recht

GN-posten (tekst 2010)
Post 8701
8701 Tractors (trekkers), andere dan die bedoeld bij post 8709:
8701 10 00 – motoculteurs
8701 20 – trekkers (wegtractors) voor opleggers:
8701 20 10 – – nieuwe
8701 20 90 – – gebruikte
8701 30 00 – tractors met rupsbanden
8701 90 – andere:
– – landbouwtractors en tractors voor de bosbouw (met uitzondering van motoculteurs), op wielen:
– – – nieuwe, met een motorvermogen:
8701 90 11 – – – – van niet meer dan 18 kW
8701 90 20 – – – – van meer dan 18 doch niet meer dan 37 kW
8701 90 25 – – – – van meer dan 37 doch niet meer dan 59 kW
8701 90 31 – – – – van meer dan 59 doch niet meer dan 75 kW
8701 90 35 – – – – van meer dan 75 doch niet meer dan 90 kW
8701 90 39 – – – – van meer dan 90 kW
8701 90 50 – – – gebruikte
8701 90 90 – – andere
Post 8704
8704 Automobielen voor goederenvervoer:
8704 10 – dumpers voor gebruik in het terrein:
8704 10 10 – – met een motor met zelfontsteking (diesel- of semidieselmotor) of met vonkontsteking
8704 10 90 – – andere
– andere, met een motor met zelfontsteking (diesel- of semidieselmotor):
8704 21 – – met een maximaal toegelaten gewicht van niet meer dan 5 ton:
8704 21 10 – – – speciaal vervaardigd voor het vervoer van sterk radioactieve stoffen (Euratom)
– – – andere:
– – – – met een cilinderinhoud van meer dan 2 500 cm 3 :
8704 21 31 – – – – – nieuwe
8704 21 39 – – – – – gebruikte
– – – – met een cilinderinhoud van niet meer dan 2 500 cm 3 :
8704 21 91 – – – – – nieuwe
8704 21 99 – – – – – gebruikte
8704 22 – – met een maximaal toegelaten gewicht van meer dan 5 doch niet meer dan 20 ton:
8704 22 10 – – – speciaal vervaardigd voor het vervoer van sterk radioactieve stoffen (Euratom)
– – – andere:
8704 22 91 – – – – nieuwe
8704 22 99 – – – – gebruikte
8704 23 – – met een maximaal toegelaten gewicht van meer dan 20 ton:
8704 23 10 – – – speciaal vervaardigd voor het vervoer van sterk radioactieve stoffen (Euratom)
– – – andere:
8704 23 91 – – – – nieuwe
8704 23 99 – – – – gebruikte
– andere, met een motor met vonkontsteking:
8704 31 – – met een maximaal toegelaten gewicht van niet meer dan 5 ton:
8704 31 10 – – – speciaal vervaardigd voor het vervoer van sterk radioactieve stoffen (Euratom)
– – – andere:
– – – – met een cilinderinhoud van meer dan 2 800 cm 3 :
8704 31 31 – – – – – nieuwe
8704 31 39 – – – – – gebruikte
– – – – met een cilinderinhoud van niet meer dan 2 800 cm 3 :
8704 31 91 – – – – – nieuwe
8704 31 99 – – – – – gebruikte
8704 32 – – met een maximaal toegelaten gewicht van meer dan 5 ton:
8704 32 10 – – – speciaal vervaardigd voor het vervoer van sterk radioactieve stoffen (Euratom)
– – – andere:
8704 32 91 – – – – nieuwe
8704 32 99 – – – – gebruikte
8704 90 00 – andere
Post 8709
8709 Transportwagens met eigen beweegkracht, niet voorzien van een hefsysteem, van de soort gebruikt in fabrieken, in opslagplaatsen, op haventerreinen of op vliegvelden, voor het vervoer van goederen over korte afstanden; trekkers van de soort gebruikt voor het trekken van perronwagentjes; delen daarvan:
– transportwagens en trekkers:
8709 11 – – elektrische:
8709 11 10
– – speciaal vervaardigd voor het vervoer van sterk radioactieve stoffen (Euratom)
8709 11 90 – – – andere
8709 19 – – andere:
8709 19 10 – – – speciaal vervaardigd voor het vervoer van sterk radioactieve stoffen (Euratom)
8709 19 90 – – – andere
8709 90 00 – delen
IDR aantekening 2 op hoofdstuk 87 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden als „tractors (trekkers)” aangemerkt, motorvoertuigen speciaal gemaakt om andere werktuigen, voertuigen of lasten te trekken of voort te duwen, ook indien zij voorzien zijn van een bergplaats of laadplaats van bijkomstige betekenis voor het vervoer van gereedschap, zaad, meststoffen, enz., mits dit vervoer verband houdt met het voornaamste gebruik van de tractor. (…)”
Toelichting IDR op hoofdstuk 87 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Dit hoofdstuk omvat alle voertuigen voor vervoer over land, met uitzondering van rollend materieel voor spoor- en tramwegen en van bepaalde mobiele machines bedoeld bij afdeling XVI (zie voor laatstbedoelde uitzonderingen de toelichting IDR op de posten 87.01, 87.05 en 87.16).
Hieronder worden ingedeeld:
(…)
2. automobielen voor personenvervoer (post 87.02 of 87.03), of voor goederenvervoer (post 87.04), en automobielen voor bijzondere doeleinden (post 87.05);
3. transportwagens met eigen beweegkracht, niet voorzien van een hefsysteem, van de soort die in fabrieken, opslagplaatsen, op haventerreinen of vliegvelden gebruikt worden voor het vervoer van goederen over korte afstanden en trekkers van de soort gebruikt voor het trekken van perronwagentjes (post 87.09);
(…)”
Toelichting IDR op post 8701 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Voor de toepassing van deze post worden als tractors (trekkers) aangemerkt de voertuigen op wielen of rupsbanden, die speciaal zijn gemaakt om hoofdzakelijk te dienen voor het trekken of voortduwen van andere werktuigen, voertuigen of lasten. Zij mogen evenwel voorzien zijn van een laadbord of andere dergelijke inrichting van bijkomstige betekenis, voor het vervoer van gereedschap, zaad, meststoffen, enz., mits dit vervoer verband houdt met het voornaamste gebruik van de tractor. Bovendien mogen zij bijkomstig voorzien zijn van een inrichting voor het aankoppelen van arbeidswerktuigen.
(…)
Met uitzondering van trekkers voor perronwagentjes en dergelijke motorvoertuigen, bedoeld bij post 87.09, omvat post 87.01 tractors van alle soorten en voor elk gebruik (bijvoorbeeld landbouwtractors, bosbouwtractors, wegtractors, tractors voor openbare werken, tractors met windas of lier, enz.), ongeacht de aard van de krachtmachine waardoor ze worden voortbewogen (bijvoorbeeld explosiemotor, verbrandingsmotor, elektrische motor).
(…)
De onder post 87.01 in te delen voertuigen zijn in het algemeen uitgerust met een carrosserie of zij kunnen zijn voorzien van een bestuurderscabine of van zitplaatsen voor het bedienende personeel. Zij mogen voorts voorzien zijn van een bak voor het opbergen van gereedschap, een inrichting voor het op- en neerlaten van werktuigen, een koppeling voor het bevestigen van een aanhangwagen of een oplegger, dan wel van een aftakas om de motorkracht van de tractor op andere machines (dorsmachines, cirkelzagen, enz.) over te brengen.
Tractors hebben een chassis dat op wielen (wieltrekkers) of rupsbanden (rupstrekkers) is gemonteerd. Soms heeft men wielen vooraan en rupsbanden achteraan.
(…)”
Toelichting EG op post(onderverdeling) 8701 90 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Deze onderverdeling omvat zogenaamde ‘terreinvoertuigen’, die ontworpen zijn om te worden gebruikt als tractor (trekker), met de volgende eigenschappen:
- een stuur met twee handgrepen waarop de bedieningselementen zijn gemonteerd; de besturing gebeurt door draaien van de twee voorwielen en is gebaseerd op het besturingssysteem van auto's (het Ackerman-principe);
- remmen op alle wielen;
- een automatische koppeling en een achteruitversnelling;
- een motor die speciaal is ontworpen voor gebruik op moeilijk terrein en die bij een lage versnelling voldoende trekkracht kan leveren voor het trekken van aangekoppelde uitrusting;
- de wielen worden aangedreven met aandrijfassen en niet met een ketting;
- de banden hebben een diep profiel voor gebruik op ruw terrein;
- een of andere koppelinrichting, bijvoorbeeld een trekhaak, ontworpen om het voertuig ten minste twee keer het eigen leeg gewicht te laten trekken of duwen;
- een trekvermogen van een niet geremde aanhangwagen van tweemaal het eigen leeg gewicht of meer. Dit kan worden aangetoond aan de hand van technische documentatie, een gebruikershandleiding, een certificaat van de fabrikant of van een nationale autoriteit waarin in kilogrammen nauwkeurig het trekvermogen van het terreinvoertuig en het leeggewicht (het gewicht van het voertuig zonder vloeistoffen, passagiers of vracht) wordt opgegeven.
Indien de voertuigen aan alle voornoemde eigenschappen voldoen en in overeenstemming zijn met de toelichting EG op de onderverdelingen 8701 9011 tot en met 8701 9050, moeten zij worden ingedeeld als landbouwtractors of tractors voor de bosbouw. Zo niet worden zij ingedeeld onder onderverdeling 8701 9090. Voldoen zij niet aan alle bovengenoemde eigenschappen, dan worden de zogenaamde ‘terreinvoertuigen’ ingedeeld onder post 87.03.
(…)
Tot deze onderverdeling behoren tractors met drie of meer wielen, die zodanig gebouwd en uitgerust zijn dat zij kennelijk bestemd zijn om te worden gebruikt in landbouw-, tuinbouw- of bosbouwbedrijven.
Deze voertuigen hebben in het algemeen een maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/u.
De motor kan maximale trekkracht leveren, bijvoorbeeld bij gebruik van een sperdifferentieel.
De banden hebben een diep profiel voor gebruik voor landbouw-, tuinbouw- of bosbouwdoeleinden.
Landbouwtractors zijn gewoonlijk voorzien van een hydraulische uitrusting voor het heffen en neerlaten van landbouwwerktuigen (eggen, ploegen, enz.), van een aftakas voor het aandrijven van andere machines of werktuigen en van een koppelingsinrichting voor aanhangwagens. Zij kunnen ook voorzien zijn van een hydraulische uitrusting voor het doen functioneren van hef- of transportwerktuigen (hooiladers, stalmestladers, enz.), voor zover deze werkzaamheden als bijkomstig zijn aan te merken.
Hiertoe behoren ook landbouwtractors van een bijzondere constructie, zoals tractors met een verhoogd chassis, die gebruikt worden in wijngaarden en boomkwekerijen, alsmede tractors voor hellend terrein en werktuigtractors.
Verwisselbare landbouwwerktuigen die met de landbouwtractor worden aangeboden, worden in alle gevallen naar hun aard ingedeeld (posten 84.32, 84.33, enz.), ook indien zij op of aan de tractor bevestigd zijn.
Tractors voor de bosbouw kenmerken zich met name door de aanwezigheid van een vaste lier, waarmee gevelde bomen kunnen worden weggesleept.
Overeenkomstig Aantekening 2 IDR op hoofdstuk 87 mogen tractors van deze onderverdeling ook zijn voorzien van een bergplaats of laadplaats voor het vervoer van landbouw- of bosbouwmachines, gereedschap, meststoffen, zaad, enz., mits dit vervoer verband houdt met het voornaamste gebruik van de tractor.
(…)”
Toelichting IDR op post 8704 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Deze post omvat onder meer:
gewone vrachtauto’s (bijvoorbeeld met open laadvloer, met zijschotten en huif, met gesloten laadruimte); bestelwagens van alle soorten; verhuiswagens; kiepers; tankwagens (ook indien uitgerust met pompen); koelwagens en isothermische wagens; vrachtauto’s met twee of meer boven elkaar geplaatste laadvlakken voor het vervoer van bijvoorbeeld zuren in mandflessen of butaangas in flessen; vrachtauto’s met laagliggend laadvlak en oprit voor het transport van zwaar materieel (gevechtswagens, hef- en graafmachines, elektrische transformatoren, enz.); vrachtauto’s speciaal ingericht voor het transport van vers aangemaakte beton, andere dan vrachtauto-betonmolens als bedoeld bij post 87.05; vuilniswagens, ook indien met inrichtingen voor het inladen, om de lading op te stuwen, te bevochtigen, enz.
Deze groep omvat bovendien:
1. dumpers, zijnde sterkgebouwde vrachtauto’s van een speciaal type, meestal met kiepbak – soms met zelfopenende bodem – voor grondverzet of het transport van materialen.
Deze voertuigen, die een stijf of een geleed chassis hebben, zijn in het algemeen voorzien van wielen geschikt voor alle terreinen en kunnen op losse grond rijden. Deze groep omvat zowel zware als lichte dumpers. De laatste zijn soms uitgerust met een draaibare zitplaats, met twee tegenover elkaar geplaatste zitplaatsen of met een dubbel stuur, waardoor de bestuurder zicht houdt op de laadbak en het lossen kan regelen;
2. shuttlecars, die in de mijnen worden gebruikt voor het vervoer van kolen of ertsen van de eigenlijke delfplaats naar de transporteurs.
Het zijn zware op luchtbanden gemonteerde voertuigen met doorgebogen chassis, die worden aangedreven door elektrische motoren, vonkontstekings- of zelfontstekingsmotoren en die met een rolbodem zijn uitgerust waarmee de lossing automatisch plaatsvindt;
3. automobielen met eigen laadinrichting (lieren of andere hefinrichtingen), hoofdzakelijk voor het transport van goederen ingericht;
4. railvrachtauto’s, die speciaal zijn ingericht om zowel op de weg als op spoorrails te rijden. Deze voertuigen, waarvan de op luchtbanden gemonteerde wielen ook op spoorrails kunnen rijden, zijn bovendien aan de voor- en achterzijde voorzien van een soort geleide-inrichting (werkend als een draaistel of bogie), die bij wegtransport met behulp van een vijzel kan worden opgeheven.
De indeling van bepaalde motorvoertuigen in deze post wordt bepaald door bepaalde kenmerken die erop wijzen dat de voertuigen eerder zijn ontworpen voor het vervoer van goederen dan voor personenvervoer (post 87.03). Deze kenmerken zijn bijzonder nuttig bij het vaststellen van de indeling van motorvoertuigen met een maximaal toegelaten gewicht van niet meer dan 5 ton, die aan de achterzijde ofwel een afzonderlijk gesloten ruimte ofwel een open laadplatform hebben dat gewoonlijk voor goederenvervoer wordt gebruikt; deze voertuigen kunnen achterin zijn voorzien van banken zonder veiligheidsgordels, ankerpunten of inrichtingen voor passagiers die kunnen worden opgeklapt tegen de zijkant teneinde de laadvloer ten volle voor goederenvervoer te kunnen gebruiken. Tot deze categorie automobielen behoren de motorvoertuigen die in het algemeen bekend staan als multi-inzetbare voertuigen (‘multipurpose vehicles’) (bijvoorbeeld voertuigen van het type bestelauto en bepaalde voertuigen voor vrijetijdsactiviteiten). De volgende kenmerken zijn typerend voor de ontwerpkarakteristieken die in het algemeen van toepassing zijn op voertuigen die behoren tot deze post:
aanwezigheid van zittingen in de vorm van banken zonder veiligheidsvoorzieningen (bijvoorbeeld veiligheidsriemen of ankerpunten en fittingen voor het installeren van veiligheidsriemen) of voorzieningen voor passagiers in de ruimte achter het gedeelte van de voorplaatsen voor de bestuurder en de passagiers. Dergelijke zittingen zijn gewoonlijk vast of opklapbaar, teneinde achterin de laadvloer (type bestelauto) of een afzonderlijk platform ten volle te kunnen gebruiken voor goederenvervoer;
aanwezigheid van een afzonderlijke cabine voor de bestuurder en de passagiers en een afzonderlijk open platform met zijpanelen en een neerklapbare achterklep (pick-ups);
afwezigheid van ramen achteraan in de twee zijpanelen; aanwezigheid van een of meer schuifdeuren, uitklapdeuren of opklapdeuren, zonder ramen, in de zijpanelen of aan de achterzijde voor het inladen of uitladen van goederen (voertuigen van het type bestelauto);
aanwezigheid van een vast paneel of afsluiting tussen de ruimte voor de bestuurder en de voorpassagiers en de ruimte achterin;
afwezigheid van comfortvoorzieningen en afwerking van het interieur en voorzieningen in het vrachtgedeelte analoog aan die in de passagiersgedeelten van voertuigen (bijvoorbeeld vloerbedekking, ventilatie, binnenverlichting, asbakken).
(…)”
Aanvullende toelichting IDR op post 8704 10 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“De dumpers bedoeld bij onderverdeling 8704.10 zijn in het algemeen van andere voertuigen voor goederenvervoer (in het bijzonder van vrachtwagens met kiepbak) te onderscheiden door de volgende kenmerken:
1. de bak van de dumper bestaat uit zeer sterke platen, waarvan de voorste wand tot boven de cabine doorloopt om de bestuurder te beschermen en waarvan de vloer naar achteren geheel of gedeeltelijk schuin oploopt;
2. in sommige gevallen een eenmanscabine voor de bestuurder;
3. geen asophanging;
4. een hoog remvermogen;
5. een beperkte snelheid en actieradius;
6. speciale banden voor slecht terrein;
7. vanwege de stevige constructie is de verhouding tussen leeggewicht en nuttig laadvermogen niet meer dan 1 : 1,6;
8. eventueel kan de bak worden verwarmd door de uitlaatgassen om te voorkomen dat de te vervoeren stoffen vastkleven of bevriezen.
Opgemerkt wordt echter, dat bepaalde dumpers speciaal zijn ontworpen om te worden gebezigd in mijnen en tunnels, bijvoorbeeld die met een zelfopenende bodem. Deze vertonen enige van bovengenoemde kenmerken, maar zijn niet voorzien van een bestuurderscabine terwijl de bak niet in een soort beschermend dak uitloopt.”
Toelichting EG op onderverdeling 8704 10 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“1. Tot deze onderverdeling behoren voornamelijk voertuigen met een naar voren of naar achteren kiepende bak of met een zelfopenende bodem, die speciaal zijn geconstrueerd voor het vervoer van zand, grind, aarde, gesteente, enz., in steengroeven en mijnen of op bouwplaatsen voor gebouwen, wegen, vliegvelden of havens. Afbeeldingen van de verschillende typen dumpers zijn opgenomen aan het slot van deze toelichting EG.
2. Tot deze onderverdeling behoren eveneens kleinere voertuigen van het type dat wordt gebruikt op bouwplaatsen voor het vervoer van aarde, puin, cement, vloeibaar beton, enz. Deze hebben een vast of geleed chassis en twee of vier aangedreven wielen, terwijl de bak van de dumper boven de ene as is geplaatst en de zitplaats van de bestuurder boven de andere. De zitplaats van de bestuurder wordt gewoonlijk niet door een cabine beschermd.
(…)”
Toelichting IDR op post 8709 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Deze post omvat transportwagens van de soorten die gebruikt worden in fabrieken, opslagplaatsen, op haventerreinen of vliegvelden, voor het vervoer over korte afstanden van verschillende lasten (goederen of containers), alsmede trekkers voor kleine aanhangwagens in spoor- en tramwegstations.
Deze transportwagens zijn van zeer uiteenlopende types en afmetingen.
Zij kunnen worden aangedreven door een op een accu aan te sluiten elektromotor, een vonkontstekings- of zelfontstekingsmotor, enz.
De belangrijkste gemeenschappelijke kenmerken van de bij deze post bedoelde voertuigen, waardoor zij zich onderscheiden van de posten 87.01, 87.03 en 87.04, kunnen als volgt worden samengevat:
zij kunnen, in verband met hun constructie en met de inrichtingen waarmee zij gewoonlijk zijn uitgerust, niet worden gebruikt voor het personenvervoer en evenmin voor het goederenvervoer op de openbare weg;
hun maximumsnelheid in geladen toestand bedraagt in het algemeen niet meer dan 30 tot 35 km/u;
de draaicirkel is ongeveer gelijk aan de lengte van het voertuig.
De bij post 87.09 bedoelde transportwagens hebben gewoonlijk geen gesloten bestuurderscabine. Soms is er voor de bestuurder slechts een klein platform om staande te sturen. Boven de voor de bestuurder bestemde plaats is soms een beschermende armatuur of een kooi van metaal aangebracht.
Voertuigen van het bij deze post bedoelde type, die door een voetganger worden bestuurd, behoren ook tot deze post.
De transportwagens met eigen beweegkracht zijn voorzien van een draagplatform of een laadbak, waarop of waarin de goederen worden geladen.
Deze groep omvat ook de tankwagentjes, ook indien uitgerust met pompen, van de soort die bijvoorbeeld in stations wordt gebruikt.
De trekkers van de soort gebruikt in stations zijn hoofdzakelijk bestemd om andere wagens, onder meer perronwagentjes, te trekken of te duwen. Zij vervoeren zelf geen goederen en zijn over het algemeen lichter en minder krachtig dan de tractors bedoeld bij post 87.01.
Trekkers van deze soort worden ook gebruikt in havens, opslagplaatsen, enz.”

5.Beoordeling van het geschil

5.1.
Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken. Het is vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de post zijn omschreven. De door de Commissie vastgestelde toelichtingen op de GN en de in het kader van de Werelddouaneorganisatie (WDO) uitgewerkte toelichtingen op het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (de GN- en GS-toelichtingen) zijn, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten.
5.2.1.
Eiseres stelt zich primair op het standpunt dat de voertuigen moeten worden ingedeeld onder GN-code 8709 11 90 respectievelijk GN-code 8709 19 90. Eiseres stelt dat de voertuigen niet zijn ingericht en niet geschikt zijn voor gebruik op de openbare weg. Als de voertuigen zwaar zijn beladen moeten zij in een lage versnelling worden gezet, waardoor de snelheid niet boven de 35 km/u uitkomt. De draaicirkel van de voertuigen is door de ‘versatrac turf mode’ zeer klein. Alle voertuigen worden gebruikt voor vervoer op korte afstanden. Eiseres beroept zich op het gelijkheidsbeginsel en verwijst daarbij naar het arrest van het HvJ C-495/03 en de arresten van het gerechtshof Amsterdam van 6 maart 2007 met betrekking tot voertuigen van het merk [G] [#1] en [#2]). Net als laatstgenoemde voertuigen hebben de onderhavige voertuigen ook een laadbak en beschikken zij beide over zitplaatsen voor twee personen. Omdat sprake is van soortgelijke voertuigen moeten zij onder dezelfde GN-code worden ingedeeld.
5.2.2.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat de voertuigen niet kunnen worden ingedeeld onder GN-code 8709 11 90 respectievelijk GN-code 8709 19 90. Met de voertuigen kan in beginsel ook gebruik worden gemaakt van de openbare weg. Na enkele technische aanpassingen kan een typegoedkeuring van de RDW worden verkregen waardoor het ook wettelijk is toegestaan om gebruik te maken van de openbare weg. Daarnaast hebben de voertuigen een laadbak voorzien van een kantelmechanisme met een behoorlijk laadvermogen. Sommige typen bereiken een aanzienlijk hogere snelheid dan 30-35 km/u en voldoen hierdoor niet aan het tweede criterium van het onder 5.2.1 bedoelde arrest van het HvJ. De voertuigen hebben andere kenmerken en eigenschappen dan de voertuigen van het merk [G]. De laatstbedoelde voertuigen hebben een “rack & pinion”-stuurinrichting die een kleine draaicirkel mogelijk maakt, hebben geen hefsysteem en worden uitsluitend gebruikt op industriële terreinen. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt.
5.2.3.
De rechtbank is van oordeel dat de voertuigen niet kunnen worden ingedeeld onder GN-code 8709 11 90 respectievelijk GN-code 8709 19 90. Niet is gesteld of gebleken dat de voertuigen worden gebruikt in fabrieken, op haventerreinen of op vliegvelden, of dat zij worden gebruikt voor het vervoer van goederen over korte afstanden. De voertuigen zijn voorzien van een laadbak met hefsysteem. Bovendien beschikken zij, anders dan de voertuigen van deze post, over banden met een grof profiel, een onafhankelijke achterwielophanging en een vering ten behoeve van het gebruik op ruw terrein. De voertuigen voldoen derhalve niet aan de omschrijving van post 8709 en kunnen dus niet daaronder worden ingedeeld. De voertuigen beschikken niet over dezelfde kenmerken en eigenschappen als de voertuigen van het merk [G] waarnaar eiseres verwijst. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel, wat daarvan verder zij, faalt. Het primaire standpunt van eiseres faalt.
5.3.1.
Subsidiair stelt eiseres zich op het standpunt dat, hoewel de voertuigen gelet op hun kenmerken en eigenschappen niet kunnen worden aangemerkt als dumpers, de voertuigen wel grote overeenkomsten met dumpers vertonen. Ook hier betreft het voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor gebruik buiten de verharde openbare wegen. Dat zij over kenmerken beschikken waardoor zij bijkomend over de weg kunnen rijden, staat aan de indeling als dumper niet in de weg, aldus eiseres (arrest van het HvJ van 11 januari 2011,
C-400/05). Eiseres wil graag een verklaring voor recht hebben over de kenmerken en eigenschappen van dumpers, zodat de voertuigen aan die kernmerken kunnen worden aangepast.
5.3.2.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat de voertuigen niet kunnen worden aangemerkt als dumpers van post 8704. Aan eiseres moet worden toegegeven dat de geschiktheid om bijkomend over de openbare weg te rijden niet aan indeling als dumper in de weg staat. De voertuigen beschikken niet over de objectieve kenmerken en eigenschappen waaraan dumpers moeten voldoen. Verweerder verwijst naar de toelichtingen GS en GN.
5.3.3.
De rechtbank is van oordeel dat de voertuigen niet de objectieve kenmerken en eigenschappen bezitten die tot indeling onder postonderverdeling 8704 10 leiden. De voertuigen zijn geen sterk gebouwde vrachtauto’s van het type dat wordt gebruikt op bouwplaatsen om aarde, puin, cement, vloeibaar beton, etc. te vervoeren. Voorts voldoet de laadbak niet aan de omschreven kenmerken en eigenschappen en heeft de bestuurder van de voertuigen tijdens het lossen geen zicht op de laadbak. De rechtbank gaat voorbij aan het verzoek van eiseres om een verklaring voor recht af te geven. De objectieve kenmerken en eigenschappen waaraan dumpers van post 8704 moeten voldoen, zijn kenbaar uit de relevante regelgeving en jurisprudentie. Het subsidiaire standpunt van eiseres faalt.
5.4.1.
Meer subsidiair stelt eiseres zich op het standpunt dat de voertuigen van het type[F],[C] ([C]), [D] ([D]) en[E] ([E]) afhankelijk van het motorvermogen moeten worden ingedeeld onder GN-codes 8701 90 11 tot 8701 90 90, omdat deze voertuigen speciaal zijn gemaakt om andere werktuigen, voertuigen of lasten te trekken of voort te duwen. Ze zijn niet bestemd voor gebruik op de openbare weg, maar vooral bestemd voor de agrarische industrie. Op basis van kenmerken en eigenschappen kan niet worden gezegd dat de voertuigen hoofdzakelijk zijn ontworpen voor personenvervoer. Er kan immers maar één passagier worden vervoerd. De voertuigen beschikken over een grote trekkracht en een speciaal trekoog, hun functie is dus in hoofdzaak het duwen en trekken in moeilijk begaanbaar terrein. De koppelingsinrichtingen die hiervoor noodzakelijk zijn worden met de voertuigen meegeleverd. Daarnaast beschikken zij over een remsysteem op de voor- en achterwielen, een automatische koppeling en één achteruitversnelling. De motor is speciaal ontwikkeld voor gebruik op moeilijk terrein en levert bij lage toeren voldoende trekkracht. De aandrijving geschiedt door een cardanas en de banden hebben een diep profiel voor gebruik op onverhard terrein. Dat de voertuigen beschikken over een laadbak betekent niet dat de voertuigen niet hoofdzakelijk zijn ontworpen als tractor. Gelet op aantekening 2 op hoofdstuk 87 kunnen de voertuigen worden ingedeeld onder voornoemde postonderverdelingen.
5.4.2.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat de voertuigen niet kunnen worden ingedeeld onder post 8701. De voertuigen beschikken over minstens twee zitplaatsen en zijn ontworpen voor het vervoer van goederen en personen in vrije tijd en in werktijd. Dit blijkt ook uit de brochure. De voertuigen zijn niet – zoals een tractor – ontworpen om een werktuig, een voertuig of een last te trekken. Sommige types kunnen niet meer dan twee keer hun eigen gewicht trekken.
5.4.3.
De rechtbank is van oordeel dat de voertuigen niet kunnen worden ingedeeld onder post 8701. In vergelijking met tractors (trekkers) van post 8701 beschikken de voertuigen over meer zitplaatsen dan uitsluitend die voor het bedienend personeel (in ieder geval één zitplaats meer). De voertuigen hebben geen aftakas, hydraulische hefinrichting of lier. Niet is gebleken dat de voertuigen speciaal zijn ontworpen om (landbouw)werktuigen en dergelijke te trekken of voort te duwen. Dat zij beschikken over een grote trekkracht maakt dit niet anders. De laadbak is, gelet op het laadvermogen en het kantelmechanisme, van meer dan bijkomstige betekenis en niet alleen bedoeld voor het opbergen van gereedschap. Anders dan eiseres stelt, is de rechtbank van oordeel dat de voertuigen niet voldoen aan aantekening 2 op hoofdstuk 87 en de toelichting IDR op post 8701. Ook het meer subsidiaire standpunt van eiseres faalt.
5.5.
Gelet op de tekst van de post en postonderverdelingen 8704, 8704 21 91 en 8704 31 91 en 8704 90 00 en de objectieve eigenschappen en kenmerken van de voertuigen is de rechtbank van oordeel dat de voertuigen onder deze postonderverdelingen moeten worden ingedeeld, afhankelijk van de soort motor, het gewicht en de cilinderinhoud. De voertuigen beschikken over een laadbak met kantelmechanisme met een aanzienlijk laadvermogen, waardoor zij in het bijzonder geschikt zijn voor het vervoer van goederen. Op basis van de eigenschappen van de voertuigen zijn zij bovendien voor veel doeleinden geschikt en breed inzetbaar, zij worden ook als zodanig aangeprezen. Volgens toelichting IDR op deze post behoren motorvoertuigen die in het algemeen bekend staan als multi-inzetbare voertuigen (multipurpose vehicles) tot deze post.
5.6.
De slotsom luidt dat het gelijk aan verweerder is. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.

6.Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

7.Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C.A. Onderwater, voorzitter, mr. A. van Dongen en
mr. A.E. Keulemans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Plesman-Jalink, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 april 2014.
Afschrift verzonden aan partijen op:
De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.