ECLI:NL:RBNHO:2014:4272
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bewezenverklaring invoer van cocaïne te Schiphol met recidive en strafoplegging conform eis
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 april 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 13 januari 2014 te Schiphol opzettelijk een hoeveelheid cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging. De verdachte heeft tijdens de terechtzitting een bekennende verklaring afgelegd, en de rechtbank heeft verschillende bewijsmiddelen in overweging genomen, waaronder proces-verbaal van aanhouding en een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het bewezenverklaarde feit, opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, wettig en overtuigend bewezen is. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten en heeft in het verleden reclasseringstoezicht opgelegd gekregen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen, gezien de ernst van het feit en de recidive van de verdachte.
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van negen maanden geëist, en de rechtbank heeft deze eis overgenomen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, en de rechtbank heeft de relevante wetsartikelen van de Opiumwet toegepast.