ECLI:NL:RBNHO:2014:416
Rechtbank Noord-Holland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Weigering van verlof tot het leggen van conservatoir beslag in het kader van een echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 januari 2014 uitspraak gedaan in een verzoek tot het leggen van conservatoir beslag. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.A.J. Verschuur-van der Voort, had verzocht om verlof tot het leggen van beslag op een bedrag van € 180.000,- dat door haar ter voldoening aan een vaststellingsovereenkomst zou worden betaald. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om meerdere redenen moest worden afgewezen. Ten eerste had verzoekster in haar verzoekschrift niet vermeld dat een eerdere vordering tot betaling van € 299.520,-- door verweerder in een bodemzaak was afgewezen. Dit verzwijgen van essentiële informatie was in strijd met de goede procesorde en had de voorzieningenrechter kunnen misleiden. Ten tweede was de inhoudelijke grondslag van de vordering onvoldoende onderbouwd, aangezien verzoekster dezelfde argumenten aanvoerde als in de eerdere bodemzaak, die reeds was afgewezen. Daarnaast waren de nieuwe vorderingen die in het aanvullende verzoekschrift waren opgenomen, onvoldoende feitelijk toegelicht, wat de geloofwaardigheid van de claims ondermijnde. Tot slot werd opgemerkt dat het verzoek om beslaglegging in feite zou leiden tot eigenbeslag, wat de uitvoering van de vaststellingsovereenkomst zou frustreren. Gezien deze overwegingen wees de voorzieningenrechter het verzoek af.