Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Sectie Handel & Insolventie
advocaat mr. O.H. Minjon.
1.De procedure
- de dagvaarding
2.De feiten
3.De standpunten van partijen
bij vervroeging uit zal spreken de onteigening van de onder nummer 2.2 van dit vonnis genoemde, ter onteigening aangewezen onroerende zaak, ten name van de provincie, vrij van alle lasten en rechten en
a) bij aanvaarding van het aanbod door Gedaagde het bedrag van de schadeloosstelling vast zal stellen op het bedrag van € 31.282,-- voor alle schaden en kosten hoe ook genaamd doch exclusief de kosten van deskundige bijstand en de eventueel door Gedaagde te lijden belastingschade als rechtstreeks en noodzakelijk gevolg van de onteigening;
b) zal bepalen dat de provincie het onder sub 7 van de dagvaarding beschreven bijkomend aanbod gestand doet,
indien het aanbod door Gedaagde niet wordt aanvaard:
c) het voorschot op de schadeloosstelling zal bepalen op 90% van het aangeboden bedrag, zijnde (afgerond) € 28.154,--;
d) zal bepalen dat geen zekerheid voor de voldoening van de schadeloosstelling nodig is, tenzij deze wordt verlangd en in dat laatste geval zal bepalen dat de provincie zekerheid mag stellen door 100% van het aangeboden bedrag als voorschot te betalen
f) ingevolge artikel 54j lid 2 Ow de data voor nederlegging van het (concept)deskundigenrapport zal vaststellen,
alles kosten rechtens.
4.De beoordeling
23 juli 2014.