Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van [gedaagde].
- [eiser]
- mr. Wolters voornoemd
- [gedaagde]
2.Het geschil
3.De beoordeling
eigendomvan [eiser] op de in de dagvaarding bedoelde tekening. Het onderhavige geschil draait dan ook primair om de vraag of aan [eiser] enige exclusieve eigendomsrechten op de tekening toekomen. De voorzieningenrechter overweegt daarover als volgt.
Deze tekening is het eigendom van JHS Technology bv. Auteurs- en octrooirechten voorbehouden”. Zo er oorspronkelijk al één rechthebbende op de tekening was, dan zou dat op grond hiervan JHS Technology BV (hierna: JHS) zijn. Tussen partijen is echter niet in geschil dat JHS al geruime tijd geleden is gefailleerd. Weliswaar heeft [eiser] een verklaring overgelegd van de voormalig bestuurder van JHS, […], dat “
de tekeningen (…) en de voorbehouden auteurs en octrooirechten, aan [eiser] in 2002 in eigendom overgedragen”zijn, maar dat kan [eiser] niet baten. Nog los van het feit dat, als gezegd, op grond van artikel 2 lid 2 van de Auteurswet voor de gehele of gedeeltelijke overdracht van het auteursrecht een daartoe bestemde akte vereist is, heeft de vordering zoals door [eiser] gesteld ook geen auteursrechtelijke grondslag.
BQS and/or Zeeniʼs Trading Agency and/or Specialty Snack Manufacturing and/or their subsidiaries or affiliated other companies”) – rusten, zodat van één (exclusief) eigenaar geen sprake is. Gesteld noch gebleken is dat deze partijen de eigendom op de tekening als zodanig aan één van hen (JHS dan wel [eiser]) hebben overgedragen, zodat moet worden aangenomen dat de eigendom nog altijd bij voornoemde partijen gezamenlijk berust. Dat [eiser] stelt ‘de geestelijk vader’ van de tekening te zijn, schept – wat daar ook van zij – nog geen (exclusief) eigendom daarvan.
816,00