Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het incidenteel vonnis van 28 augustus 2013
- de akte houdende in geding brengen productie ten behoeve van comparitie, tevens houdende wijziging van eis van de zijde van Eiseressen
- het proces-verbaal van comparitie van 13 januari 2014.
2.De feiten
U heeft aangegeven dat u verwacht dat de rentes nog verder kunnen gaan oplopen, maar na ongeveer 2 jaar wederom een daling zullen laten zien. U wenst zich tegen een rentestijging te beschermen, maar wel te profiteren van een mogelijke (toekomstige) rentedaling.” De medewerker heeft in die brief een aantal rente-instrumenten beschreven. Het gaat daarbij om een “
Interest Rate Swap” en een “
winstdelend renteplafond”. Een Interest Rate Swap (renteswap) is een overeenkomst waarbij, in dit geval, de klant een lening heeft tegen een variabele rente, de bank de uit hoofde van de financiering door de klant verschuldigde variabele rente aan de klant betaalt, waartegen de klant een vast rentepercentage aan de bank betaalt. Per saldo betaalt de klant daardoor een vast rentepercentage over het leningsbedrag waarop de Rente Swap betrekking heeft (vermeerderd met de debiteurenopslag).
huidige en toekomstige renterisico’s” en daarbij, kort gezegd, Bedrijf 1 gewezen op mogelijke liquiditeits- en renterisico’s en haar op basis van verschillende rentevisies een aantal voorbeelden gegeven van wijzen waarop renterisico’s kunnen worden afgedekt. Daarbij heeft De medewerker, naast de eerdergenoemde Interest Rate Swap en het winstdelend renteplafond, genoemd de “
Interest Rate Cap”.
Supercollar”.
U kunt ook kiezen voor een 5 jarige renteruil, ingaande 01-04-2008 waarbij Rabobank hetrechtheeft om op01-04-2013deze renteruil te verlengen met 5 jaar, tot 01-04-2018. Omdat Rabobank het recht heeft, wordt het te betalen vaste rente percentage verlaagd. Hiervoor bedraagt de door Naam 1 Beheer te betalen vaste rente (exclusief debiteurenopslag)3,99 %. Het risico dat Naam 1 Beheer heeft indien wordt gekozen voor deze aanbieding is dat indien de Rabobank geen gebruik maakt van haar recht, het renterisico geopend is per 1 april 2013. Daarvoor wordt echter wel een reductie van0,10 %gerealiseerd t.o.v. vastzetten voor 5 jaar. Mocht Rabobank wel gebruik maken van haar recht, wordt er een reductie gerealiseerd van0,31 %t.o.v. vastzetten voor 10 jaar. Ten opzichte van het huidige euribortarief wordt in de 1ste periode, april tot juli 2008 alEUR 21.647,26bespaard.
additionele voorwaarde” opgenomen recht van Rabobank wordt door Eiseressen ook aangeduid “
swaption”. Waar de rechtbank spreekt over deze additionele voorwaarde, zal deze, al naar gelang de situatie, ook worden aangeduid als “
het verlengingsrecht van de bank” dan wel als “
swaption”.
3.Het geschil
swaption” helemaal niet gebruikt. Daar komt bij dat Rabobank betreffende het verlengingsrecht slechts heeft gewaarschuwd voor de risico’s in het geval ze geen gebruik zou maken van haar verlengingsrecht en niet op de risico’s indien ze daar wel gebruik van zou maken. Bovendien heeft Rabobank niet concreet aan de hand van een (reken)voorbeeld inzicht gegeven in de financiële gevolgen van de swaptions bij een rentedaling, rentestijging of gelijkblijvende rente. Ten onrechte heeft Rabobank in haar e-mailbericht van 14 maart 2008 de indruk gewekt dat mogelijkheid 3 (de door Bedrijf 1 gekozen mogelijkheid) in het voordeel van Bedrijf 1 en ter afdekking van renterisico kon worden afgesloten. Rabobank heeft kennelijk haar eigen belangen zwaarder laten wegen dan de belangen van Bedrijf 1. Bedrijf 1 was als gevolg van de door Rabobank verstrekte informatie in de veronderstelling dat de renteswaps in combinatie met de swaptions het risico op een rentestijging op zijn leningen zou afdekken en hoefde op basis van de door Rabobank verstrekte informatie geen rekening te houden met het scenario dat Rabobank in geval van een substantiële daling van de driemaands Euriborrente gebruik zou maken van haar recht uit hoofde van de swaptions.
4.De beoordeling
een man van de variabele rente”. Begin 2008 begon de rente echter dermate te stijgen dat Bedrijf 1 zelf behoefte voelde om (een deel van) haar renterisico’s af te dekken. G.J. Naam 1 heeft toen van diverse anderen gehoord over het “
swappen” van rente. Dit heeft hij ook aan Rabobank meegedeeld, die daarop een voorstel heeft geformuleerd. Dat voorstel betrof slechts renteswaps, al dan niet met verlengingsrecht. Weliswaar is juist de stelling van Bedrijf 1 dat Rabobank toen geen andere producten heeft geadviseerd, maar dat neemt niet weg dat Bedrijf 1 concreet vroeg naar mogelijkheden voor een renteswap en Rabobank al eerder Bedrijf 1 had geïnformeerd over andere instrumenten om het renterisico af te dekken. Van Bedrijf 1 mocht worden verwacht dat zij de eerder door Rabobank opgesomde mogelijkheden voor het afdekken van renterisico’s in haar afweging zou betrekken.
904,00(2 punten × tarief 452,00)