ECLI:NL:RBNHO:2014:237
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.L. Roubos
- D.A. Lengyel
- Rechtspraak.nl
Vaststelling omgangsregeling tussen vader en minderjarige na langdurige juridische procedure
In deze zaak heeft de vader in februari 2008 een verzoek ingediend om een reguliere omgangsregeling met zijn minderjarige dochter vast te stellen. De Raad voor de Kinderbescherming concludeerde dat er geen contra-indicaties waren voor de omgang en adviseerde een opbouw van de omgang naar een weekendregeling. De rechtbank heeft in eerdere beschikkingen de omgangsregeling vastgesteld, maar deze werd niet nageleefd door de moeder. In maart 2012 werd de minderjarige onder toezicht gesteld, omdat haar ontwikkeling werd bedreigd door het gebrek aan onbelast contact met beide ouders. De gezinsvoogd volgde echter het standpunt van de moeder, wat leidde tot een minimale omgangsregeling. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten dat de minderjarige eenmaal per twee weken op zaterdag bij de vader zal verblijven, met een dwangsom van € 500,- voor de moeder bij niet-naleving van de regeling. De rechtbank benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor de omgang bij de ouders ligt en dat de minderjarige niet in een loyaliteitsconflict mag worden gebracht. De beslissing is genomen in het belang van de identiteitsontwikkeling van de minderjarige, die recht heeft op een betekenisvolle relatie met haar vader.