Uit de nota van toelichting bij het besluit van 5 oktober 2005 tot vaststelling van (onder meer) artikel 29, eerste lid, van het Besluit, zoals dat luidde tot 1 augustus 2010 (Staatsblad 2005, 553) noch uit de memorie van toelichting bij de wetswijziging tot vaststelling van artikel 120 van de Wpo zoals dit destijds luidde (Kamerstukken II, 29 736, nr. 3), blijkt dat de wetgever heeft beoogd dat in een geval als het onderhavige, waarin een bevoegd gezagsorgaan zowel een basisschool met leerlingentoename als een basisschool met leerlingenafname beheert, geen aanvullende bekostiging wordt verstrekt.
Integendeel, uit de nota van toelichting bij het besluit van 4 mei 2010 tot vaststelling van artikel 29, eerste lid, van het Besluit, zoals dat met ingang van 1 augustus 2010 luidt (Staatsblad 2010, 195, p. 17), blijkt dat het tot 1 augustus 2010 uitdrukkelijk de bedoeling van de wetgever is geweest de groeiregeling per (individuele) school toe te passen. Voorts blijkt uit die wetsgeschiedenis dat bevoegde gezagsorganen met krimp- en groeischolen tot 1 augustus 2010 niet werden gekort voor de daling op de basisschool met een leerlingenafname en dat deze organen tot die datum, indien de drempel werd gehaald, extra bekostiging kregen voor de groei op de basisschool met een leerlingentoename:
“
Tot nu toe was het zo dat de groeiregeling per (individuele) school werd toegepast, hetgeen betekende dat een bevoegd gezag met groei- en krimpscholen voor de groeischolen extra formatie kreeg zonder dat een verrekening plaatsvond met de leerlingendaling op de krimpscholen. Kern van de aanpassing is dat er voor een toekenning sprake moet zijn van een groei per saldo op alle scholen onder één bevoegd gezag. Omdat veel bevoegde gezagsorganen groei- én krimpscholen kennen, zal er hierdoor minder groeibekostiging worden toegekend.
(…)
Het bereiken van voornoemde groeidrempels van 13 respectievelijk 26 werd tot nu toe op schoolniveau beoordeeld. Bevoegde gezagsorganen die op de groeidatum én scholen met leerlingdaling én scholen met leerlingstijging hadden, werden niet gekort voor de daling op de eerste, maar kregen (indien de drempel werd gehaald) wel extra bekostiging voor de groei op de laatste.
In het onderhavige besluit is geregeld dat op bestuursniveau wordt bepaald of de groeidrempel wordt gehaald. Leerlingdaling én leerling-stijging op scholen onder één bevoegd gezag worden dan eerst met elkaar verrekend.”