Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Beschikking in de zaak van
de besloten vennootschap Hessing Zwaagdijk B.V., gevestigd te Zwaagdijk
[naam], wonende te [plaats],
Het procesverloop
De feiten
Het geschil
€ 69.597,36.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Hessing Zwaagdijk B.V. op 9 januari 2014 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer, hierna aangeduid als [werknemer]. De werknemer had zich ziek gemeld en weigerde, ondanks waarschuwingen en een loonsanctie, passende arbeid te verrichten. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 23 januari 2014, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Hessing stelde dat er sprake was van een onwerkbare situatie en dat de werknemer niet meewerkte aan zijn re-integratie. De werknemer betwistte dit en verwees naar een deskundigenoordeel van het Uwv, waaruit zou blijken dat hij arbeidsongeschikt was.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer vanaf 22 april 2013 wegens ziekte ongeschikt was voor zijn eigen werk, maar dat het opzegverbod tijdens ziekte niet meer van toepassing was. Dit was het geval omdat de werknemer niet meewerkte aan zijn re-integratie en passende arbeid weigerde. De rechter oordeelde dat de door Hessing aangevoerde feiten en omstandigheden onvoldoende zwaarwegend waren voor een dringende reden tot ontbinding, maar dat er wel sprake was van een verandering in de omstandigheden die ontbinding rechtvaardigde.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 maart 2014, zonder dat aan de werknemer een vergoeding werd toegekend, omdat de grond voor ontbinding geheel in de risicosfeer van de werknemer lag. Beide partijen werden veroordeeld om hun eigen kosten te dragen. De beschikking werd uitgesproken door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, op 6 februari 2014.