ECLI:NL:RBNHO:2014:204

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 januari 2014
Publicatiedatum
14 januari 2014
Zaaknummer
C-15-197909 - HA ZA 12-527
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nihil en royement procedure in civiele zaak

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 15 januari 2014 vonnis gewezen in de zaak met zaaknummer C/15/197909 / HA ZA 12-527. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. van de Glind, hebben hun vordering verminderd tot nihil. Dit gebeurde omdat eiser 1 om persoonlijke redenen niet in staat was de procedure voort te zetten. Er heeft overleg plaatsgevonden tussen de partijen over de voorwaarden voor royement van de procedure, maar zij hebben geen overeenstemming kunnen bereiken.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de verminderde vordering, bij gebrek aan belang bij toewijzing, zal worden afgewezen. Aangezien er geen andere regeling is overeengekomen, is eiser 1 als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van gedaagde 1 zijn begroot op een totaal van € 1.404,00, inclusief griffierecht en salaris advocaat.

In de beslissing heeft de rechtbank het gevorderde afgewezen, eiser 1 veroordeeld in de proceskosten, en verklaard dat het vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad is. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E. Jochem op 15 januari 2014.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling privaatrecht
Sectie Handel & Insolventie
zaaknummer / rolnummer: C/15/197909 / HA ZA 12-527
Vonnis van 15 januari 2014 (bij vervroeging)
in de zaak van

1.[eiser 1],

wonende te [plaats], gemeente [gemeente],
2.
[eiser 2],
wonende te [plaats], gemeente [gemeente],
eisers,
advocaat mr. M. van de Glind,
tegen

1.[gedaagde 1],

wonende te [plaats], gemeente [gemeente],
2.
[gedaagde 2],
wonende te [plaats], gemeente [gemeente],
gedaagden,
advocaat mr. R.A.M. Schram.
Partijen zullen hierna [eiser 1] en Van [gedaagde 1] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 14 augustus 2013
  • de rolbeslissing van 2 oktober 2013
  • de akte vermindering van eis
  • de brief van mr. Van de Glind van 17 december 2013
  • de brief van mr. Schram van 23 december 2013
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
[eiser 1] heeft zijn vordering verminderd tot nihil omdat hij om persoonlijke redenen niet in staat is de procedure voort te zetten. Tussen partijen heeft overleg plaatsgehad over royement van deze procedure, maar over de voorwaarden waaronder dat zou moeten gebeuren hebben partijen geen overeenstemming bereikt.
2.2.
De rechtbank zal de verminderde vordering - bij gebrek aan belang bij toewijzing daarvan - afwijzen.
2.3.
Nu partijen geen andersluidende regeling zijn overeengekomen, zal [eiser 1] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Van [gedaagde 1] worden begroot op:
- griffierecht € 274,00
- salaris advocaat
1.130,00(2,5 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.404,00

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst het gevorderde af,
3.2.
veroordeelt [eiser 1] in de proceskosten, aan de zijde van Van [gedaagde 1] tot op heden begroot op € 1.404,00,
3.3.
veroordeelt [eiser 1] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiser 1] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
3.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Jochem en in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2014. [1]

Voetnoten

1.conc: 213