In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 februari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst/Douane over de indeling van een digitale schaakklok onder de juiste GN-code. Eiseres, [X] B.V., had een bindende tariefinlichting (bti) aangevraagd voor het product, dat als een speltimer is ontworpen voor gebruik bij bordspellen zoals schaken, dammen en go. De inspecteur had de bti afgegeven met de GN-code 9106 90 00, terwijl eiseres meende dat het product onder GN-code 9504 90 80 moest worden ingedeeld, als artikel voor gezelschapsspellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de indeling van goederen in het douanerecht primair gebaseerd is op de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product, zoals beschreven in de relevante GN-codes.
Tijdens de zitting op 16 januari 2014 is het standpunt van eiseres dat het product een essentieel onderdeel is van gezelschapsspellen, besproken. Eiseres stelde dat het product niet alleen tijd registreert, maar ook een actieve rol speelt in het spelverloop. De inspecteur daarentegen betoogde dat het product primair is ontworpen voor tijdregistratie en dat het geen extra spelmogelijkheden biedt. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat het product inderdaad moet worden ingedeeld onder GN-code 9106, omdat het hoofdzakelijk dient voor het meten van tijd. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en de bti van de inspecteur bevestigd. De uitspraak benadrukt het belang van de objectieve kenmerken van producten bij de indeling in het douanerecht en de rol van de Europese rechtspraak in deze materie.