In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, stond de indeling van thermosflessen onder de douanewetgeving centraal. Eiseres, [X] B.V., had beroep ingesteld tegen de bindende tariefinlichtingen (bti's) die door de inspecteur van de Belastingdienst/Douane waren afgegeven. De bti's betroffen thermosflessen die door de douane waren ingedeeld onder GN-code 9617 00 00, wat betekent dat ze als thermosflessen met vacuümisolatie werden geclassificeerd. Eiseres betwistte deze indeling en stelde dat de producten onder TARIC-code 7323 93 00 90 moesten worden ingedeeld, omdat zij niet voldeden aan de eisen voor vacuümisolatie en een enkelwandige binnenfles hadden.
De rechtbank onderzocht de feiten en de argumenten van beide partijen. Eiseres voerde aan dat de douane niet had aangetoond dat de thermosflessen vacuümisolatie bezaten, en dat de indeling onder GS-post 9617 niet van toepassing was. De inspecteur daarentegen stelde dat de bevindingen van het Douane Laboratorium voldoende bewijs boden voor de aanwezigheid van vacuümisolatie. De rechtbank oordeelde dat de douane met de gepresenteerde bewijsstukken aannemelijk had gemaakt dat de thermosflessen vacuümisolatie bezaten, en dat de indeling onder GN-code 9617 00 00 terecht was.
De rechtbank concludeerde dat de bti's correct waren afgegeven en verklaarde de beroepen van eiseres ongegrond. De uitspraak benadrukte het belang van objectieve kenmerken en eigenschappen van goederen bij de tariefindeling, en dat de toelichtingen op de GS-posten belangrijke hulpmiddelen zijn, maar niet bindend. De rechtbank wees erop dat de indeling van de thermosflessen onder GN-code 9617 00 00 gerechtvaardigd was, ondanks het feit dat de producten niet over een dubbelwandige binnenfles beschikten, zoals in de GS-toelichting werd gespecificeerd.