ECLI:NL:RBNHO:2014:1519

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 maart 2014
Publicatiedatum
25 februari 2014
Zaaknummer
2343684 CV EXPL 13-3701
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid huurder voor schade door brand in bedrijfsruimte met hennepkwekerij

In deze zaak vorderde Reaal Schadeverzekeringen N.V. betaling van € 182.168,- van de huurder, [huurder], wegens schade die was ontstaan door een brand in de bedrijfsruimte die door [huurder] werd gehuurd. De brand was ontstaan in een hennepkwekerij die zich in de bedrijfsruimte bevond. Reaal stelde dat [huurder] aansprakelijk was voor de schade omdat hij op de hoogte was van de hennepkwekerij en deze had geïnstalleerd, wat zou leiden tot een tekortkoming in de huurovereenkomst. De huurder voerde verweer en stelde dat hij de bedrijfsruimte met toestemming had onderverhuurd en niets te maken had met de hennepkwekerij.

De rechtbank Noord-Holland, afdeling privaatrecht, sectie kanton, oordeelde dat de vordering van Reaal niet kon worden toegewezen. De kantonrechter stelde vast dat er geen sprake was van opzet in de zin van de Bedrijfsregeling Brandregres 2000 (BBr 2000). De kantonrechter concludeerde dat de huurder niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de schade, omdat niet was aangetoond dat hij de hennepkwekerij had aangelegd of dat hij op de hoogte was van de aanwezigheid ervan. De rechtbank wees de vordering van Reaal af en veroordeelde Reaal in de proceskosten van de huurder.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor verzekeraars om voldoende bewijs te leveren voor opzet bij het verhalen van schade op huurders. De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad en de proceskosten zijn vastgesteld op € 1.400,- voor de gemachtigde van de huurder, te vermeerderen met wettelijke rente indien niet tijdig aan de veroordeling wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknummer/rolnummer: 2343684 \ CV EXPL 13-3701
Uitspraakdatum: 5 maart 2014

Vonnis in de zaak van:

de naamloze vennootschap
Reaal Schadeverzekeringen N.V., statutair gevestigd te Zoetermeer
eisende partij
verder ook te noemen: Reaal
gemachtigde: mr. J.F. Baarsen, advocaat te Bennebroek
tegen

[naam], wonende te [woonplaats]

gedaagde partij
verder ook te noemen: [huurder]
gemachtigde: mr. M. van de Glind, advocaat te Alkmaar.

Het procesverloop

1.
Reaal heeft bij dagvaarding van 12 april 2013 een vordering ingesteld. [huurder] heeft schriftelijk geantwoord. Nadat beide partijen een akte hebben genomen, heeft de rechtbank Noord-Holland, afdeling privaatrecht, sectie handel en insolventie, locatie Alkmaar, bij vonnis van 4 september 2013 de zaak verwezen naar de sectie kanton van de rechtbank. De kantonrechter heeft bij vonnis van 9 oktober 2013 een verschijning van partijen ter terechtzitting bevolen.
2.
Die zitting heeft plaatsgevonden op 21 januari 2014, waar voor Reaal zijn verschenen [A] en [B], bijgestaan door mr. Baarsen, en waar [huurder] is verschenen, bijgestaan door mr. Van de Glind. Partijen hebben hun standpunt ter zitting toegelicht aan de hand van pleitnotities. Vervolgens is bepaald dat vandaag uitspraak zal worden gedaan.

De feiten

3.
De kantonrechter neemt de volgende feiten als vaststaand aan, omdat deze door de ene partij zijn gesteld en door de andere partij niet of niet voldoende zijn betwist.
4.
[huurder] huurde sinds 1 juni 2009 door middel van een akte tot indeplaatsstelling de bedrijfsruimte aan de [adres] van (de rechtsvoorganger van) de huidige eigenaar Punt Beheer B.V.
5.
Op 9 december 2010 is in een afgescheiden ruimte aan de achterzijde van deze bedrijfsruimte brand ontstaan. In de afgescheiden ruimte bevond zich een hennepkwekerij met een elektrische installatie/verlichting. Tevens bleek aan de voorzijde boven de kantoorruimte een hennepkwekerij te zijn aangelegd achter geblindeerde ramen.
6.
De bedrijfsruimte was ten tijde van de brand bij Reaal verzekerd tegen brandschade.
7.
RVJ Expertises & Taxaties B.V. heeft de schade getaxeerd op € 183.168,-. Reaal heeft dit bedrag op 18 mei 2011 onder aftrek van het eigen risico van € 1.000,- uitgekeerd aan Punt Beheer.

Het geschil

8.
Reaal vordert dat [huurder] wordt veroordeeld tot betaling van € 182.168,-, te weten het bedrag dat Reaal heeft moeten uitkeren aan schadevergoeding. Verder vordert Reaal betaling van onderzoekskosten en buitengerechtelijke kosten. Daarbij stelt Reaal – kort weergegeven – dat [huurder] aansprakelijk is voor de schade aan de door hem gehuurde bedrijfsruimte, omdat in die bedrijfsruimte een hennepkwekerij is aangelegd waarvan de installatie een kortsluiting heeft veroorzaakt die tot brand heeft geleid. Volgens Reaal heeft [huurder] deze hennepkwekerij geïnstalleerd, althans moet hij op de hoogte zijn geweest van de aanwezigheid ervan, zodat hij is tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst en op die grond aansprakelijk voor de schade. Voor zover [huurder] de bedrijfsruimte heeft onderverhuurd, had hij geen toestemming daarvoor en is hij ook op die grond en uit onrechtmatige daad aansprakelijk.
9.
[huurder] heeft verweer gevoerd. Daartoe stelt [huurder] – samengevat – dat hij met toestemming van Punt Beheer B.V. de bedrijfsruimte heeft onderverhuurd aan de heer [X]. [huurder] voert aan dat hij niets te maken heeft gehad met de hennepkwekerij en dat hij evenmin op de hoogte was van de aanwezigheid daarvan, zodat hem daarom niets kan worden verweten. Verder heeft [huurder] aangevoerd dat Reaal als lid van het Verbond van Verzekeraars is gebonden aan de Bedrijfsregeling Brandregres 2000 (hierna: BBr 2000), en dat hij gelet op de BBr 2000 niet aansprakelijk kan worden gehouden.
10.
Bij de beoordeling zal zo nodig nog nader op de standpunten van partijen worden ingegaan.

De beoordeling

11.
Het gaat in deze zaak met name om de vraag of [huurder] moet worden veroordeeld tot betaling aan Reaal van een bedrag van € 182.168,-.
12.
De vordering van Reaal is gebaseerd op de in artikel 7:962 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) neergelegde mogelijkheid om als verzekeraar de aan een verzekerde uitgekeerde schade te verhalen op de schadeveroorzaker. Ter zitting heeft Reaal erkend dat zij in dat kader gebonden is aan de BBr 2000 en dat alleen verhaal op [huurder] mogelijk is in de gevallen genoemd in de BBr 2000.
13.
Volgens artikel 2.4 BBr 2000 zal het recht van verhaal door een verzekeraar niet worden uitgeoefend tegenover huurders. Uit artikel 3, aanhef en onder a, BBr 2000 volgt dat in afwijking van artikel 2.4 BBr 2000 het recht van verhaal onbeperkt van toepassing blijft jegens degene die de schade met opzet heeft veroorzaakt.
14.
Vast staat dat [huurder] moet worden aangemerkt als een huurder in de zin van artikel 2.4 BBr 2000. Dat betekent dat alleen verhaal op [huurder] mogelijk is indien [huurder] de schade met opzet heeft veroorzaakt, als bedoeld in artikel 3, aanhef en onder a, BBr 2000.
15.
Volgens artikel 7.4 BBr 2000 moet onder opzet worden verstaan “opzettelijk en tegen een persoon of zaak gericht wederrechtelijk handelen of nalaten, waardoor schade ontstaat of wordt veroorzaakt”. In dat artikel staat verder dat aan het opzettelijk karakter van dit wederrechtelijk handelen niet afdoet dat de desbetreffende persoon zodanig onder invloed van alcohol of andere stoffen verkeert, dat hij/zij niet in staat is zijn/haar wil te bepalen.
16.
De kantonrechter stelt voorop dat de BBr 2000 naar objectieve maatstaven moet worden uitgelegd en dat het daarbij niet aankomt op de bedoelingen van de bij het opstellen van de regeling betrokken partijen, voor zover deze niet kenbaar zijn uit de tekst of uit voor derden toegankelijke bronnen (HR 16 mei 2003, NJ 2003/470). Uit de tekst van artikel 7.4 BBr 2000 volgt dat voor ‘opzet’ als bedoeld in dat artikel een opzettelijk handelen of nalaten vereist is. Naar het oordeel van de kantonrechter kan van een dergelijk opzettelijk handelen of nalaten alleen sprake zijn als de verzekerde de toegebrachte schade heeft beoogd of zich ervan bewust was dat die schade het gevolg van zijn gedraging(en) zou zijn.
17.
Er is in de BBr 2000 geen steun te vinden voor de opvatting van Reaal dat onder het begrip ‘opzet’ ook het door Reaal genoemde “voorwaardelijk opzet” moet worden verstaan. Reaal heeft geen gegevens overgelegd van voor derden kenbare bronnen waaruit blijkt dat de partijen die bij het opstellen van de BBr 2000 betrokken zijn geweest een dergelijke bedoeling zouden hebben gehad. Ook uit de tekst van artikel 7.4 BBr 2000 blijkt dit niet. Het enkele feit dat in dat artikel staat dat ook van ‘opzet’ sprake kan zijn in geval van een persoon die onder invloed is van alcohol of andere stoffen, brengt niet mee dat in zijn algemeenheid onder ‘opzet’ ook “voorwaardelijk opzet” moet worden begrepen.
18.
Uit hetgeen door Reaal naar voren is gebracht en uit de stukken blijkt niet dat [huurder] de schade met opzet heeft veroorzaakt. Daartoe wordt het volgende overwogen.
19.
Voor zover Reaal stelt dat de opzet eruit bestaat dat [huurder] in de bedrijfsruimte een hennepkwekerij heeft aangelegd, kan zij daarin niet worden gevolgd. Naar het oordeel van de kantonrechter is niet komen vast te staan dat [huurder] de hennepkwekerij heeft aangelegd en geëxploiteerd. [huurder] heeft aan de hand van de door hem overgelegde onderverhuurovereenkomst met [x], waarop een handtekening staat van [x] die overeenstemt met diens handtekening op een Pools legitimatiebewijs, voldoende gemotiveerd en onderbouwd dat het deel van de bedrijfsruimte waarin een hennepkwekerij was aangelegd, met ingang van 1 november 2010 en derhalve ruim een maand vóór het ontstaan van de brand was verhuurd aan [x]. Daartegenover heeft Reaal onvoldoende gesteld om tot een andere conclusie te kunnen komen. Het standpunt van Reaal dat het in de korte tijd tussen het aangaan van de onderhuurovereenkomst en het uitbreken van de brand onmogelijk was om een hennepkwekerij op te zetten, wordt verworpen, omdat onvoldoende is toegelicht waarom een periode van een maand daarvoor niet genoeg zou zijn. De stelling van Reaal dat [huurder] de enige was die toegang had tot de meterkast waarin de illegale stroomvoorziening voor de hennepkwekerij is aangelegd, gaat niet op, omdat uit de door Reaal overgelegde plattegrond van het gehuurde blijkt dat de meterkast zich niet in, maar naast het kantoor van [huurder] bevond.
20.
Overigens is de kantonrechter van oordeel dat ook indien wel als vaststaand zou moeten worden aangenomen dat [huurder] een hennepkwekerij heeft aangelegd, daaruit nog niet volgt dat [huurder] de schade met opzet heeft veroorzaakt. Immers, indien [huurder] die hennepkwekerij zou hebben aangelegd, heeft hij daarmee in ieder geval niet beoogd dat er brandschade zou ontstaan, terwijl ook onvoldoende is gesteld en gebleken om te kunnen concluderen dat [huurder] zich in dat geval ervan bewust was dat brand daarvan het gevolg zou zijn.
21.
Uit het voorgaande volgt ook dat de enkele omstandigheid dat [huurder] de bedrijfsruimte zonder toestemming heeft verhuurd of op de hoogte was van de hennepkwekerij maar daartegen niets heeft gedaan, geen opzet oplevert in de zin van de BBr 2000.
22.
Nu er geen sprake is van opzet in de zin van de BBr 2000 zal de vordering worden afgewezen. Dat betekent dat de overige punten van verweer van [huurder] niet meer hoeven te worden besproken.
23.
De uitslag van de procedure brengt mee dat de proceskosten voor rekening van Reaal komen.

De beslissing

De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt Reaal in de proceskosten, die tot heden voor [huurder] worden vastgesteld op een bedrag van € 1.400,- voor salaris van de gemachtigde van [huurder], te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na heden tot de dag van de betaling indien aan de proceskostenveroordeling binnen veertien dagen niet is voldaan.
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en op datum 19 maart 2014 in het openbaar uitgesproken.
De griffier
De kantonrechter