In deze zaak heeft verzoeker op 10 augustus 2015 ter zitting een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. A. Terwiel-Kuneman, de rechter in de hoofdzaak met zaaknummer HAA 15/2918. Verzoeker was het niet eens met de beslissing van de rechter om een door hem verzochte getuige niet op te roepen. De rechter heeft niet in de wraking berust en heeft schriftelijk op het verzoek gereageerd. Het verzoek is behandeld tijdens een openbare zitting van de wrakingskamer op 27 oktober 2015. Verzoeker is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen, en de rechter is ook niet verschenen. De wederpartij in de hoofdzaak heeft van de geboden gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Verzoeker heeft aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de rechter om de getuige niet op te roepen en heeft dit als reden voor de wraking opgegeven. De rechter heeft in haar reactie aangegeven dat verzoeker kort voor de zitting om de getuige had verzocht, waardoor er geen tijd was om hierop adequaat te reageren. De rechter heeft aangegeven dat zij geen aanleiding zag om de getuige te horen en dat zij niet meer aan de inhoudelijke behandeling van de zaak was toegekomen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de beslissing van de rechter om de getuige niet op te roepen een procesbeslissing is. De wrakingskamer kan niet oordelen over de inhoudelijke juistheid van procesbeslissingen, die alleen in hoger beroep kunnen worden getoetst. De rechtbank concludeert dat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleveren. Daarom heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen en bevolen dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek.