Uitspraak
Rechtbank NOORD-HOLLAND
H.M. Zonneveld, griffier,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 december 2014 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening tot opheffing van een huisverbod. Het huisverbod was opgelegd aan de man door de burgemeester van Hoorn, naar aanleiding van een incident op 29 november 2014 waarbij de vrouw, verzoekster, ernstig gewond raakte. De man had de vrouw mishandeld, wat leidde tot meerdere botbreuken in haar gezicht. De burgemeester had het huisverbod aanvankelijk opgelegd voor de periode van 30 november tot 10 december 2014, en dit was later verlengd tot 28 december 2014. Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het verlengingsbesluit en verzocht om een voorlopige voorziening zodat de man weer naar huis kon terugkeren.
Tijdens de zitting op 23 december 2014 heeft verzoekster verklaard dat zij de man weer thuis wil, omdat zij gelooft dat de mishandeling niet opzettelijk was en dat de man het niet zo bedoeld heeft. De man heeft ook spijt betuigd en aangegeven dat hij aan zijn problemen wil werken. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er nog steeds een dreiging van gevaar bestaat, vooral voor de kinderen van partijen, en dat er geen goedgekeurd veiligheidsplan is opgesteld. De rechter heeft vastgesteld dat de burgemeester in redelijkheid gebruik heeft kunnen maken van zijn bevoegdheid om het huisverbod te verlengen, gezien de ernst van de situatie en het patroon van geweld.
De voorzieningenrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van de veiligheid van de betrokkenen, vooral de kinderen, en de noodzaak van een goedgekeurd veiligheidsplan voordat de man weer bij zijn gezin kan komen.