ECLI:NL:RBNHO:2014:13121

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 augustus 2014
Publicatiedatum
8 april 2015
Zaaknummer
15/810134-14
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Seksueel misbruik van minderjarigen en vervaardigen van kinderpornografisch materiaal

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 8 augustus 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksueel misbruik van twee minderjarige slachtoffers en het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere feiten, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam van een minderjarige en het vervaardigen van afbeeldingen waarop seksuele gedragingen zichtbaar zijn waarbij minderjarigen betrokken zijn. De feiten vonden plaats in de periode van 2002 tot en met 2014, waarbij de slachtoffers op het moment van de misdrijven nog niet de leeftijd van twaalf jaar hadden bereikt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten gevolgd, met uitzondering van enkele onderdelen waar onvoldoende bewijs voor was. De verdachte is gedeeltelijk vrijgesproken van de tenlasteleggingen die betrekking hadden op het binnendringen van de vagina van een van de slachtoffers. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de psychische problematiek van de verdachte meegewogen in de strafmaat. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertig maanden, waarvan vijftien maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een behandelverplichting en een contactverbod met een van de slachtoffers. De rechtbank heeft ook schadevergoedingsmaatregelen opgelegd aan de benadeelde partijen, die immateriële schade hebben geleden als gevolg van de daden van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/810134-14 (P)
Uitspraakdatum: 8 augustus 2014
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 25 juli 2014 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] te[geboorteplaats],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zwaag te Zwaag,
hierna ook te noemen verdachte.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A. van Eck en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. F.J.E. Hogewind, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
feit 1
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks periode van 1 januari 2007 tot en met
31 december 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, met[slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 2]), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die[slachtoffer 1], hebbende verdachte:
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht en/of gemeenschap gehad met die[slachtoffer 1] en/of
- zijn verdachtes, vinger(s) in de anus van die [slachtoffer 1] gebracht en/of geduwd en/of
- zijn verdachtes, tong in en/of over de vagina van die [slachtoffer 1] gelikt en/of
- voorwerp(en) (waaronder een thermometer en/of een dildo en/of een snoepsleutel) in de vagina en/of anus van die [slachtoffer 1] gebracht;
en/of
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks periode van 1 januari 2007 tot en met
31 december 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, met[slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 2]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het een of meermalen:
- met zijn penis tegen de vagina en/of de anus aanduwen en/of
- met zijn vinger(s) betasten van de vagina en/of
- likken van de vagina en/of
- ( zichzelf) laten masturberen door die [slachtoffer 1] en/of
- zijn verdachtes penis laten kussen door die [slachtoffer 1] en/of
- zichzelf masturberen in de nabijheid van die [slachtoffer 1] en/of
- klaarkomen op en/of tegen het lichaam en/of gezicht van die [slachtoffer 1];
feit 2
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in omstreeks de periode van 1 januari 2002 tot en met
31 december 2004 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met[slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 3]), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte (telkens):
zijn verdachtes vingers in/tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] gebracht en/of bewogen;
en/of
hij op een of meer tijdstippen in omstreeks de periode van 1 januari 2002 tot en met
31 december 2004 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met[slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 3]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het (telkens) een of meermalen:
- bewegen en/of brengen van zijn verdachtes vinger(s) in/tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] en/of
- betasten van de vagina van die [slachtoffer 2];
feit 3
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2002 tot en met 31 december 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam, in elk geval in Nederland, (telkens) een (aantal) afbeelding(en), te weten
15 films en 240 foto's (van[slachtoffer 2] geboren op [geboortedatum 3])
en/of
91 films en/of 650 foto's (van[slachtoffer 1], geboren[geboortedatum 2])
heeft vervaardigd terwijl op die afbeelding(en) (telkens) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken (en/of schijnbaar was betrokken), welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - (telkens) bestonden uit:
het oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van verdachte door die [slachtoffer 1] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van die [slachtoffer 1], die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, (telkens) een gewoonte heeft gemaakt;
feit 4
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 7 oktober 2013 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer en/of elders in Nederland, (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten 5452 foto('s) en/of 624 film(s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) heeft
verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken welke voornoemde seksuele gedragingen
- zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) (eventueel aanvullen met soort voorwerp) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, (telkens) een gewoonte heeft gemaakt.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten.
3.2.
Partiele vrijspraak feit 1 en 2feit 1
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen het binnendringen door verdachte van de vagina van slachtoffer[slachtoffer 1] (hierna ook te noemen: “[slachtoffer 1]”) met zijn penis zoals onder feit 1 mede aan verdachte is ten laste gelegd en moet hij daarvan (partieel) worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt als volgt.
Hoewel het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 10 oktober 2013 en het proces-verbaal van bevindingen van[verbalisant 2] d.d. 11 oktober 2013 melding maken van een foto die op de computer van verdachte is aangetroffen waarop een Aziatisch meisje, vermoedelijk [slachtoffer 1], te zien zou zijn, terwijl zij door verdachte met zijn penis wordt gepenetreerd, heeft verdachte blijkens zijn verhoor ten tijde van de huiszoeking van 7 oktober 2013 ontkend dat hij [slachtoffer 1] heeft gepenetreerd. Nadien heeft verdachte in verhoren bij de politie steeds ontkend dat hij deze handeling heeft verricht. Ook heeft verdachte hierover in zijn verhoor bij de politie op 25 maart 2014 verklaard dat de foto is gefotoshopt, hetgeen hij ter terechtzitting heeft herhaald. Nu dit fotoshoppen niet nader door de politie is onderzocht en de rechtbank ook niet uit de processen-verbaal kan afleiden dat de foto in de woning van verdachte is vervaardigd, kan de verklaring van verdachte onvoldoende worden weerlegd en zal verdachte van deze handeling worden vrijgesproken.
feit 2
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het lichaam van slachtoffer [slachtoffer 2](hierna ook te noemen: “[slachtoffer 2]”) is binnengedrongen en moet hij daarvan worden vrijgesproken.
Verdachte heeft steeds ontkend dat hij [slachtoffer 2] met zijn vingers tussen haar schaamlippen heeft betast. Op grond van hetgeen zich in het dossier bevindt en de stukken van overtuiging zoals getoond ter terechtzitting niet kan worden vastgesteld dat verdachte bij het gespreid houden van de vagina van [slachtoffer 2] voor het maken van de betreffende foto daadwerkelijk met zijn vingers tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] is geweest en zodoende het lichaam van [slachtoffer 2] seksueel is binnengedrongen. Verdachte zal hiervan daarom worden vrijgesproken.
3.3.
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten voor het overige heeft bekend en door of namens hem geen (algehele) vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
feit 1
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte (ter plaatse) d.d. 7 oktober 2013;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 25 maart 2014 (dossierpagina 57-79);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] d.d. 21 januari 2014 (dossierpagina 14-22);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goed van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 24 december 2013;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal bevindingen onderzoek BEN 2007 van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 30 december 2013;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] d.d. 11 oktober 2013, inclusief de daarbij gevoegde bijlagen;
feit 2
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte (ter plaatse) d.d. 7 oktober 2013;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door [ouder 1] namens[slachtoffer 2] d.d. 2 mei 2014 (dossierpagina 114-121);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goed van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 24 december 2013;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal bevindingen identiteit BEN 2003 van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 24 december 2013, inclusief de daarbij gevoegde bijlagen;
feit 3
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte (ter plaatse) d.d. 7 oktober 2013;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen onderzoek BEN 2007 van verbalisant [verbalisant 1]d.d. 30 december 2013, inclusief de daarbij gevoegde bijlagen;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen identiteit BEN 2003 van verbalisant [verbalisant 1]d.d. 24 december 2013, inclusief de daarbij gevoegde bijlagen;
  • het in de wettelijk vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen in beslag genomen goed van verbalisant [verbalisant 1]d.d. 24 december 2013;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] d.d. 21 januari 2014 (dossierpagina 14-22);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door [ouder 1] namens [slachtoffer 2]d.d. 2 mei 2014 (dossierpagina 114-121);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] d.d. 11 oktober 2013, inclusief de daarbij gevoegde bijlagen;
Bewijsoverweging feit 3
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat ten aanzien van slachtoffer [slachtoffer 2] niet kan worden bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen van kinderpornografisch beeldmateriaal, nu het vervaardigen met betrekking tot voornoemd slachtoffer slechts op twee momenten heeft plaatsgevonden.
De rechtbank is van oordeel dat niet per slachtoffer dient te worden bezien of sprake was van het maken van een gewoonte van het strafbare handelen en dat, nu bewezen kan worden dat verdachte over een langere periode ruim honderd films en bijna 900 foto’s heeft vervaardigd van beide minderjarige slachtoffers, vast staat dat hij een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen van kinderpornografisch beeldmateriaal gedurende de in de tenlastelegging genoemde periode. Het verweer van de raadsman wordt derhalve verworpen.
feit 4
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte (ter plaatse) d.d. 7 oktober 2013;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal bevindingen van verbalisant
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen in beslag genomen goed van verbalisant [verbalisant 1]d.d. 24 december 2013;
  • een schriftelijk bescheid, zijnde het overzicht van de aangetroffen aantallen en een collectiescan van de aangetroffen kinderpornografische en dierenpornografische foto’s en films, Bijlage II behorende bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen in beslag genomen goed van verbalisant [verbalisant 1]d.d. 24 december 2013.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2007 tot en met 10 oktober 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, met [slachtoffer 1](geboren op[geboortedatum 2]), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, telkens handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer 1], hebbende verdachte:
- zijn verdachtes, vinger in de anus van die [slachtoffer 1] gebracht en/of
- zijn verdachtes, tong in en over de vagina van die [slachtoffer 1] gelikt en/of
- voorwerpen waaronder een thermometer en/of een snoepsleutel in de vagina of anus van die [slachtoffer 1] gebracht;
en
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2007 tot en met 10 oktober 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, met [slachtoffer 1]geboren op[geboortedatum 2]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, telkens ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het een of meermalen:
- met zijn penis tegen de vagina aanduwen en/of
- met zijn vinger(s) betasten van de vagina en/of
- likken van de vagina en/of
- zichzelf laten masturberen door die [slachtoffer 1] en/of
- zijn verdachtes penis laten kussen door die [slachtoffer 1] en/of
- zichzelf masturberen in de nabijheid van die [slachtoffer 1] en/of
- klaarkomen op en/of tegen het lichaam en gezicht van die [slachtoffer 1];
feit 2
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004 te Amsterdam, met [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 3]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het telkens meermalen betasten van de vagina van die [slachtoffer 2];
feit 3
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2004 tot en met 10 oktober 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer en te Amsterdam, telkens afbeeldingen, te weten
15 films en 240 foto's van [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 3]
en
91 films en 650 foto's van [slachtoffer 1], geboren[geboortedatum 2]
heeft vervaardigd terwijl op die afbeeldingen telkens seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven – telkens bestonden uit:
het oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 1] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt en/of
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen van verdachte door die [slachtoffer 1] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen gekleed zijn en/of poseren in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij hun leeftijd past en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze personen en/of de uitsnede van de afbeeldingen/films nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen bij en/of ejaculeren op het lichaam van die [slachtoffer 1], die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
feit 4
hij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 7 oktober 2013 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer gegevensdragers bevattende afbeeldingen in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose nadrukkelijk de geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling en/of
het masturberen bij en ejaculeren op het lichaam van perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt en het houden van een stijve penis bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling,
van welke misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
en
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 2
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 3
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
feit 4
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sancties

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden, waarvan 15 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaren en aftrek van het ondergane voorarrest. Daarbij heeft de officier van justitie gevorderd dat de bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in het reclasseringsadvies van 23 juli 2014 zullen worden opgelegd, met daarbij een contactverbod met slachtoffer [slachtoffer 2] en een computertoezicht.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ter terechtzitting aangevoerd dat verdachte reeds een half jaar onder behandeling is bij professor [deskundige 1], verdachte daarvoor gemotiveerd is en dat [deskundige 1] kennelijk van mening is dat een ambulant behandelingstraject volstaat. Gelet hierop acht de raadsman een klinische opname in de forensisch psychiatrische kliniek (hierna ook: “FPK”) Assen zoals door de reclassering geadviseerd niet aan de orde. De raadsman verzoekt de rechtbank derhalve om de klinische opname niet als bijzondere voorwaarde op te leggen bij een voorwaardelijke strafdeel.
Voorts verzoekt de raadsman rekening te houden met de bij het psychologisch onderzoek geconstateerde licht verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte en de proceshouding van verdachte, inhoudende dat hij de volledige verantwoordelijkheid voor zijn handelen heeft genomen.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting, de Pro Justitia onderzoeken van [deskundige 2] gezondheidszorgpsycholoog d.d. 13 mei 2014 en [deskundige 3], gz-psycholoog d.d. 21 juli 2014 en de reclasseringsadviezen van Reclassering Nederland van 26 mei 2014 en 23 juli 2014 is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van een peuter. Het meisje was de dochter van zijn goede vriend en het misbruik heeft tweemaal plaatsgevonden tijdens het oppassen.
Verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan de verkrachting en het seksueel misbruik van een meisje van ongeveer zeven jaren. Het meisje was de dochter van zijn destijds inwonende vriendin. De vriendin is vanuit Thailand met haar dochter bij verdachte komen wonen en het misbruik heeft op meerdere momenten plaatsgevonden gedurende een periode van bijna twee jaren. De rechtbank weegt mee dat uit de verklaringen in het dossier naar voren komt dat bij het meisje sprake was van onder meer een ontwikkelingsachterstand, waarvan verdachte zich bewust was. Dit heeft hem er niet van weerhouden dit kwetsbare meisje vele malen zeer ernstig te misbruiken zodra haar moeder afwezig was.
Verdachte heeft aldus zeer ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van beide meisjes en daardoor hun seksuele ontwikkeling ernstig verstoord. Bij slachtoffers van dergelijke delicten kunnen lange tijd gevoelens van angst en onzekerheid blijven bestaan, waardoor zij in hun deelname aan het maatschappelijk verkeer in hoge mate kunnen worden belemmerd.
Daarnaast heeft verdachte ten tijde van voornoemd seksueel misbruik met beide slachtoffers een enorm aantal foto’s en films vervaardigd.
Ook heeft verdachte een gewoonte gemaakt van het in bezit hebben van een gigantische hoeveelheid kinderporno.
Bij kinderporno wordt op uitermate grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijk integriteit en persoonlijke levenssfeer van de betrokken minderjarigen. Door zijn handelswijze heeft verdachte bijgedragen aan het in stand houden van deze zeer grove schending van de belangen van die minderjarigen. Het is voorts een feit van algemene bekendheid dat kinderen die bij dergelijke seksuele handelingen zijn betrokken nog geruime tijd kunnen lijden onder de psychische gevolgen van hetgeen hen is aangedaan. Verdachte had zich moeten realiseren dat hij door zijn handelen een bijdrage leverde aan het in stand houden van de wereldwijde, zeer kwalijke en zeer schadelijke industrie die zich op het vervaardigen en verspreiden van kinderpornografie toelegt.
Gelet op de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat een langdurige gevangenisstraf passend en geboden is.
De rechtbank houdt daarbij rekening met het advies van psycholoog drs. [deskundige 3] d.d. 21 juli 2014, onder meer inhoudende:
Er is bij verdachte sprake van pedofilie, fetisjisme en ernstige verslavingsgevoeligheid. Voorts is zijn persoonlijkheidsstructuur onrijp en is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis Niet Anderszins Omschreven. Bij verdachte zijn er borderline trekken alsook antisociale trekken.
De kans op recidive wordt als matig ingeschat. Met name het lage zelfbeeld en de geringe zelfwaardering kunnen in relatie tot de seksuele deviatie en het onvermogen een bevredigende relatie te ontwikkelen in de toekomst fatalisme in de hand werken met kans op recidive. Hoewel hij zich bewust is van zijn grensoverschrijdend gedrag, is een behandeling nodig om het recidivegevaar te verminderen.
Vanwege de ernst van de persoonlijkheidsproblematiek is een intensieve behandeling nodig, bij voorkeur binnen een klinische behandelsetting nu de problematiek te veel verankerd is in de persoonlijkheid. De behandeling dient gericht te zijn op de ontwikkeling van de eigen identiteit en de egofuncties van verdachte.
Voornoemde problematiek heeft ook meegespeeld ten tijde van het ten laste gelegde en derhalve wordt geadviseerd om verdachte als licht verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen. De rechtbank neemt dit advies over.
De rechtbank houdt verder rekening met het rapport van de reclassering d.d. 23 juli 2014, waarin (voortbordurend op het psychologisch onderzoek) wordt geadviseerd tot het opleggen van bijzondere voorwaarden, zijnde een meldplicht, een behandelverplichting en een opname in een zorginstelling.
Laatstgenoemde voorwaarde acht de rechtbank, anders dan door de verdediging bepleit, wel aan de orde, gelet op de complexiteit van de persoonlijke problematiek zoals uit het psychologisch onderzoek naar voren komt en het ontbreken van een adequaat sociaal netwerk. Ook de frequentie en duur van het misbruik en de grote hoeveelheid aangetroffen afbeeldingen maken dat de rechtbank het nodig acht dat er thans intensief met verdachte zal worden gewerkt aan diens persoonlijke problematiek.
De rechtbank zal een voorwaardelijk strafdeel aan de op te leggen straf verbinden met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals voorgesteld door de reclassering in voornoemd rapport. Aan de voorwaarde tot opname in een kliniek wordt een periode van maximaal twee jaren verbonden.
Daarnaast is de rechtbank het met de officier van justitie eens dat er een contactverbod dient te komen met betrekking tot slachtoffer [slachtoffer 2], nu zij zich in Nederland bevindt en zich volgens haar ouders op dit moment niet herinnert wat er zich destijds heeft afgespeeld. De ouders hebben aangegeven dit voor nu zo te willen houden. Ook het computertoezicht zal worden toegewezen, om verdachte er van te weerhouden weer dergelijke feiten te plegen.
Hoewel de rechtbank tot een iets andere bewezenverklaring komt dan geëist door de officier van justitie, acht zij de door de officier van justitie gevorderde straf gelet op de ernst van de gepleegde feiten passend en geboden.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van 5 jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. Deze proeftijd is van langere duur omdat verdachte, hoewel hij blijk geeft oprecht spijt te hebben en het verwerpelijke van zijn handelen in te zien, thans aan het begin van een persoonlijk traject met de begeleidingsinstanties staat en op er dit moment, mede gelet op het door de psycholoog genoemde matige recidivegevaar, nog ernstig rekening wordt gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Daarnaast acht de rechtbank verplicht contact met de reclassering en begeleiding van de verdachte zoals hierboven overwogen noodzakelijk. Voorwaarden van die strekking zullen aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.

7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

Benadeelde [slachtoffer 1]
Namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft diens moeder een vordering tot schadevergoeding van € 10.000 ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder 1 bewezen verklaarde feit. Vergoeding van de schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting.
De vordering zal dan ook worden toegewezen.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 1 bewezen verklaarde handelen, kort gezegd: verkrachting en ontucht met een minderjarige, aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
Benadeelde [slachtoffer 2]
Namens de benadeelde partij [slachtoffer 2]heeft diens vader een vordering tot schadevergoeding van € 5.000 ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van het onder 2 ten laste gelegde zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder 2 bewezen verklaarde feit. Vergoeding van de schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting.
De vordering zal dan ook worden toegewezen.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 2 bewezen verklaarde handelen, kort gezegd: ontucht met een minderjarige, aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 36f, 57, 240b, 244, 247 van het Wetboek van Strafrecht.

9.9. Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
veertig (40) maanden.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
(vijftien) (15) maandennietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van vijf (5) jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat verdachte:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
  • zich dient te melden zo frequent en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • gelet op de samenhang van psychische problematiek met het criminele gedrag dient mee te werken aan de aanmelding bij het IFZ (Indicatiestelling Forensische Zorg) en zich op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling dient te laten opnemen in de FPK te Assen of een nader te bepalen intramurale behandelsetting, voor maximaal twee jaren, waarbij hij zich moet houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling worden gegeven gedurende de proeftijd;
  • zich zal laten behandelen bij een nader te bepalen forensisch ambulante instelling of behandelaar, zulks ter beoordeling van de behandelaren van de klinische behandelsetting en de reclassering, waarbij hij zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gedurende de proeftijd;
  • gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 2], geboren op 16 oktober 2010, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • zal meewerken aan een computertoezicht, inhoudende dat de politie gedurende de proeftijd maximaal 6 keer per jaar op door hen te bepalen tijdstippen de inhoud van de gegevensdragers van verdachte controleert op kinderpornografisch materiaal.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 10.000, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan haar moeder, [ouder 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting door overmaking op rekening nummer NL10RABO0300425074 o.v.v. schadevergoeding [slachtoffer 1]
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 10.000, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
85 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 5.000, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan haar vader [ouder 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting door overmaking op rekening nummer NL25INGB0751501735 o.v.v. schadevergoeding [slachtoffer 2]
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 2]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 5.000, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
60 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.A. Boom, voorzitter,
mr. S.C.A. van Kuijeren en mr. M.S. de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.A.K. Ramdjan,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 augustus 2014.
Mr. M.S. de Vries is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.