Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Vordering van de officier van justitie
4.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- aanvullend proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 februari 2014 (los opgenomen);
- een lijst van inbeslaggenomen goederen d.d. 25 juni 2012, p.66-67;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 januari 2009, p. 74-81;
- Bijlage II (Media overview), p. 84-86;
- Bijlage IIA (Overzicht aangetroffen aantallen en collectiescan, p. 88-107;
- Bijlage III (Overzicht aantal aangetroffen films), p.109-112;
- Bijlage IIIA (Collectiescan aangetroffen films), p. 114-118;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 september 2013, p. 125-128;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 juli 2012, p. 136-138.
5.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sancties
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
tweehonderd (200) urentaakstraf in de vorm van een werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door honderd (100) dagen hechtenis,
drie (3) maanden,met bevel dat deze gevangenisstraf
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie (3) jaren;
- verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt;
- verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in
- verdachte geen medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen