Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 9 juli 2014 in de zaak tussen
IEF Capital Vastgoed Eta West B.V., te Amsterdam,
(gemachtigde: mr. J.A. Huijgen),
het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk, verweerder
V.O.F. Meerplein, te Zoetermeer,
Procesverloop
- het oprichten van een parkeergarage van twee lagen onder peil, commerciële ruimte, expeditieruimte, 98 bergingen bij de woningen en 35 parkeerplaatsen op de begane grond en 43 + 39 woningen van drie bouwlagen op de eerste, tweede en derde verdieping en 16 appartementen op de eerste, tweede en derde en vierde verdieping;
- twee verdiepingen met een detailhandelsfunctie;
- horecagelegenheid op de begane grond met daarboven twee bouwlagen met 9 shortstayappartementen en 2 appartementen met daarboven twee opbouwen ten behoeve van technische installaties,
Overwegingen
De aanvraag voor de onderhavige omgevingsvergunning is gedaan op 30 maart 2012, derhalve vóór de inwerkingtreding van artikel 3.1.6, tweede lid, van de Bro op 1 oktober 2012. Bij afwezigheid van overgangsrecht moet echter worden vastgesteld dat artikel 3.1.6, tweede lid, van de Bro directe werking heeft en derhalve ook geldt in het onderhavige geval waarin na de inwerkingtreding op de aanvraag is beslist.
1. Een bestemmingsplan kan – met in achtneming van het bepaalde in artikel 15 – voorzien in grootschalige (perifere) detailhandelsvestigingen: