Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
[naam en woonplaats passagier]
Y.C.N. [naam en woonplaats passagier]
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
De procedure
.
De feiten
De vordering
- € 4.300,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 oktober 2012;
nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en het Sturgeon‑arrest van het Europese Hof van Justitie (het Europese Hof) van 19 november 2009. De passagiers stellen dat Corendon vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 300,-- per passagier voor passagiers
[A.] respectievelijk € 400,-- per passagier voor passagiers [B.]. Omdat Corendon de compensatie niet heeft betaald, is Corendon ook de wettelijke rente daarover en de buitengerechtelijke kosten die de passagiers hebben moeten maken verschuldigd.