2.1.Tussen partijen zijn de volgende feiten onomstreden:
Mullglen is een rechtspersoon, opgericht door de heer [oprichter] teneinde daarin onder te brengen zijn enige vissersboot ‘Pacelli’. Tot de oprichting van deze rechtspersoon heeft [oprichter] de ‘Pacelli’ als eenmanszaak bedrijfsmatig geëxploiteerd.
Op 10 april 1998 heeft [eiseres in het incident] een offerte uitgebracht aan Mullglen voor werkzaamheden aan de ‘Pacelli’. De werkzaamheden betreffen een reguliere dokbeurt en het aanbrengen van een ballastkiel en sonarruimte ten bedrage van in totaal € 82.286,23. Mullglen heeft deze offerte geaccepteerd, waardoor tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen (hierna: de overeenkomst).
De voorzijde van de offerte vermeldt (ook in de Engelse taal) dat op alle offertes en alle overeenkomsten de aan de ommezijde vermelde voorwaarden van toepassing zijn. De achterzijde van de offerte vermeldt onderaan de volgende tekst:
“Op al onze offertes en alle overeenkomsten zijn van toepassing:
A.
onze Algemene Voorwaarden (…) en B. (aanvullend) de Cebosine-bepalingen (…)”
Daaronder staat een vertaling in de Engelse taal van deze tekst.
Artikel 18 van de eigen algemene voorwaarden van [eiseres in het incident] (hierna: de [naam-voorwaarden]) luidt, voor zover relevant:
“18.1 Alle geschillen (…) tussen partijen zijn onderworpen aan arbitrage overeenkomstig de statuten van de Raad van Arbitrage voor Metaalnijverheid en Handel.(…)
2. Ondernemer behoudt zich evenwel het recht voor om vorderingen en geschillen, wanneer die daarvoor naar zijn oordeel in aanmerking komen, te onderwerpen aan het oordeel van de gewone rechter”.
Artikel 16.1 van de Cebosine-voorwaarden (thans geheten en hierna ook: VNSI-voorwaarden) luidt, voor zover relevant:
“Alle geschillen welke tussen partijen bestaan zullen uitsluitend worden berecht door de bevoegde rechter te Rotterdam.”
Het schip was door Mullglen verzekerd bij Church & General.
Op 17 juni 1998 is het schip tijdens de uitvoering van de overeenkomst op de werf van [eiseres in het incident] door brand beschadigd.
Door Church & General is terzake de schade veroorzaakt door de brand een uitkering uit hoofde van de verzekering genoemd onder sub f. aan Mullglen gedaan.
Church & General c.s. hebben in een kort geding-procedure en een bodemprocedure bij de rechtbank te Rotterdam terzake de uitgekeerde schade een vordering ingesteld tegen de verzekeraar van [eiseres in het incident]. In afwachting van de uitkomst hiervan hebben partijen gezamenlijk telkens verzocht de onderhavige procedure in de hoofdzaak aan te houden.
Tweemaal eerder, in 1994 door [oprichter] en in 1997 door Mullglen, is een overeenkomst met [eiseres in het incident] tot stand gekomen voor werkzaamheden aan de ‘Pacelli’. In 1994 ging het om een verbouwing ad € 593.602,55, in 1997 ging het om een verbouwing ad € 482.368,36. Beide overeenkomsten waren schriftelijk vastgelegd en bevatten – voor zover hier van belang – de volgende bepalingen:
“Applicable to this Contract are:
(a)
The General Terms Of The Yard (…) and (b) – additional – The Cebosine Conditions. (…)
In case of any conflict between the conditions mentioned under a) and b) above the conditionms of this Contract, the conditions of this Contract shall prevail.
(…)
19. Differences of opinion
Any dispute which may arise in interpretation of the Specification, equipment supplied or workmanship to be referred to Arbitration in Dublin, mutually agreed upon.
Any other difference of opinion, which may occur due to this Contract or Agreements relating thereto, shall be presented to the District Court of Rotterdam, The Netherlands (…).”