Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 december 2014 in de zaak tussen
[eiseres], te [woonplaats], eiseres
Procesverloop
Overwegingen
“Gelet op het verhandelde ter zitting wordt de zolder niet regulier gebruikt als slaap-, woon- of eetkamer. Ook is zij niet voor zodanig gebruik ingericht. Wel wordt ze enkele malen per jaar gebruikt als slaapruimte voor kleinkinderen maar dit is, nu de zolder niet als slaapkamer is ingericht, onvoldoende om haar aan te merken als een ruimte die kennelijk als slaapkamer wordt gebruikt. Voorts kon de raad uit het feit dat de zolder niet voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit 2003 afleiden dat zij niet voor gebruik als slaapkamer is bestemd.”De Afdeling heeft in die zaak gelet hierop overwogen dat de beroepsgrond van eiseres die inhield dat de geluidbelasting ten onrechte is berekend op een hoogte van vijf meter in plaats van acht meter, niet slaagt. Omdat eiseres op dit punt geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft gesteld, ziet de rechtbank geen aanleiding daar in deze zaak anders over te oordelen.
17 december 2012 verleende omgevingsvergunning. Een eventueel nieuw planologisch besluit kan vervolgens aanleiding vormen voor eiseres om opnieuw een aanvraag om planschade bij verweerder in te dienen. Op de in het kader van onderhavige aanvraag te verrichten planvergelijking is een en ander evenwel niet van invloed.
€ 490.000,00, het bedrag waarvan L&W in zijn advies van 5 maart 2013 is uitgegaan.
€ 522.000,00.
5 februari 2014, ECLI:NL:RVS:2014:305, van oordeel dat verweerder met het onder 11.5 overwogene heeft kunnen volstaan. Uit deze uitspraak volgt voorts dat, anders dan eiseres heeft betoogd, de omstandigheid dat de voorgestelde maatregel afhankelijk is van onzekere nadere besluitvorming niet in de weg hoeft te staan aan de conclusie dat de schade deels in natura is gecompenseerd.
25 september 2014 verklaard dat de omvang van de schade die in natura is gecompenseerd, gelijk aan die in de planschadebesluiten ten aanzien van de woningen aan de [adres 2], moet worden gekwantificeerd op € 14.000,00. Verweerder heeft dat bedrag ter zitting onderschreven. Daarvan uitgaande bedraagt de schade € 18.280,00 (€ 32.280,00 - € 14.000,00).
.Daarnaast stelt eiseres dat het percentage van het schadebedrag dat tot het normaal maatschappelijk risico behoort nog verder moet worden verlaagd, omdat haar woning op bijzonder korte afstand van de planologische ontwikkeling is gelegen.
(€ 18.280,00 - € 10.760,00).
€ 7.520,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de ontvangst van de aanvraag. De rechtbank zal bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit voor zover dat is vernietigd.
Beslissing
mr. drs. M.M. Kaajan, leden, in aanwezigheid van mr. W.I.K. Baart, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 december 2014.