Uitspraak
28 november 2014 in de zaak tegen:
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 december 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met zeventien mededaders betrokken was bij het kraken van leegstaande appartementen in Haarlem. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders op 11 mei 2014 wederrechtelijk zijn binnengedrongen in de woningen aan de Antillenweg, waarvan het gebruik door de rechthebbenden was beëindigd. Tijdens de kraakactie hebben zij ook vernielingen aangericht aan de woningen, wat heeft geleid tot materiële en financiële schade voor de rechthebbenden. De rechtbank heeft de preliminaire verweren van de verdediging, die strekten tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie en bewijsuitsluiting, verworpen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een huisrecht en dat de politie terecht heeft ingegrepen. De verdachte is schuldig bevonden aan medeplegen van kraken en vernielingen, en de rechtbank heeft een taakstraf van zestig uren opgelegd, waarvan dertig uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast zijn er verbeurdverklaringen uitgesproken voor de in beslag genomen voorwerpen die zijn gebruikt bij de strafbare feiten. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld.