ECLI:NL:RBNHO:2014:11786
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- B.J.G. Leeuw
- E.J. van Keken
- M.W. Groenendijk
- Rechtspraak.nl
Uitkeringsfraude in de vorm van samenwoonfraude met recidive
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 12 december 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van uitkeringsfraude, specifiek samenwoonfraude. De verdachte heeft gedurende een lange periode, van 7 maart 2008 tot en met 30 september 2013, opzettelijk nagelaten om tijdig de benodigde gegevens te verstrekken aan de gemeente Haarlem, wat resulteerde in een onterecht ontvangen uitkering op basis van de Wet werk en bijstand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De verdachte heeft tijdens de terechtzitting een bekennende verklaring afgelegd, en de rechtbank heeft verschillende bewijsmiddelen in overweging genomen, waaronder rapporten van de gemeente en ingevulde formulieren door de verdachte zelf.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het bewezenverklaarde feit strafbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De rechtbank heeft de ernst van de zaak in overweging genomen, vooral gezien het aanzienlijke benadelingsbedrag van circa € 85.500,- en het feit dat de verdachte eerder al was veroordeeld voor een soortgelijk feit. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte, ondanks eerdere veroordelingen, niet heeft geleerd van haar fouten en dat haar handelen de onderlinge solidariteit in het sociale zekerheidsstelsel ondermijnt.
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat zij moeder is van twee minderjarige kinderen. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden. De rechtbank heeft de uitspraak gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, en mr. Leeuw was buiten staat om het vonnis mede te ondertekenen.