Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap REPA Transportbanden B.V., gevestigd te Uitgeest
de besloten vennootschap [X], gevestigd te Berkhout
Het procesverloop
De vaststaande feiten
23 september 2013.
Het geschil
€ 5.389,34, wegens levering en montage van een transportband ‘H46’, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 22 oktober 2013 tot de dag van betaling. Verder vordert REPA veroordeling van De Wit tot betaling binnen vijf dagen na betekening van het te wijzen vonnis van een bedrag van € 9.825,53 wegens geleverde diensten – hiervan maakt deel uit een bedrag van € 1.923,90 inclusief btw voor de levering van transportband ‘H58’ – te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 24 november 2013 tot de dag van betaling en tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 927,15 en de proceskosten met nakosten.
De beoordeling
€ 927,15 wijst de kantonrechter af. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting kan naar het oordeel van de kantonrechter niet worden vastgesteld dat REPA incasso-inspanningen heeft verricht dan wel laten verrichten ter verkrijging van haar vordering.
e-mailbericht van 18 november 2013 heeft verzocht alsnog deugdelijk na te komen en dat REPA bij e-mailbericht van 19 november 2013 heeft aangegeven aan dit verzoek geen gevolg te geven. Hiermee staat vast dat REPA in verzuim is gekomen en op grond van het bepaalde in artikel 6:74, tweede lid, van het BW in beginsel verplicht is de schade die De Wit heeft geleden te vergoeden.