Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten en omstandigheden
3.Verzoek
4.Verweer en zelfstandig verzoek
5.Beoordeling
per kindper maand met ingang van 1 september 2012.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 8 januari 2014 uitspraak gedaan in een familiekwestie tussen een vrouw en een man, die eerder met elkaar gehuwd waren en inmiddels gescheiden zijn. De vrouw had verzocht om wijziging van de kinderbijdrage die de man aan haar diende te betalen voor hun minderjarige kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw in haar verzoek niet ontvankelijk was, omdat de oudste dochter inmiddels meerderjarig was geworden. De man voerde verweer en stelde dat de vrouw niet-ontvankelijk verklaard diende te worden, omdat de situatie van de kinderen was veranderd en de vrouw haar verplichtingen niet was nagekomen. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de wijziging van de woonsituatie van de kinderen en de financiële draagkracht van de man. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de vrouw de procedure nodeloos had gevoerd, wat heeft geleid tot een kostenveroordeling in het voordeel van de man. De rechtbank heeft de vrouw veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op een totaal van € 1.178,--. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in procedures rondom alimentatie en de verantwoordelijkheden van beide ouders.