ECLI:NL:RBNHO:2014:11316

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 september 2014
Publicatiedatum
1 december 2014
Zaaknummer
C/14/156743 / HA RK 14-122
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid

In deze zaak heeft verzoeker op 2 en 4 september 2014 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. M.S. Lamboo, de behandelend rechter-commissaris in een lopende insolventiezaak. Dit verzoek volgde op een eerder verzoek dat op 10 juli 2014 was ingetrokken. De wrakingskamer heeft besloten geen mondelinge behandeling van het verzoek te plannen, omdat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. De wrakingskamer oordeelt dat verzoeker niet voldoende feiten en omstandigheden heeft aangedragen die het vermoeden wettigen dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. De kritiek van verzoeker op de werkwijze van de bewindvoerder en de rechter is niet onderbouwd met concrete feiten die wijzen op een gebrek aan onpartijdigheid. De rechtbank stelt dat een verzoek tot wraking gemotiveerd moet zijn en dat de verzoekende partij moet aantonen dat er redenen zijn om aan de onpartijdigheid van de rechter te twijfelen. Aangezien verzoeker hier niet in is geslaagd, wordt het verzoek tot wraking buiten behandeling gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR

Wrakingskamer
zaaknummer: C/14/156743 / HA RK 14-122
Datum uitspraak : 10 september 2014
BESLISSINGop het schriftelijk verzoek tot wraking ingevolge artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: verzoeker.

1.PROCESVERLOOP

Bij brieven van 2 en 4 september 2014 heeft verzoeker een verzoek gedaan tot wraking van mr. M.S. Lamboo (hierna te noemen: de rechter) als behandelend rechter-commissaris in de bij deze rechtbank, locatie Alkmaar, aanhangige zaak met insolventienummers C/14/12/157 R en /158 R.
De rechter heeft niet berust in de wraking en heeft het verzoek – met opgave van verhinderdata – in handen gesteld van de griffier van de wrakingskamer.
De wrakingskamer heeft op grond van de hierna opgenomen overwegingen besloten geen datum te bepalen voor een mondelinge behandeling van het verzoek.

2.BEOORDELING VAN HET VERZOEK

Verzoeker heeft het verzoek tot wraking gedaan nadat een eerder verzoek tot wraking van verzoeker en diens echtgenote ter zitting van de wrakingskamer van 10 juli 2014 in goed overleg was ingetrokken door beide verzoekende partijen. Thans heeft verzoeker opnieuw een wrakingsverzoek ingediend nadat de rechter op 15 augustus 2014 een voortgangsgesprek met de bewindvoerder en verzoeker en diens echtgenote had gehouden in de lopende schuldsaneringsregelingen.
Naar het oordeel van de wrakingskamer dient het verzoek wegens kennelijke
niet-ontvankelijkheid buiten behandeling te worden gesteld.
Verzoeker heeft bij mailbericht van 2 september j.l. laten weten dat opnieuw een wrakingsproces moet plaatsvinden,
niet wegens een persoonlijke kwestie jegens de rechter maar als een zakelijk optelsom.Bij mailbericht van 4 september j.l., met bijlagen, heeft verzoeker gronden aangevoerd.
Dit stuk behelst, onder verwijzing naar bovengenoemd voortgangsgesprek waarvan het opgemaakte proces-verbaal een van de bijlagen vormt, een aantal kritiekpunten op handelen of nalaten van de bewindvoerder en/of de rechter(-commissaris). Verzoeker stelt dat de rechter haar controlerende taak jegens de bewindvoerder niet uitvoert.
Onder verwijzing naar het hierboven genoemde wettelijke kader alsmede naar paragraaf 4.1. van het hierna te noemen wrakingsprotocol stelt de rechtbank voorop dat een verzoek tot wraking gemotiveerd dient te zijn. De verzoekende partij dient opgave te doen van de feiten en omstandigheden die het vermoeden wettigen dat de rechter bij de behandeling van de zaak niet onpartijdig of onafhankelijk zal zijn.
Verzoeker heeft aan dit vereiste niet voldaan. Immers, de enkele omstandigheid dat verzoeker meent redenen te hebben voor kritiek op de werkwijze van zowel de bewindvoerder als de rechter levert geen feiten of omstandigheden op die erop wijzen dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Het verzoek mist dan ook iedere onderbouwing, zodat het zich niet leent voor inhoudelijke beoordeling.
Overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 9.1., in samenhang met paragraaf 4.1. van het wrakingsprotocol van deze rechtbank – op internet te vinden op de website van deze rechtbank onder: www. rechtspraak.nl/Rechtbank Noord-Holland/Regels en procedures – zal de wrakingskamer het verzoek tot wraking wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling stellen.

3.BESLISSING

De rechtbank:
- stelt het verzoek tot wraking buiten behandeling;
Deze beslissing is gegeven door mr. P.H.B. Littooy, voorzitter, mr. P.G. Vroom en mr.
L.J. Saarloos, leden van de wrakingskamer, en uitgesproken in tegenwoordigheid van
mr. F. van den Brink, griffier, ter openbare terechtzitting van
10 september 2014.