Uitspraak
RECHTBANK ALKMAAR
1.PROCESVERLOOP
2.BEOORDELING VAN HET VERZOEK
Naar het oordeel van de wrakingskamer dient het verzoek wegens kennelijke
niet-ontvankelijkheid buiten behandeling te worden gesteld.
niet wegens een persoonlijke kwestie jegens de rechter maar als een zakelijk optelsom.Bij mailbericht van 4 september j.l., met bijlagen, heeft verzoeker gronden aangevoerd.
Dit stuk behelst, onder verwijzing naar bovengenoemd voortgangsgesprek waarvan het opgemaakte proces-verbaal een van de bijlagen vormt, een aantal kritiekpunten op handelen of nalaten van de bewindvoerder en/of de rechter(-commissaris). Verzoeker stelt dat de rechter haar controlerende taak jegens de bewindvoerder niet uitvoert.
Verzoeker heeft aan dit vereiste niet voldaan. Immers, de enkele omstandigheid dat verzoeker meent redenen te hebben voor kritiek op de werkwijze van zowel de bewindvoerder als de rechter levert geen feiten of omstandigheden op die erop wijzen dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Het verzoek mist dan ook iedere onderbouwing, zodat het zich niet leent voor inhoudelijke beoordeling.
3.BESLISSING
L.J. Saarloos, leden van de wrakingskamer, en uitgesproken in tegenwoordigheid van
mr. F. van den Brink, griffier, ter openbare terechtzitting van
10 september 2014.