De beoordeling
10. Voor toewijzing van een vordering in kort geding is om te beginnen vereist dat sprake is van een spoedeisend belang. Dat is hier het geval, omdat het gaat om een vordering tot doorbetaling van loon na een ontslag op staande voet.
11. Verder is voor toewijzing van de vordering van [werknemer] in dit kort geding nodig dat het in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering ook in een gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding geen plaats. Dat dient te gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
12. Het gaat in dit kort geding om de vraag of Multitubes moet worden veroordeeld tot wedertewerkstelling en tot doorbetaling van loon met ingang van 13 juni 2014. Daarbij moet worden beoordeeld of het ontslag op staande voet per 13 juni 2014 rechtsgeldig is of niet. Daarover wordt het volgende overwogen.
13. Volgens artikel 7:677 lid 1 BW is ieder der partijen bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder gelijktijdige mededeling van die reden aan de wederpartij. In artikel 7:678 lid 1 BW is bepaald dat voor de werkgever als dringende redenen voor een ontslag op staande voet worden beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
14. Anders dan [werknemer], is de kantonrechter van oordeel dat het ontslag op staande voet onverwijld is gegeven. De omstandigheden die voor Multitubes aanleiding waren voor het ontslag op staande voet hebben zich voorgedaan op 11 juni 2014. [werknemer] is op die dag naar huis gestuurd, waarna Multitubes op 11 en 12 juni 2014 nader onderzoek heeft gedaan naar eerdergenoemd probleem met de etiketteermachine. Nadat dit onderzoek was afgerond, heeft Multitubes [werknemer] bij brief van 13 juni 2014 ontslagen. Gelet op die gang van zaken heeft Multitubes voldoende voortvarend gehandeld.
15. De kantonrechter overweegt dat Multitubes twee feiten als dringende reden voor het ontslag op staande voet aan [werknemer] heeft meegedeeld, te weten het bewust saboteren en vertragen van de machine waaraan hij werkte, en de weigering om – zonder voorafgaande beloning – te vertellen hoe hij het probleem aan de machine heeft opgelost. Vooropgesteld moet worden dat de bewijslast van de dringende reden en van beide genoemde feiten op Multitubes rust. Als Multitubes er niet slaagt om beide genoemde feiten te bewijzen, kan het ontslag op staande voet geen stand houden. In het kader van dit kort geding is ook voldoende als Multitubes die feiten aannemelijk maakt.
16. Voor zover Multitubes op de zitting heeft aangevoerd dat de beide genoemde feiten ook ieder op zichzelf en los van elkaar al een dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren, kan zij daarin niet worden gevolgd. Uit rechtspraak volgt dat als van een aan de werknemer medegedeeld feitencomplex slechts een gedeelte in rechte komt vast te staan, het ontslag op staande voet alleen geldig is indien: a. dat gedeelte op zichzelf beschouwd kan worden als een dringende reden voor ontslag op staande voet, b. de werkgever heeft gesteld dat hij de werknemer ook op staande voet zou hebben ontslagen indien hij daarvoor niet meer grond zou hebben gehad dan in rechte is komen vast te staan, en c. dit laatste voor de werknemer in het licht van de gehele inhoud van die aanzegging en de overige omstandigheden van het geval ook duidelijk moet zijn geweest (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 16 juni 2006, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:HR:2006: AW6109, en in NJ 2006/340). Multitubes heeft in de ontslagbrief van 13 juni 2014 beide genoemde feiten – het saboteren van de machine en de weigering om de oplossing mee te delen – als dringende reden meegedeeld aan [werknemer]. In die brief is niet aangegeven dat ieder feit op zichzelf al reden is voor ontslag op staande voet en er is ook niet gesteld dat [werknemer] dit heeft moeten begrijpen. Dat betekent dat beide genoemde feiten ieder op zichzelf en los van elkaar geen dringende reden voor ontslag op staande voet kunnen opleveren.
17. Uit de stukken en op de zitting is de kantonrechter gebleken dat Multitubes ervan uitgaat dat [werknemer] gedurende een periode van twee tot drie maanden de etiketteermachine bewust heeft vertraagd, door in het mechanische deel van de machine sabotage te plegen. Die sabotage kan, naar de kantonrechter begrijpt, in die machine op zes à zeven plaatsen worden uitgevoerd, onder meer door een “lezer” of “laser” geheel of gedeeltelijk af te dekken, of door de afstelling van bepaalde onderdelen te beïnvloeden. Echter, ook vast staat dat Multitubes in genoemde periode niet heeft kunnen constateren dat die sabotage zich daadwerkelijk heeft voorgedaan en hoe [werknemer] dat dan zou hebben gedaan.
18. Nu Multitubes niet heeft kunnen vaststellen dat daadwerkelijk sprake is geweest van sabotage, is naar het oordeel van de kantonrechter in deze procedure ook niet aannemelijk gemaakt dat [werknemer] zich daaraan schuldig heeft gemaakt. Het valt ook niet in te zien dat [werknemer] die sabotage heeft kunnen plegen zonder dat Multitubes dit op enig moment heeft kunnen constateren. Zoals hiervoor is overwogen, kan de mechanische sabotage zich maar op een beperkt aantal plaatsen voordoen. Aangenomen moet worden dat Multitubes een dergelijke sabotage in ieder geval op enig moment moet hebben kunnen vaststellen als daarvan daadwerkelijk sprake was geweest. Dat is temeer het geval nu de machine kennelijk meerdere maanden op halve kracht heeft gedraaid en ook wordt gebruikt op tijdstippen waarop [werknemer] niet werkzaam was. Zeker in perioden van afwezigheid van [werknemer] had een eventuele sabotage dan ontdekt moeten worden. Als de machine door [werknemer] handmatig op halve kracht is gezet, zoals door Multitubes op de zitting nog is opgemerkt, dan had dit moeten worden ontdekt in zijn afwezigheid, dan wel had de machine in zijn afwezigheid weer op volle kracht moeten draaien. Multitubes heeft echter in de stukken en op de zitting niet nader uitgelegd of toegelicht hoe de sabotage niettemin onopgemerkt is kunnen blijven. Ook op de stelling van de advocaat van [werknemer] op de zitting dat niet valt in te zien hoe [werknemer] de sabotage onopgemerkt heeft kunnen plegen, is door Multitubes niet gereageerd, althans niet gemotiveerd.
19. Het voorgaande brengt mee dat Multitubes er in het kader van dit kort geding niet in is geslaagd om aannemelijk te maken dat [werknemer] de etiketteermachine bewust heeft vertraagd door sabotage. Dat betekent dat één van de feiten die ten grondslag is gelegd aan het ontslag op staande voet, niet is komen vast te staan. Zoals hiervoor onder punt 15 en 16 is overwogen, brengt dit mee dat dit ontslag daarom geen stand kan houden. De kantonrechter kan gelet daarop ook in het midden laten of [werknemer] al dan niet heeft geweigerd om te vertellen wat de oplossing is voor het probleem met de machine en of dit een dringende reden oplevert voor ontslag op staande voet.
20. De conclusie is dat het ontslag op staande voet in dit kort geding niet rechtsgeldig moet worden geacht en dat het in voldoende mate waarschijnlijk is dat de vorderingen van [werknemer] in een bodemprocedure zullen worden toegewezen. Multitubes zal dus worden veroordeeld tot loondoorbetaling. Ook de vordering tot betaling van wettelijke rente wordt toegewezen, omdat Multitubes te laat betaalt en in verzuim is. De gevorderde wettelijke verhoging wordt gemaximeerd op 10%. Verder wordt de gevorderde wedertewerkstelling toegewezen, omdat Multitubes daartegen geen verweer heeft gevoerd. Multitubes zal een termijn worden gegeven tot 1 september 2014 voor wedertewerkstelling, zodat partijen daarover nog overleg kunnen voeren en Multitubes nog maatregelen kan nemen om tewerkstelling mogelijk te maken. De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd op € 25.000,00.
21. Omdat Multitubes ongelijk krijgt, moet zij de proceskosten van [werknemer] betalen.