In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 september 2014 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen N.S. Reizigers B.V. (NSR) en een werknemer. NSR verzocht om ontbinding op basis van een dringende reden, namelijk een ongeloofwaardige ziekmelding van de werknemer, die volgens NSR zijn ziekmelding had misbruikt om op vakantie naar Spanje te gaan. De werknemer had zich op 2 juni 2014 ziekgemeld, terwijl hij op 12 juni 2014 naar Spanje was afgereisd. NSR stelde dat de werknemer het vertrouwen had beschaamd door deze reis niet te melden en dat er sprake was van een verstoring van de arbeidsverhouding.
De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat NSR niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de stelling dat de ziekmelding ongeloofwaardig was. Er was geen deskundig oordeel van de bedrijfsarts of het UWV over de arbeidsongeschiktheid van de werknemer overgelegd. De kantonrechter concludeerde dat de werknemer serieuze medische klachten had en dat er geen sprake was van misbruik van de ziekmelding. Hoewel de werknemer het vertrouwen had beschaamd door zijn reis niet te melden, waren deze misstappen niet van dien aard dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was. De kantonrechter hield rekening met het langdurige dienstverband en de onberispelijke staat van dienst van de werknemer.
Daarom heeft de kantonrechter het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij beide partijen hun eigen kosten dragen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier.