Uitspraak
[naam eiser]
[naam gedaagde]
.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert eiser, na het beëindigen van een affectieve relatie, terugbetaling van door hem betaalde rekeningen ten behoeve van gedaagde. Eiser heeft tijdens de samenwoning een bedrag van € 3.545,76 aan rekeningen voor gedaagde betaald. Na de beëindiging van de relatie heeft eiser geprobeerd dit bedrag terug te vorderen. Gedaagde heeft hiertegen verweer gevoerd en een voorwaardelijke tegenvordering ingesteld van € 10.000,-- op basis van onrechtmatig handelen, waaronder stalking en bedreiging. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen algemene regel bestaat die verplicht tot terugbetaling van bedragen die tijdens een affectieve relatie zijn betaald, tenzij er specifieke afspraken zijn gemaakt. Eiser heeft gesteld dat dergelijke afspraken zijn gemaakt, maar deze stelling is door gedaagde betwist en niet voldoende onderbouwd. De kantonrechter heeft daarom de vordering van eiser afgewezen, omdat deze ongegrond werd geacht. De tegenvordering van gedaagde werd niet behandeld, omdat de voorwaarde waaronder deze was ingesteld niet was vervuld. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 400,--, en tot betaling van maximaal € 100,-- aan nasalaris. Het vonnis is uitgesproken op 24 april 2014 door kantonrechter F.M. Visser.