Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verzoekster], te [woonplaats], verzoekster
het college van burgemeester en wethouders van Haarlem, verweerder.
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
ECLI:NL:CRVB:2008:BG8776).
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 oktober 2014 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, een moeder met twee Nederlandse kinderen, had een aanvraag ingediend voor opvang op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), nadat haar eerdere aanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem was afgewezen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster sinds januari 2011 in Nederland verblijft, maar geen verblijfsvergunning heeft. Ondanks het ontbreken van rechtmatig verblijf, oordeelde de voorzieningenrechter dat op grond van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) de gemeente verplicht is opvang te bieden aan verzoekster en haar kinderen. De voorzieningenrechter benadrukte dat de kinderen, gezien hun kwetsbare leeftijd, recht hebben op bescherming van hun privéleven en dat het weigeren van opvang in strijd is met dit artikel. De voorzieningenrechter heeft de gemeente Haarlem opgedragen om opvang te realiseren voor verzoekster en haar kinderen, tot zes weken na de beslissing op bezwaar. De uitspraak is gedaan in het openbaar en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.