In deze zaak vordert de werknemer, die sinds 5 oktober 2005 in dienst is bij Action Nederland B.V., betaling van loon tijdens ziekte vanaf 19 december 2011 tot de datum waarop de dienstbetrekking rechtsgeldig zou zijn geëindigd. De werknemer was sinds 3 juni 2009 wegens ziekte uitgevallen en had een loonsanctie opgelegd gekregen door het UWV, die oorspronkelijk tot 30 mei 2012 zou duren. Action had de arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 juni 2012, maar de werknemer betwistte de rechtsgeldigheid van deze opzegging, stellende dat de loonsanctie voortduurde tot 30 mei 2012 en er dus een opzegverbod gold tijdens ziekte.
De kantonrechter oordeelt dat de loonsanctie niet is verkort tot 17 december 2011, zoals Action had gesteld, maar dat deze tot 30 mei 2012 heeft voortgeduurd. Dit betekent dat de verplichting tot loondoorbetaling tijdens ziekte ook voortduurde tot die datum. De kantonrechter concludeert dat de opzegging door Action in strijd is met het opzegverbod tijdens ziekte en dus vernietigbaar is. Action wordt veroordeeld tot betaling van € 421,17 bruto per maand aan de werknemer, met een wettelijke verhoging en rente. Tevens moet Action de proceskosten van de werknemer vergoeden.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers bij loonsancties en de bescherming van werknemers tijdens ziekte, evenals de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met ontslagprocedures in dergelijke situaties.