ECLI:NL:RBNHO:2013:CA2680

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
C/15/202981/HA RK 13/36
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek tegen kantonrechter wegens procesbeslissing

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 7 juni 2013 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker tegen de kantonrechter, Mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg. Het verzoek tot wraking was ingediend op 6 mei 2013, naar aanleiding van een afwijzing van een verzoek om uitstel van een comparitie van partijen. De comparitie was oorspronkelijk gelast bij tussenvonnis van 24 januari 2013 en zou plaatsvinden op 19 maart 2013. De verzoeker had verzocht om uitstel, maar dit verzoek werd niet ingewilligd.

De rechtbank oordeelde dat een procesbeslissing, zoals de afwijzing van het uitstel, op zichzelf onvoldoende grond biedt voor wraking. De rechter moet in staat zijn om tussentijdse beslissingen te nemen en te motiveren om de voortgang van het proces te waarborgen. Het nemen van een dergelijke beslissing impliceert niet automatisch dat de rechter vooringenomen is of dat er een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid bestaat.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten en omstandigheden die door de verzoeker zijn aangevoerd, geen aanwijzingen geven voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking dan ook afgewezen en bevolen dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer: C/15/202981/HA RK 13/36
Beslissing van 7 juni 2013
Op het verzoek tot wraking ingediend door:
[verzoeker]
wonende te [woonplaats]
verzoeker.
Het verzoek is gericht tegen:
Mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg
hierna te noemen: de kantonrechter.
Procesverloop
Verzoeker heeft op 6 mei 2013 schriftelijk de wraking verzocht van de kantonrechter in de bij deze rechtbank, afdeling privaatrecht, sectie kanton, locatie Haarlem aanhangige zaak met als zaaknummer 578286/CV EXPL 12-13779, hierna te noemen: de hoofdzaak.
De kantonrechter heeft niet in de wraking berust en heeft schriftelijk op het verzoek gereageerd.
Het verzoek is vervolgens behandeld ter openbare zitting van de wrakingskamer van 3 juni 2013. Verzoeker, de kantonrechter en de wederpartij zijn in de gelegenheid gesteld op die zitting te worden gehoord. Blijkens informatie van Post.nl (Track & Trace) is de uitnodiging voor de zitting bezorgd aan het adres van verzoeker op 28 mei 2013, zodat verzoeker tijdig voor de zitting is uitgenodigd. De kantonrechter is verschenen. De verzoeker en de wederpartij hebben van de geboden gelegenheid, zonder bericht, geen gebruik gemaakt.
De beoordeling
Verzoeker heeft de kantonrechter gewraakt nadat zijn verzoek om uitstel van een comparitie van partijen was afgewezen.
Die comparitie van partijen was gelast bij tussenvonnis van 24 januari 2013 en als datum was daarna 19 maart 2013 bepaald. Omdat daarbij abusievelijk geen rekening was gehouden met verhinderdata van verzoeker, is hem voorgesteld de comparitiedatum nader te bepalen op 7 mei 2013. Verzoeker heeft om uitstel van die comparitie verzocht, welk uitstel niet is verleend.
Een rechter kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Uitgangspunt daarbij is dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing vormen dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert. Daarnaast kan de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd zijn indien sprake is van feiten of omstandigheden die, geheel afgezien van de persoonlijke instelling van de rechter in de hoofdzaak, grond geven om te vrezen dat een rechter niet onpartijdig is, waarbij ook de (te vermijden) schijn van partijdigheid van belang is .
Zoals de kantonrechter in haar verweer heeft betoogd, is de beslissing de comparitie niet uit te stellen een procesbeslissing.
Een procesbeslissing is voor de daarbij in het ongelijk gestelde partij op zichzelf onvoldoende grond voor wraking. Een rechter moet een tussentijds aan hem gevraagde procesbeslissing kunnen nemen en motiveren opdat het proces voortgang kan vinden. Met het nemen van een dergelijke beslissing blijkt onvermijdelijk van een standpunt van de rechter, maar dat impliceert niet zonder meer dat de rechter vooringenomenheid koestert, noch dat een vrees voor partijdigheid voor andere door de rechter te nemen beslissingen objectief gerechtvaardigd is. Er zijn ook geen andere omstandigheden gesteld of gebleken, waaruit moet worden geconcludeerd dat de procesbeslissing zelf is ingegeven door vooringenomenheid van de rechter.
De feiten en omstandigheden die verzoeker ter onderbouwing van zijn verzoek naar voren heeft gebracht, leveren dus geen grond op voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden en vormen geen grond voor wraking. De rechtbank zal het verzoek daarom afwijzen.
Beslissing
De rechtbank
wijst het verzoek tot wraking van de kantonrechter af;
beveelt de griffier onverwijld aan verzoeker, de kantonrechter en de wederpartij een voor eensluidende gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden;
beveelt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.H.M. Bruin, voorzitter, mr. M. Daalmeijer en
mr. M. Flipse, leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van mr. I.M. ter Sluis, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2013.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.