ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1880
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Berekening kinderalimentatie en voorlopige voorzieningen in een echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 april 2013 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de vrouw om voorlopige voorzieningen in het kader van de echtscheiding. De vrouw verzocht om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind, alsook om het gebruik van de echtelijke woning. De rechtbank heeft de man verplicht om een maandelijkse bijdrage van € 437,- te betalen voor de kosten van het kind, met ingang van 1 april 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat de totale draagkracht van de man, na aftrek van zijn lasten, voldoende is om deze bijdrage te voldoen. De vrouw, die werkloos is en een minimumbijdrage van € 25,- per maand kan betalen, heeft geen verweer gevoerd tegen de verzoeken van de vrouw met betrekking tot de toevertrouwing van het kind en het gebruik van de echtelijke woning. De rechtbank heeft de vrouw het gebruik van de echtelijke woning toegewezen en bepaald dat het kind aan haar wordt toevertrouwd, met een regeling voor omgang met de man. Het verzoek om een partnerbijdrage van de vrouw is afgewezen, omdat de man geen ruimte heeft om deze te betalen naast zijn verplichtingen voor de kinderalimentatie en andere lasten. De rechtbank heeft de aanvaardbaarheidstoets voor de woonlasten van de man afgewezen, omdat deze al in de draagkrachtberekening was meegenomen. De uitspraak is gedaan in het belang van het kind, waarbij de rechtbank de behoefte van het kind en de draagkracht van beide ouders zorgvuldig heeft afgewogen.