ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1260

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
15/030996-04
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling en beëindiging verpleging van rechtswege met voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 29 april 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die op 3 augustus 2012 een vordering indiende bij de rechtbank. De officier van justitie verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. Tijdens de openbare raadkamerzitting op 15 april 2013 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. J.Y. Taekema, deskundigen en de officier van justitie gehoord. De deskundigen adviseerden dat de terbeschikkinggestelde de wens heeft om terug te keren naar Curaçao en dat verder verblijf in Nederland geen wezenlijke meerwaarde biedt voor zijn behandeling. De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen overgenomen en geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling kan worden verlengd, mits er goede afspraken worden gemaakt voor de overdracht van de zorg naar Curaçao.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. Tevens heeft de rechtbank alle voorwaarden voor de beëindiging van de verpleging opgeheven met ingang van 3 juni 2013. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van personen. De rechtbank heeft de beslissing gemotiveerd door te verwijzen naar de aard en ernst van het delict, het recidiverisico en de waarborgen die zijn getroffen voor de begeleiding van de terbeschikkinggestelde in Curaçao. De rechtbank heeft de voorwaarden voor de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging vastgesteld, waaronder het naleven van aanwijzingen van de kliniek en het innemen van medicatie.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige raadkamer
Parketnummer: 15/030996-04
Uitspraakdatum: 29 april 2013
BESLISSING van de rechtbank, naar aanleiding van de op 3 augustus 2012 ter griffie van deze rechtbank ingediende vordering van de officier van justitie, welke vordering ertoe strekt dat de rechtbank de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen),
thans verblijvende op de forensische tussenvoorziening van FPC Oostvaarderskliniek te Almere-Buiten,
zal verlengen met één jaar.
1. De procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken waaronder:
- het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 28 augustus 2006, waarbij betrokkene ter beschikking werd gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, wegens (kort weergegeven) diefstal met geweld, poging tot afpersing en mishandeling van een ambtenaar. De termijn nam een aanvang op 12 september 2006;
- de beslissing van deze rechtbank van 5 april 2012, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling is verlengd met één jaar;
- een advies als bedoeld in artikel 509o, tweede lid, aanhef en onder 1 van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 11 juli 2012, afkomstig van Forensisch Psychiatrisch Centrum Oostvaarderskliniek (hierna: de kliniek) en ondertekend door het hoofd van de kliniek, de psychiater en het hoofd behandeling, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling van één jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde als bedoeld in artikel 509o, tweede lid, aanhef en onder 2 van het Wetboek van Strafvordering, betreffende de periode tweede kwartaal 2011 tot en met eerste kwartaal 2012;
- een advies als bedoeld in artikel 509o, vierde lid van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 25 juni 2012, opgemaakt door [rapporteur 1], psychiater, niet verbonden aan de kliniek;
- een advies als bedoeld in artikel 509o, vierde lid van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 2 juli 2012, opgemaakt door [rapporteur 2], psycholoog, niet verbonden aan de kliniek;
- een reclasseringsadvies van Tactus verslavingszorg, opgesteld door senior reclasseringsmedewerker, gedateerd 16 augustus 2012;
- het proces-verbaal van aanhouding van deze rechtbank van 6 september 2012, waaruit blijkt dat het onderzoek ter zitting is geschorst teneinde nadere reclasseringsrapportage te doen opmaken;
- een aanvullend reclasseringsadvies van Tactus verslavingszorg, opgesteld door senior reclasseringsmedewerker, gedateerd 6 november 2012;
- de tussenbeslissing van deze rechtbank van 29 november 2012, waarbij de behandeling in raadkamer is heropend, de beslissing over de vordering tot verlenging van de maatregel tot terbeschikkingstelling is aangehouden en aan [rapporteur 2] en [rapporteur 1] de opdracht is gegeven nader onderzoek te doen naar de mogelijkheden om terbeschikkinggestelde hetzij gedwongen, hetzij vrijwillig te laten behandelen door de Capriles Kliniek te Curaçao;
- de aanvulling tussenbeslissing van deze rechtbank van 4 december 2012;
- een proces-verbaal van aanhouding van deze rechtbank van 15 november 2012;
- een psychiatrisch en psychologisch pro justitie rapport opgesteld door [rapporteur 1], psychiater, en [rapporteur 2], psycholoog, gedateerd 15 maart 2013.
Op 15 april 2013 is de vordering op een openbare raadkamerzitting verder behandeld. Daarbij zijn gehoord de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. J.Y. Taekema, advocaat te 's-Gravenhage, de deskundigen [rapporteur 1], [rapporteur 2] en [rapporteur 3] en de officier van justitie.
Van dit verhoor is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
2. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de terbeschikkingstelling onvoorwaardelijk te beëindigen.
3. Het standpunt van betrokkene en zijn raadsman
Primair heeft de raadsman zich op het standpunt geteld dat de terbeschikkingstelling onvoorwaardelijk moet worden beëindigd en dat de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling moet worden afgewezen, zodat betrokkene op korte termijn naar Curaçao kan. Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de termijn met één jaar kan worden verlengd met de toezegging van de officier van justitie na afloop van de termijn geen nieuwe verlenging te vorderen. Meer subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de terbeschikkingstelling voorwaardelijk moet worden beëindigd.
4. De beoordeling
Rapport kliniek d.d. 11 juli 2012
Uit het advies van de kliniek blijkt het volgende. Bij betrokkene is sprake van schizofrenie van het gedesorganiseerde type. De psychotische problematiek wordt verder gekleurd door een angstige en achterdochtige basishouding die zijn oorsprong vindt in de jeugd van betrokkene waarin hij werd verwaarloosd en mishandeld. Betrokkene heeft forse problemen met de agressie- en impulsregulatie. Hij is erg vatbaar voor middelengebruik. Naast een antisociale levenshouding is betrokkene ook erg beïnvloedbaar door anderen. Momenteel is de agressie- en verslavingsproblematiek van betrokkene sterk verminderd.
Op korte termijn, bij een voorzetting van de huidige (werk)verloven, wordt het risico op recidive als laag ingeschat. Betrokkene toont momenteel een positieve behandelmotivatie, stelt zich begeleidbaar op en - zeer belangrijk - is medicatietrouw. Op de langere termijn wordt het recidiverisico als laag tot matig ingeschat, mits betrokkene binnen een geïndiceerde context kan worden geplaatst. De inschatting is dat betrokkene over onvoldoende capaciteiten beschikt om zelfstandig in de maatschappij een aanvaardbaar bestaan op te bouwen. In die situatie zou het recidiverisico dan ook sterk toenemen.
De kliniek adviseert de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar. Betrokkene zal naar de mening van de kliniek altijd afhankelijk blijven van externe structuur en begeleiding. De kliniek staat, gezien de kwetsbaarheid van betrokkene, een geleidelijk traject via het aanvragen van proefverlof voor ogen en te zijner tijd een doorplaatsing naar een reguliere RIBW. Teruggaan naar Curaçao acht de kliniek vooralsnog geen realistische optie.
Psychologisch rapport [rapporteur 2] d.d. 2 juli 2012
In eerdere rapportages van de kliniek werden als belangrijke risicofactoren genoemd betrokkenes psychotische ontregeling, middelengebruik, agressieregulatieproblematiek, impulsiviteit, beïnvloedbaarheid, ontbreken van maatschappelijke inbedding en het ontbreken van adequate copingmechanismen. Op al deze punten heeft behandeling gezorgd voor gunstige veranderingen, maar het zal zeer waarschijnlijk zo blijven dat hij levenslang kwetsbaar blijft voor psychotische ontregeling, impulsiviteit in denken en handelen en mogelijke beïnvloedbaarheid. Ook de bij herhaling geconstateerde problemen in medicatietrouw zijn inherent aan de kwetsbaarheid die zijn ziekte met zich meebrengt. Anders dan in eerdere rapportages is aangenomen acht de deskundige de schizofrenie niet van het gedesorganiseerde type. Daarnaast is er een consistent beeld dat er al lange tijd geen sprake meer is van problemen in de agressieregulatie. Betrokkene is uitbehandeld maar zal blijvend medicatie en begeleiding nodig hebben. Alles overziend is zowel maatschappelijke inbedding als continuering van zorg en begeleiding van groot belang, zowel voor zijn eigen welzijn als vanuit het oogpunt van bescherming van de maatschappij tegen mogelijke recidive. Voor het beloop van de schizofrene stoornis is van belang dat betrokkene een zo rustig mogelijke woonomgeving heeft en dat stressfactoren zoveel mogelijk worden teruggedrongen. Concreet betekent dit dat, gezien de diepe wens van betrokkene, ook moet worden overwogen hem terug te laten keren naar Curaçao. Verder verblijf in een RIBW in Nederland biedt voor betrokkene geen meerwaarde ten opzichte van verblijf op Curaçao. Het grootste verschil tussen de deskundige en de kliniek ligt erin dat de kliniek het rustiger aan wil doen met betrekking tot de afronding van het TBS traject.
De deskundige adviseert om door de kliniek en de reclassering te laten onderzoek of terugkeer naar Curaçao op korte termijn mogelijk is.
Psychiatrisch rapport [rapporteur 1] d.d. 25 juni 2012
Er is bij betrokkene sprake van schizofrenie van het ongedifferentieerde type. De antisociale trekken in de persoonlijkheid zijn mild. Betrokkene is uitbehandeld. De medicatie dient in principe levenslang te worden gecontinueerd, hetgeen met het oog op het gebeurde in de zomer van 2011 vooralsnog onder toezicht dient te gebeuren. De deskundige is van mening dat het, gelet op de wens van betrokkene terug te gaan naar Curaçao, duidelijk de voorkeur heeft dat de verdere resocialisatie van betrokkene onder toezicht van de reclassering en met passende begeleiding en behandeling door de lokale instellingen op Curaçao plaats vindt.
De deskundige is van mening dat het de voorkeur heeft de maatregel te verlengen en de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen, met verdere resocialisatie op Curaçao. Dit is wat betrokkene zelf graag wil en lijkt de grootste mate van veiligheid te bieden ten aanzien van de recidive. Indien dit juridisch niet mogelijk is, dan is het advies om de zaak drie maanden aan te houden teneinde de kliniek te laten onderzoek wat de mogelijkheden voor verdere begeleiding op Curaçao zijn. Mocht ook deze optie niet mogelijk zijn, dan is het advies om betrokkene in het kader van de voorwaardelijke beëindiging over te plaatsen naar een regulier RIBW met als uitdrukkelijk doel de TBS na dat jaar te beëindigen. Betrokkene is kwetsbaar voor terugval in psychose na medicatieontrouw en zal dat vermoedelijk blijven. Langere resocialisatie en een verblijf in een regulier RIBW zal aan dat risico vermoedelijk niets veranderen, en heeft dus in feite geen positieve invloed op het recidiverisico.
Tot slot merkt de deskundige op dat een blijvend risico is dat betrokkene vanuit beperkt ziekte-inzicht en zelfoverschatting zich alsnog onttrekt aan behandeling en zijn medicatie-inname staakt. Daar staat tegenover dat een gebrek aan behandelmotivatie, zoals voortkomend uit de frustratie omtrent het voortduren van de maatregel en het gebrek aan perspectief, eveneens kan leiden tot therapieontrouw, zoals vorig jaar zomer is gebleken.
Rapport [rapporteur 1] en [rapporteur 2] d.d. 25 maart 2013
Bij beslissing van 29 november 2012 heeft de rechtbank de behandeling in raadkamer heropend, de beslissing over de vordering tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling aangehouden en de deskundigen [rapporteur 2]en [rapporteur 1] de opdracht gegeven nader onderzoek te doen naar de mogelijkheden om terbeschikkinggestelde hetzij gedwongen, hetzij vrijwillige te laten behandelen door de Capriles Kliniek te Curaçao en daarover een rapport op te stellen.
In het rapport van de deskundige [rapporteur 1] en [rapporteur 2] van 15 maart 2013 dat is opgesteld in opdracht van de rechtbank staat het volgende vermeld.
Voor beide rapporteurs was het uitgangspunt voor nader onderzoek dat betrokkene de consequente wens heeft om zich op zo kort mogelijke termijn op Curaçao te vestigen; dat verder verblijf in Nederland in een RIBW-voorziening om die reden geen wezenlijke toevoeging meer vormt voor de afronding van zijn TBS traject, althans geen verdere vermindering van het recidiverisico met zich meebrengt; dat hij in psychiatrische zin uitbehandeld is en een voldoende stabiel evenwicht heeft bereikt en dat hij naar alle waarschijnlijkheid voor de rest van zijn leven afhankelijk zal blijven van psychiatrische (medicamenteuze) behandeling en aanvullende begeleiding.
Langdurige klinische opname in de Capriles Kliniek is voor betrokkene niet geïndiceerd omdat hij daarvoor te goed functioneert. Langdurige psychiatrische behandeling zal op Curaçao via ambulante psychiatrie moeten verlopen. Deze ambulante behandeling zal moeten bestaan uit voorzetting van zijn medicamenteuze behandeling en medicatieconsulten bij een psychiater. Concreet is mogelijk dat betrokkene in principe maandelijks medicatiecontacten heeft bij psychiater [rapporteur 4] of een collega van hem, en frequent bezoek krijgt van SPV-ers die ook beschikbaar zijn voor contact en overleg met de familie van betrokkene. Indien sprake is van (dreigende) terugval in een psychose of in drugsgebruik, is vrijwillige opname op de Psychiatrische Afdeling (PAAZ) van het St. Elisabeth Hospital te Curaçao mogelijk. De psychiater [rapporteur 4], die de ambulante zorg van betrokkene op zich zou willen en kunnen nemen, heeft nauwe banden met dit ziekenhuis en opname aldaar is zo nodig mogelijk. De Capriles kliniek blijft beschikbaar indien betrokkene onverhoopt zou terugvallen in psychose en een acute opname in gedwongen kader noodzakelijk is.
Indien het vinden van werk voor betrokkene niet mogelijk blijkt, kunnen de SPV-ers hem aanmelden voor een dagactiviteitencentrum van Sonrisa. Tevens lijken er mogelijkheden te zijn voor aanvullende begeleiding vanuit een kerkelijke organisatie die hulp biedt aan psychiatrische patiënten, waaronder mensen met een TBS verleden.
Concreet kan, indien het de intentie is om de terbeschikkingstelling te beëindigen, op korte termijn een afspraak worden gemaakt voor een eerste behandelcontact met psychiater [rapporteur 4]. Hiervoor is vooral van groot belang dat de zorgverzekering in orde is. [rapporteur 4] is bovendien bereid om vooraf contact te leggen met de familie van betrokkene die een belangrijke rol zullen moeten gaan vervullen als mantelzorgers van betrokkene.
Een eventuele korte opname op de PAAZ bij aankomst op Curaçao van betrokkene biedt een goede mogelijkheid voor betrokkene om in een veilige en gestructureerde setting zijn behandelaren te leren kennen en voor zijn behandelaren om betrokkene te observeren tijdens zijn hernieuwde kennismaking met Curaçao.
Toelichting deskundigen ter zitting
De deskundige [rapporteur 1] heeft bij de behandeling van de vordering voormeld advies van 15 maart 2013 toegelicht en onderschreven en heeft daaraan - zakelijk weergegeven - het volgende toegevoegd.
Betrokkene wil graag terug naar Curaçao. Deze wens zal hij over een jaar ook nog hebben. Een van de duidelijke voorwaarden voor vertrek naar Curaçao is het regelen van een zorgverzekering. Curaçao is onlangs overgegaan op een ander systeem. Als verdachte naar Curaçao vertrekt moet hij zich inschrijven op Curaçao en zich vervolgens met dat bewijs van inschrijving inschrijven bij de sociale verzekeringsbank. Dit zou in één dag geregeld kunnen worden. Voorts is het belangrijk dat betrokkene voordat hij vertrekt naar Curaçao al contact heeft gehad met de pyschiater [rapporteur 4]. De SPV-ers kunnen al contact opnemen met de familie van betrokkene. Betrokkene dient contact op te nemen met [rapporteur 4] en samen met de familie moet een datum worden geprikt waarop hij naar Curaçao zal vliegen. Als de terbeschikkingstelling onvoorwaardelijk wordt beëindigd zal betrokkene zelfstandig naar Curaçao reizen. De familie zal hem op het vliegveld ophalen en naar zijn woonplek brengen. Voor de eerste periode op Curaçao zou betrokkene medicijnen mee kunnen krijgen, bij voorkeur van de kliniek.
De deskundige [rapporteur 2] heeft bij de behandeling van de vordering voormeld advies van 15 maart 2013 onderschreven en daaraan - zakelijk weergegeven - het volgende toegevoegd.
Indien de zorgverzekering niet binnen één dag is geregeld, dan levert dit niet gelijk gevaar op. Dit gevaar ontstaat pas op langere termijn als alles misgaat én betrokkene terugvalt in drugsgebruik. Of betrokkene nu in Nederland of in Curaçao gaat integreren, hij zal hoe dan ook naar een situatie gaan waarbij dagelijkse controle van zijn medicijngebruik niet meer plaatsvindt. Omdat betrokkene is geboren op Curaçao zal de sociale verzekeringsbank verplicht zijn betrokkene te accepteren. Alle psychiatrische en ambulante zorg wordt door de zorgverzekering gedekt.
De deskundige [rapporteur 5] heeft desgevraagd ter zitting toegezegd dat de kliniek betrokkene zo veel mogelijk zal helpen bij een aantal praktische zaken indien betrokkene naar Curaçao mag vertrekken. Deze zaken betreffen het verstrekken van een medicijnvoorraad, het behulpzaam zijn bij het regelen van een intake bij de psychiater [rapporteur 1], het regelen van de dossieroverdracht en het ter beschikking stellen van een plek waar betrokkene kan verblijven totdat hij daadwerkelijk naar Curaçao vertrekt.
Oordeel rechtbank
De rechtbank neemt de adviezen van de deskundigen [rapporteur 1] en [rapporteur 2] over en maakt deze tot de hare. De rechtbank is gelet op deze adviezen en de toelichting daarop door de betreffende deskundigen van oordeel dat de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging op korte termijn kan worden beëindigd, mits aan de voorwaarde van een goede overdracht aan de toekomstige behandelaars op Curaçao is voldaan. Betrokkene zal zich onder behandeling stellen bij psychiater [rapporteur 4]. Teneinde de kliniek en betrokkene in de gelegenheid te stellen het verblijf op Curaçao voor te bereiden en de dossiers over te dragen aan psychiater [rapporteur 4] zal de rechtbank de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voorwaardelijk beëindigen. Tegelijkertijd is de rechtbank op basis van het verhandelde ter zitting en het dossier tot het oordeel gekomen dat, zodra die overdracht is geregeld, de maatregel onvoorwaardelijk kan en dient te worden beëindigd. De rechtbank zal de door haar geformuleerde voorwaarden daarom laten gelden voor de tijd tot 3 juni 2013 en de voorwaarden met ingang van deze datum ambtshalve opheffen, zodat met ingang van die datum de onvoorwaardelijke beëindiging een feit zal zijn en het toezicht door de kliniek met ingang van die datum kan worden beëindigd. Bij de beslissing tot deze beëindiging van de maatregel heeft de rechtbank in het bijzonder acht geslagen op de aard en ernst van het indexdelict, welke anders en minder zijn dan de gemiddelde feiten waarvoor tbs wordt opgelegd, het recidiverisico op zowel de korte als de lange termijn (laag dan wel laag-matig) en dat de begeleiding door zowel een psychiater als de SPV-ers en de familie in Curaçao voldoende is gewaarborgd. De rechtbank acht het daarbij van belang dat de kliniek, zoals toegezegd ter zitting, alles in het werk zal stellen om terbeschikkinggestelde bij de overdracht naar Curaçao te begeleiden, hem huisvesting en begeleiding te bieden tot het moment dat hij daadwerkelijk naar Curaçao vertrekt en hem medicatie zal meegeven.
Met het voorgaande wordt betrokkene het nodige perspectief geboden, hetgeen de medicatietrouw blijkens het advies van deskundige [rapporteur 1] ondersteunt. Nu blijkens dat advies medicatietrouw in dit geval de belangrijkste factor is ter voorkoming van recidive, is dit ook in het belang van de algemene veiligheid van personen. Door voor deze constructie te kiezen wordt de situatie gecreëerd dat de kliniek terbeschikkinggestelde zal (blijven) begeleiden en hem huisvesting zal (blijven) bieden tot het moment dat hij daadwerkelijk naar Curaçao zal vertrekken en wordt overgedragen aan de ambulante zorg en begeleiding door de psychiater [rapporteur 4] of een collega, de SPV-ers en zijn familie in Curaçao. De periode vanaf de datum van de uitspraak tot de daadwerkelijke beëindiging van de tbs met dwangverpleging is nodig om de overdracht naar Curaçao voor te bereiden en te realiseren.
De rechtbank neemt daarbij voorts in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Met inachtneming van de betrokken wetsartikelen, waaronder artikel 38d, 38e, 38g en 38i van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 509o, 509s en 509t van het Wetboek van Strafvordering, alsmede artikel 46 van het Reglement verpleging ter beschikking gestelden, komt de rechtbank tot de volgende beslissing.
5. De beslissing
De rechtbank:
Wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] voor de duur van één jaar.
Bepaalt dat de verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] voorwaardelijk wordt beëindigd onder de volgende voorwaarden:
- dat hij zich gedurende de voorwaardelijke beëindiging houdt aan de aanwijzingen en voorschriften te geven door FPC Oostvaarderskliniek;
- dat hij de aan hem voorgeschreven medicatie op de juiste tijd en wijze inneemt;
- dat hij zijn medewerking verleent aan het bewerkstelligen van de overdracht van zijn dossier aan zijn nieuwe behandelaar in Curaçao en aan het maken van afspraken met psychiater [rapporteur 4] en/of zijn vervanger.
Heft op alle aan de beëindiging van de verpleging van [terbeschikkinggestelde] gestelde voorwaarden met ingang van 3 juni 2013, zodat de verpleging van overheidswege eindigt met ingang van 3 juni 2013.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door:
mr. M. Koole, voorzitter,
mr. E.J. van Keken en mr. J.C.M. Swinkels, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.M.A. Richelle,
en in het openbaar uitgesproken op 29 april 2013.