ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ9306
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J.A. Plaisier
- A.C.M. Rutten
- J.J.M. Uitermark
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van witwassen na inbraak bij bedrijf
In de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van witwassen, heeft de rechtbank Noord-Holland op 4 februari 2013 uitspraak gedaan. De zaak betreft een inbraak die plaatsvond in de nacht van 24 op 25 november 2009 bij het bedrijf [bv] in Hoofddorp, waarbij bankpassen en codes voor telebankieren werden gestolen. Na de inbraak zijn er grote geldbedragen van de bankrekening van [bv] overgemaakt naar verschillende begunstigden. Een van deze overboekingen betrof een bedrag van 110.564 euro, dat op 25 november 2009 om 00:49 uur werd gestort op de bankrekening van [bedrijf], waar de verdachte werkzaam was en de bankzaken beheerde.
De verdachte heeft verklaard dat hij het geldbedrag op de rekening van [bedrijf] heeft ontvangen en dat hij daarmee openstaande rekeningen heeft voldaan. Hij ontkent echter enige kennis te hebben van het bedrijf [bv] en beweert dat hij nog geld tegoed had van een eerder bedrijf dat met een vergelijkbare naam begon. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte wist of had moeten vermoeden dat het geld afkomstig was van een misdrijf. Daarom heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte niet schuldig is aan het witwassen of de heling van het geldbedrag van 110.564 euro.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die had gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit, verworpen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de tenlastelegging niet bewezen kon worden verklaard en heeft de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 4 februari 2013.