ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8493

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 maart 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
593361 AO VERZ 13-65
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens diefstal van ingeleverd afval door werknemer

In deze zaak verzoekt de werkgever, een afvalverwerkingsbedrijf genaamd ReinUnie N.V., ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer, hierna te noemen [verweerder]. De werkgever stelt dat de werknemer zonder toestemming goederen heeft meegenomen van een Afval Breng Station, wat volgens het bedrijfsreglement niet is toegestaan. De werknemer heeft op 24 november 2012 een mountainbike en een skelterwiel meegenomen, wat door videobeelden is vastgelegd. Na een onderzoek door een extern bureau heeft de werkgever de werknemer op staande voet ontslagen wegens diefstal en verduistering. De werknemer heeft het ontslag betwist en verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, voor het geval deze nog zou bestaan, op basis van een dringende reden of veranderingen in de omstandigheden.

De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de werkgever geen duidelijk beleid heeft gevoerd met betrekking tot het meenemen van ingeleverd afval. Bovendien heeft de werkgever aan twee andere medewerkers, die zich aan dezelfde regels hebben onttrokken, een minder zware sanctie opgelegd. De kantonrechter oordeelt dat de werknemer weliswaar verwijtbaar heeft gehandeld, maar dat dit in de gegeven omstandigheden onvoldoende is om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter wijst het verzoek van de werkgever af en stelt dat de werknemer altijd naar behoren heeft gefunctioneerd en zich aan de regels heeft gehouden, met uitzondering van de enkele keer dat hij nalatig was in het vragen van toestemming. De beslissing houdt in dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Haarlem
zaak/rep.nr.: 593361 / AO VERZ 13-65
datum uitspraak: 18 maart 2013
BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST
inzake
de naamloze vennootschap ReinUnie N.V.
te Velsen-Zuid, gemeente Velsen
verzoekster
hierna te noemen ReinUnie
gemachtigde mr. G.R.M. van den Assum
tegen
[verweerder]
te [woonplaats]
verweerder
hierna te noemen [verweerder]
gemachtigde mr. J.I. Vervest
De procedure
Op 21 februari 2013 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van ReinUnie. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 4 maart 2013, tezamen met een door [verweerder] tegen ReinUnie ingestelde vordering in kort geding tot doorbetaling van loon (zaaknummer 590 VV EXPL 13-23). Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigden van partijen hebben pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.
De feiten
1. ReinUnie houdt zich bezig met afvalverwerking.
2. [verweerder] is op 1 juli 2001 bij (de rechtsvoorgangster van) ReinUnie in dienst getreden als chauffeur algemene dienst voor een salaris van (laatstelijk) € 2.378,00 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige cao-emolumenten. Vanuit zijn functie is [verweerder] onder meer werkzaam op het Afvalbrengstation (hierna: ABS) te Heemskerk.
3. Op de arbeidsovereenkomst is het bedrijfsreglement van 18 oktober 2005 van ReinUnie van toepassing. In artikel 1.19 van het bedrijfsreglement is onder meer het volgende bepaald: “Het meenemen van ingezameld afval is de medewerker slechts onder voorwaarden toegestaan. Het moet gaan om een enkel voorwerp van geringe waarde […] dat voor eigen gebruik bedoeld is. Daarnaast is altijd de toestemming van de direct leidinggevende nodig. Deze toestemming kan slechts verkregen worden via een daarvoor bestemd aanvraagformulier. Handel drijven met ingezameld afval is ten strengste verboden.”
4. Op 24 november 2012 heeft het bedrijfsrecherchebureau Interseco Investigations B.V. (hierna: Interseco), dat door ReinUnie was ingeschakeld voor het verrichten van onderzoek naar het meenemen en voor eigen gebruik aanwenden door medewerkers van ReinUnie van ingeleverde afval, video-opnamen bij het ABS Heemskerk gemaakt. Daarop is te zien dat [verweerder] een mountainbike en een skelterwiel meeneemt.
5. Op 19 december 2012 is [verweerder] bevraagd door twee rapporteurs van Interseco.
6. Blijkens de door [verweerder] voor akkoord ondertekende schriftelijke weergave van het interview op 19 december 2012 heeft [verweerder] op de vraag “Wat kunt u vertellen over de procedure/regels betreffende het wegnemen/meenemen van ingeleverd afval bij het ABS?” onder meer het volgende geantwoord: “Tot voor kort moest een formulier met een beknopte omschrijving van het mee te nemen goed worden ingevuld. Een leidinggevende, of iemand van de planning, moest hiervoor toestemming geven. Ik hoorde echter laatst van die jongens van het ABS, da[XXX] (opmerking kantonrechter: een van de leidinggevenden van ReinUnie) hen had verteld dat in het geheel geen goederen meegenomen mochten worden. […] Ik geloof het allemaal, weet u want ik neem toch nooit wat mee.”
7. Op de vraag “Heeft u in het verleden ingezameld/ingeleverd afval vanaf een ABS meegenomen, zonder dat u hiervoor expliciet toestemming had, bijvoorbeeld middels een ondertekend formulier zoals zojuist besproken?” heeft [verweerder] het volgende geantwoord: “Nee, wel middels een dergelijk formulier zoals besproken”.
8. Na te zijn geconfronteerd met de door Interseco op 24 november 2012 gemaakte videobeelden heeft [verweerder] erkend op die dag een mountainbike en een skelterwiel te hebben meegenomen en heeft hij voorts verklaard in de zomer van 2012 vier eetkamerstoelen te hebben meegenomen zonder daarvoor toestemming van ReinUnie te hebben gekregen.
9. Bij brief van 21 december 2012 heeft ReinUnie [verweerder] op staande voet ontslagen in verband met diefstal en verduistering.
10. Bij brief van 24 december 2012 heeft [verweerder] de nietigheid van het ontslag op staande voet ingeroepen en zich beschikbaar gesteld voor de bedongen arbeid.
Het verzoek
ReinUnie verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, voor het geval blijkt dat deze nog bestaat, primair wegens een dringende reden en subsidiair wegens veranderingen in de omstandigheden. ReinUnie stelt –samengevat – het volgende.
[verweerder] heeft zonder toestemming van ReinUnie goederen meegenomen die door inlevering bij het ABS Heemskerk eigendom zijn geworden van ReinUnie. [verweerder] heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan diefstal. Niet relevant is of het gaat om afval dat van geen of geringe economische waarde is. Met de diefstal heeft [verweerder] ReinUnie een dringende reden verschaft om hem op 21 december 2012 op staande voet te ontslaan. Voor het geval zou komen vast te staan dat dit ontslag niet rechtsgeldig is gegeven, vormt de diefstal in ieder geval een dringende reden om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] per direct te ontbinden.
ReinUnie rekent het [verweerder] zeer zwaar aan dat hij zonder toestemming goederen heeft meegenomen. ReinUnie maakt haar bedrijf van het inzamelen en verwerken van afval en genereert daarmee inkomsten. Zij moet haar medewerkers, die bij de inzameling en het vervoer van ingeleverde goederen betrokken zijn, volledig kunnen vertrouwen. [verweerder] heeft dit vertrouwen zodanig beschaamd dat van ReinUnie niet kan worden verlangd de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te laten voortbestaan. Deze dient dan ook op zo kort mogelijke termijn te worden ontbonden wegens een verandering in de omstandigheden.
Voor toekenning aan [verweerder] van een vergoeding is geen aanleiding, nu de verandering in de omstandigheden slechts aan [verweerder] valt te wijten.
Het verweer
[verweerder] concludeert primair tot afwijzing van het verzoek. [verweerder] voert daartoe het volgende aan.
Het is [verweerder] nooit geweigerd om goederen voor eigen gebruik mee te nemen, mits hij daarvoor, na invulling van een formulier, toestemming van een leidinggevende had gekregen. Het was niet altijd nodig om het formulier vooraf in te vullen en toestemming te verkrijgen. Als de formulieren op waren, mocht dat ook achteraf gebeuren. ReinUnie heeft nimmer rechtstreeks aan haar medewerkers laten weten, dat vanaf een bepaald moment helemaal niets meer mocht worden meegenomen, mondeling noch schriftelijk. Pas enige weken vóór december 2012 vernam [verweerder] bij geruchte dat dit doo[XXX] (hierna: [XXX]), teamleider van een ander team dan het team waarvan [verweerder] deel uitmaakte, zou zijn gezegd. De formulieren waarmee toestemming moet worden gevraagd, zijn echter nog steeds beschikbaar op de werkvloer en tot op de dag van vandaag krijgen medewerkers van ReinUnie toestemming om goederen mee naar huis te nemen.
De door [verweerder] meegenomen goederen vertegenwoordigden geen enkele economische waarde. Het was “oude troep”, die niet gerecycled zou worden. Die goederen kunnen daarom als “res nullius” worden aangemerkt, zodat van diefstal geen sprake is. [verweerder] heeft geen handel gedreven met de goederen die hij heeft meegenomen. Ze staan gewoon nog bij hem thuis. Zijn situatie is dan ook niet te vergelijken met die van medewerkers van ReinUnie die wel handel dreven met de door hem meegenomen goederen.
Voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden is dan ook geen grond.
Ook is geen sprake van een zodanige verandering in de omstandigheden dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden. [verweerder] heeft altijd naar behoren gefunctioneerd en zich steeds aan de bij ReinUnie geldende regels voor het meenemen van goederen gehouden. Hij is slechts éénmaal, op 24 november 2012, nalatig geweest met het vragen van toestemming. Die nalatigheid kan echter niet leiden tot het door ReinUnie gestelde verlies van vertrouwen.
Subsidiair, voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om toekenning van een vergoeding van € 82.863,00 bruto. Volgens [verweerder] rechtvaardigen de omstandigheden van het geval de toepassing van een correctiefactor C = 3. [verweerder] heeft zich immers niet schuldig gemaakt aan diefstal. Het feit dat hij heeft nagelaten een formulier in te vullen en toestemming te vragen voor het meenemen van de goederen op 24 november 2012 kan weliswaar als slordig worden aangemerkt, maar niet als onvergeeflijk, gelet op het feit dat [verweerder] ervan uit is gegaan en mocht gaan dat hij, zoals gewoonlijk, toch wel toestemming zou krijgen.
Daarbij valt het ReinUnie te verwijten dat zij nimmer expliciet aan haar medewerkers heeft laten weten dat meenemen van goederen niet meer zou worden toegestaan. ReinUnie meet bovendien niet met gelijke maten; tenminste één van de collega’s van [verweerder], die ook zonder toestemming goederen heeft meegenomen, is nog steeds bij ReinUnie in dienst.
De beoordeling
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst
De kantonrechter stelt vast dat het verzoek geen verband houdt met een opzegverbod.
Voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden is geen grond. De kantonrechter verwijst naar hetgeen zij ter zake heeft overwogen en beslist in het vonnis in kort geding van 18 maart 2013.
Voor wat betreft de subsidiaire grondslag, de verandering in de omstandigheden, overweegt de kantonrechter als volgt.
ReinUnie heeft aan het subsidiaire verzoek tot ontbinding van arbeidsovereenkomst ten grondslag gelegd dat [verweerder] het vertrouwen zodanig heeft beschaamd dat van haar niet kan worden verlangd het dienstverband met [verweerder] voort te zetten.
[verweerder] heeft erkend dat hij op 24 november 2012 zonder toestemming goederen van het ABS Heemskerk heeft meegenomen. Dit terwijl [verweerder] van medewerkers van het ABS had gehoord dat [XXX] tegen zijn ploeg had gezegd dat in het geheel geen goederen meer mochten worden meegenomen. Het kan [verweerder] worden aangerekend dat hij deze mededeling heeft genegeerd door op 24 november 2012 goederen mee te nemen, zonder zich ervan te hebben vergewist dat hij daarvoor toestemming had of zou krijgen.
Daar staat echter tegenover dat ReinUnie kan worden verweten dat zij niet op een voor alle medewerkers duidelijke wijze heeft bekend gemaakt, dat zij had besloten om de tot recent gebruikelijke, en in het bedrijfsreglement opgenomen, praktijk voor het meenemen van goederen af te schaffen. Van haar had mogen worden verwacht dat zij tegenover haar medewerkers een helder standpunt had ingenomen ten aanzien van het omvormen van het beleid dat, zoals zij ter zitting heeft verklaard, nu “een lappendeken” vormt, door dit op heldere wijze ter kennis van hen te brengen. Het enkele feit dat, zoals ter zitting is gebleken, de aanvraagformulieren nog steeds (kunnen) worden gebruikt, geeft al aan dat van een duidelijk beleid (nog steeds) geen sprake is. Dat voor alle medewerkers duidelijk is dat het meenemen van goederen voor eigen gebruik, zonder voorafgaande toestemming, door ReinUnie steeds als diefstal wordt gekwalificeerd en op grond hiervan het dienstverband zal worden beëindigd, is naar het oordeel van de kantonrechter dan ook onvoldoende aannemelijk geworden.
Bovendien staat vast dat ReinUnie op dit punt geen strikt bedrijfsbeleid hanteert. Immers ReinUnie heeft ter zitting erkend dat zij twee andere medewerkers, die zich aan precies hetzelfde schuldig hebben gemaakt, een andere, minder vergaande, sanctie heeft opgelegd. Volgens ReinUnie zijn deze twee werknemers in salaris teruggezet, maar kunnen zij wel bij ReinUnie in dienst blijven. Deze optie is echter niet aan [verweerder] aangeboden. ReinUnie heeft daartoe aangevoerd dat de twee andere werknemers ouder zijn en een langer dienstverband hebben. Niet valt echter in te zien waarom [verweerder] door zijn handelwijze het vertrouwen van ReinUnie onwaardig is geworden, terwijl dit voor die twee andere werknemers kennelijk niet opgaat.
Alles overwegende is de kantonrechter van oordeel dat de handelwijze van [verweerder] weliswaar verwijtbaar was, maar in de gegeven omstandigheden onvoldoende is om de onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst te rechtvaardigen. Van ReinUnie mag redelijkerwijs gevergd worden een andere passende sanctie aan [verweerder] op te leggen. [verweerder] heeft in dit verband ter zitting medegedeeld iedere disciplinaire maatregel te zullen accepteren. De kantonrechter zal het verzoek daarom afwijzen.
Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking, omdat dat niet tot een andere beslissing leidt.
Vanwege de aard van deze procedure draagt iedere partij de eigen kosten.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst het verzoek af;
- bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
Deze beschikking is gegeven door mr. H.A. Pott Hofstede en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.