ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ7370
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Herzieningsvoorstel en ontvankelijkheid bezwaar in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 februari 2013 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen de stichting Stichting Penta Hoorn (eiseres) en het bestuur van de stichting Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs (verweerder). De zaak betreft een herzieningsvoorstel dat verweerder op 24 augustus 2010 aan eiseres heeft gedaan, met betrekking tot een eerder besluit van 10 februari 2010 over de indeling van eiseres in trede 2 en de bijbehorende toeslag van € 155.728,00. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar verweerder heeft het bezwaar ongegrond verklaard in een besluit van 5 september 2011. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het herzieningsvoorstel niet als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden aangemerkt. Dit betekent dat het laten vervallen van het herzieningsvoorstel ook niet als een besluit kan worden beschouwd. De rechtbank oordeelt dat verweerder het bezwaar van eiseres tegen het besluit van 5 september 2011 niet-ontvankelijk had moeten verklaren, wat verweerder niet heeft gedaan. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep van eiseres gegrond en vernietigt het bestreden besluit voor zover verweerder het bezwaar ongegrond heeft verklaard.
De rechtbank heeft zelf in de zaak voorzien door het bezwaar van eiseres tegen de brief van 5 september 2011 alsnog niet-ontvankelijk te verklaren. Tevens heeft de rechtbank verweerder opgedragen het betaalde griffierecht van € 310,00 aan eiseres te vergoeden en verweerder veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 944,00. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en kan binnen zes weken na verzending in hoger beroep worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.