ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ6716
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- P.H.B. Littooy
- S.M. Jongkind-Jonker
- M. Kraefft
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in een civiele procedure betreffende de verdeling van gemeenschap van goederen
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 19 maart 2013 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoeker, vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. M.J.E.J. Coenraad. Het wrakingsverzoek was ingediend tegen mr. A.H. Schotman, de behandelend rechter in een civiele procedure over de verdeling van de gemeenschap van goederen tussen verzoeker en [PARTIJNAAM]. De wrakingsgronden waren gebaseerd op de schijn van partijdigheid die zou zijn gewekt door de rechter tijdens de zitting van 15 februari 2013. Verzoeker stelde dat de rechter onterecht de mogelijkheden van toedeling van de woning en garage aan de orde stelde en dat hij ongepaste opmerkingen maakte over de raadsvrouw, wat de indruk wekte van partijdigheid.
De wrakingskamer heeft de gronden van het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de eerste wrakingsgrond niet slaagde. De rechter had het recht om verschillende opties te onderzoeken in het belang van een doelmatige rechtsgang. De tweede wrakingsgrond, die betrekking had op de opmerking van de rechter over de raadsvrouw, werd ook afgewezen. De wrakingskamer oordeelde dat de opmerking van de rechter, hoewel ongelukkig geformuleerd, niet leidde tot een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid. De wrakingskamer benadrukte dat de rechter in zijn rol als bemiddelaar in de procedure de ruimte had om verzoeker zelf te bevragen.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de behandeling van de onderliggende zaak voortgezet zou worden. De beslissing werd genomen door de wrakingskamer, bestaande uit mr. P.H.B. Littooy, mr. S.M. Jongkind-Jonker en mr. M. Kraefft, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op dezelfde datum.