ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ4047
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- A.C. Terwiel - Kuneman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake uitkering op basis van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 februari 2013 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, die een uitkering op basis van de Wet werk en bijstand (Wwb) had aangevraagd. De voorzieningenrechter oordeelde dat van verzoekster redelijkerwijs niet kon worden verwacht dat zij haar ex-partner B zou uitschrijven van haar adres. Verzoekster had niet aannemelijk gemaakt waar zij in het tweede halfjaar van 2012 had gewoond, wat een belangrijke factor was in de beoordeling van haar recht op bijstand. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat het standpunt van verweerder onvoldoende onderbouwd was. Verweerder had gesteld dat B nog steeds op het adres van verzoekster ingeschreven stond, maar dit was niet bewezen. De voorzieningenrechter verwees naar een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, waarin werd benadrukt dat zonder concrete gegevens de inschrijving van B op het adres van verzoekster niet als bewijs kon dienen.
Daarnaast werd vastgesteld dat het huurcontract van de woning op naam van B stond en dat verzoekster de huur niet betaalde. Verweerder had verzoekster gevraagd om B uit te schrijven, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat het niet redelijk was om van verzoekster te verlangen dat zij dit deed, gezien de omstandigheden. De voorzieningenrechter gaf aan dat verzoekster, indien nodig, opnieuw een verzoek om voorlopige voorziening kon indienen. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak stond geen rechtsmiddel open.